JavaScript is required for this website to work.

The Dig: prachtige verpakking van een historische voetnoot

Lode Goukens8/3/2021Leestijd 4 minuten
TitelThe Dig
RegisseurSimon Stone
In de zalen vanaf29 januari
Onze beoordeling
Meer info

The Dig, een fijne film over de vondst van het scheepsgraf van de Saksische koning Readwald, twee uur ontspanning en een mooi tijdsbeeld.

The Dig is een fijne film over de vondst van het scheepsgraf van de Saksische koning Readwald in 1938-1939. Wie Indiana Jones-archeologie zoekt, moet deze film niet bekijken. Wie historische correctheid wenst evenmin. Wie een mooi tijdsbeeld wil zien en enkele interessant weetjes over een belangrijke opgraving wil oppikken, zit goed voor twee uur ontspanning.

The Dig van Simon Stone met Ralph Fiennes, Lily James en Mumford & Sons muze Carey Mulligan is een film op Netflix waar velen lang naar uitkeken. Na veertien dagen in Britse cinema’s is de film vanaf 29 januari te zien op Netflix. In het openingsweekend was de film in België goed voor een top vijf notering bij Netflix.

Het scheepsgraf van een Saksische koning

De film gaat over de beroemde Sutton Hoo-opgraving van een scheepsgraf of bootgraf uit de zevende eeuw. Let wel niet de opgraving als historische feit is het onderwerp, maar een historische roman die dit bijzonder verhaal over een opgraver, archeologen en landeigenares bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vertelt. De roman The Dig van John Preston uit 2007 is dus bovenal een historische roman.

De auteur permitteerde zich behoorlijk wat dichterlijke vrijheid. De aankondiging ‘naar een waargebeurd verhaal’ voor de film en de biografische uitgeleide in tekst op het einde van de film zijn typische kenmerken bij biopics, maar zijn daarom niet noodzakelijk waar. Deze verfilming door de Australische regisseur Simon Stone volgt de roman zeer nauwgezet, zoals dat onlangs ook bij the Queen’s Gambit gebeurde.

Preston ontdekte naar eigen zeggen pas heel laat dat zijn tante betrokken was als archeologe bij de beroemde opgraving in Sutton Hoo te Suffolk. In de film en de roman heet ze Peggy Piggott (haar meisjesnaam was Margaret Preston). De archeoloog Stuart Piggott was haar eerste echtgenoot. Ze werd vooral bekend als Margaret Guido nadat ze de naam van haar Italiaanse tweede echtgenoot Luigi Guido aannam. In een zestig jaar lange carrière groeide ze uit tot een belangrijke specialiste van glasparels en van de bronstijd.

Tante in de hoofdrol

De portrettering in The Dig zorgde in het Verenigd Koninkrijk trouwens al voor controverse omdat Margaret Guido als sidekick van haar man zou opduiken in de film en dit seksistisch zou zijn. De grapjes over haar gewicht en de woordspeling met Piggie en Piglet Piggott vielen duidelijk niet in de smaak van bepaalde vrouwelijke kijkers. Vooral de Britse archeologe Rebecca Wragg Sykes viel in een stuk in de Londense krant The Times fel uit. Dat seksisme in de jaren 1930 een stuk erger was dan getoond, gaat velen blijkbaar boven het historisch inzicht. De glamoureuze actrice Lily James speelt trouwens maar een bijrol in een nevenintrige om toch iets van romance in het verhaal te smokkelen.

Dat Preston zijn tante een hoofdrol gaf in de roman is verdedigbaar. Hij voegde de opgravingsseizoenen 1938 en 1939 samen en het merendeel van de aandacht gaat in de roman en de film toch naar de miskende opgraver Basil Brown en de eigenares van de site Edith Pretty. De aantrekkelijke tante Peggy is een magere romantic intrest voor fotograaf Rory Lomax. De RAF-piloot en fotograaf is een fictief personage dat Preston in 2007 bedacht. In de film is hij de enige fictieve persoon.

De film verdedigt vooral de lang miskende bijdrage van de ongeschoolde opgraver Basil Brown. De inzichten van deze selfmade man zorgden voor de vondst van het scheepsgraf, hoewel mevrouw Pretty haar achttien tumuli al in 1937 wou laten opgraven op zoek naar schatten. Met die schat en het scheepsgraf als gevolg. Dat de bijdrage van Brown hierdoor juist overdreven wordt, stoort de filmmaker niet.

Erfgoedfilm, visuele pracht

Het snobisme van de academische elite en hun ridicule gedrag jegens ongeschoolde medewerkers gaat er bij het publiek altijd goed in. Vooral de Britse klassenverschillen worden dankzij de butler Grateley en professor Philips van het British Museum zeer sterk in de verf gezet. Die karikatuur is geen toeval.

Lang was de kritiek op de Britse heritage film – waarbij het verleden tot in de kleinste details in beeld werd gebracht – groot omdat de gewone man nauwelijks aan bod kwam en de nostalgie naar de Britse upperclass-cultuur van tijdens het Empire als te ‘nationalistisch’, te asociaal en te wereldvreemd werd beschouwd.

Heritage of erfgoed film was dus een negatieve bijnaam. Ondertussen is de heritage film die kritiek ontgroeid en brengen de Britten keer op keer visueel prachtige films uit over hun erfgoed en geschiedenis. Die extreem nauwkeurige aankleding qua kledij, bakeliet en houten radio’s (the wireless), oldtimers en zelfs speelgoed is één van de sterktes van The Dig. Een traditie qua props of rekwisieten en architectuur overigens die de kijker ook kent en uitermate waardeert van series zoals Poirot, Miss Marple, Downton Abbey enzovoort.

Boeiend verleden

Een recent prachtig voorbeeld waarbij de bijdrage van één of twee personen aan het tot stand komen van een stuk (Brits) cultureel erfgoed werd verfilmd is de onlangs op DVD verschenen The Professor and the Madman met Mel Gibson en Sean Penn over de Oxford English Dictionary.

Ook hier lag een boek aan de basis. The Surgeon of Crowthorne (in Nederlandse vertaling De gekwelde Woordenaar) van Simon Winchester was eveneens een voortreffelijk boek dat de grenzen tussen fictie en non-fictie opzocht. Niet zo erg als Preston, maar de drang om een voetnoot in de geschiedenis te promoten en die persoon welverdiende erkenning te bezorgen, is vergelijkbaar.

Een genre in de literatuur dat trouwens reeds boeiende boeken opleverde zoals The Arcanum van Janet Gleeson, The Map Thief van Michael Blanding, The Island of Lost Maps van Miles Harvey, Finding Camlann van Sean Pidgeon of Longitude van Dava Sobel. Deze laatste werd trouwens eveneens verfilmd tot een prachtige historische miniserie.

The Dig is dus een film die vooral liefhebbers van heritage film iets biedt wat ze verwachten: prachtige landschappen, met mooie voorbijvarende zeilschepen, architectuur, oldtimers, wollen herenkostuums met broeken tot boven de navel… Dit neemt niet weg dat de periode van la drôle de guerre in 1939 zeer fijnzinnig in beeld werd gebracht. Enigszins jammer is dat de archeologische vondsten op het geraamte van het schip in het scheepsgraf helemaal niet in beeld komen. De opgraving uit de titel is slechts een excuus en dat is toch jammer.

Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur.

Commentaren en reacties