JavaScript is required for this website to work.

TV-spektakel in boekvorm

Roan Asselman15/3/2020Leestijd 4 minuten
TitelEinddoel Witte Huis
SubtitelHoe de Amerikanen hun president kiezen
AuteurKoen Petersen
UitgeverElsevier Weekblad
ISBN9789463480727
Onze beoordeling
Aantal bladzijden296
Prijs€ 15.00
Koop dit boek

Nu de voorverkiezingen in de VS een definitieve plooi lijken te vallen, kijken we met Koen Petersen naar de algemene verkiezing in november 2020.

De presidentiële debatten zijn de hoogmis van het electoraal circus dat de Amerikaanse presidentsverkiezingen zijn. Richard Nixon en John F. Kennedy beten in 1960 de spits af. Beide heren kwamen evenwel niet even goed over. Kennedy had in de weken voorafgaand van de Californische zon genoten terwijl Nixon net een operatie achter de rug had. De vermagerde Nixon die net als de knappe Kennedy weigerde make-up te dragen (hij zou wel eens verwijfd kunnen overkomen) zag er ongezond en onzeker uit. Uit opiniepeilingen die werden afgenomen na het debat bleek het belang van de ‘look and feel’ van de presidentskandidaat: tv-kijkers wezen Kennedy aan als winnaar, terwijl volgens radioluisteraars Nixon overtuigender overkwam.

Made for TV

Dit debat, bekeken door meer dan 66 miljoen Amerikanen, positioneerde Kennedy als de eerste ‘celebrity’ presidentskandidaat, waarbij de verpakking niet langer van ondergeschikt belang is aan de inhoud. Het contrast tussen de made for TV-spektakels die de presidentsverkiezingen vandaag zijn en de invulling van 18de en 19de-eeuwse campagnes kan moeilijk scherper.

Britse, monarchale onderdrukking in het achterhoofd, werd van presidentskandidaten verwacht dat zij een ingetogen, zelfs afstandelijke houding aannamen ten aanzien van de positie die zij ambieerden. Openlijk ambitieuze presidentskandidaten werden scheef bekeken. Would be presidenten lieten het campagnevoeren over aan hun plaatsvervangers. Thomas Jefferson spant de kroon als het om aan onverschilligheid grenzende afstandelijkheid gaat. Toen hem in 1796 werd verteld dat hij de presidentsverkiezing van John Adams had verloren, liet hij langs de neus weg vallen dat hij niet eens wist dat hij kandidaat was.

Trial and error

Einddoel Witte Huis van amerikanist Koen Petersen is doorspekt met dit soort weetjes die het boek licht verteerbaar maken voor de VS-leek. ‘Licht verteerbaar’ mag evenwel niet verward worden met ‘simplistisch’. Dat laatste is het werk van Petersen allerminst.

In dit boek schetst de auteur vanuit helikopterperspectief een volledig beeld van de presidentsverkiezingen. Elke episode – of het nu gaat om de selectie van de running mate, de organisatie van de partijconventie of de verslaggeving van de media – voorziet Petersen van voorbeelden en feitenmateriaal om het soms complexe en archaïsche kiessysteem van de Verenigde Staten behapbaar te maken. Deze historische gebeurtenissen dienen niet enkel een illustratief doel. Het Amerikaanse presidentschap is een ambt dat gekenmerkt door een evolutief karakter op basis van een soort ‘trial and error’ methodiek. De grondwet van 1787 is een beknopt document. Een letterlijke lezing van de constitutie zou de foute indruk wekken dat de commander-in-chief slechts een secundaire rol speelt in het bestel van de machtigste republiek ter wereld.

Maar net als de West-Europese democratieën onderging het Amerikaanse grondwettelijk bestel enkele evoluties die de uitvoerende macht op de voorgrond plaatsten. De uitbouw van de zorgstaat, het poolen van talent en expertise in de schoot van de verschillende kabinetten, het belang van kort op de bal spelen in geval van een gewijzigd (legislatief) landschap, een parlement dat steeds meer bevoegdheden doorspeelt naar de uitvoerende macht en de wildgroei aan bureaucratie die ermee gepaard gaat… Doorheen zijn boek en in het bijzonder in de eerste hoofdstukken geeft Petersen toelichting bij de ontwikkeling van het presidentschap waarbij hij grondwettelijk recht en grondwettelijke praktijk aan de hand van recente en minder recente voorbeelden duidt.

Amerikaanse toestanden

Na deze initiële uiteenzetting gaat Petersen in op de verschillende ‘acts’ van het verkiezingscircus aan de overkant van de Atlantische Oceaan. De verkiezingspraktijk in de VS verschilt dermate van haar Europese tegenhangers dat de auteur de lezer een ware paradigmaswitch aanbiedt. De ‘Amerikaanse toestanden’ zijn velerlei.

Zo gaat Petersen in op onderwerpen als campagnefinanciering en de rol van de media. Daar waar Belgische politieke partijen hoofdzakelijk met publieke middelen worden gefinancierd, dienen Amerikaanse presidentskandidaten een loyale basis van donateurs op te bouwen. De levensvatbaarheid van een campagne hangt dus niet enkel af van positieve peilingen, maar ook van een continue stroom van geldmiddelen naar de campagnekoffers. Petersen pende een duidelijk overzicht neer van de manieren waarop de gegadigden hun schatkisten direct en indirect vullen. ‘Matching funds’, ‘Super PAC’s’ en ‘in kind contributions’: Petersen legt uit waarom de uitgaven van de laatste stembusslag niet langer in miljoenen, maar in miljarden dollars worden uitgedrukt.

Media

Elke presidentsverkiezing is ook een beetje een test welke personencultus haar cultleden op de meest succesvolle manier kan mobiliseren. Zowel de Democratische als de Republikeinse partij kunnen daarvoor leunen op bevriende mediakanalen. Petersen gaat in op de rol van de printmedia – en het belang van de formele ‘endorsements’ – en het belang van door de kandidaat geproduceerde campagnefilmpjes die op de verschillende zenders te zien zijn. De media-obsessie met de presidentsverkiezingen blijkt onder meer uit het veelvuldig peilen van de intenties van het electoraat. In België worden we om de zo veel maanden met een federale of Vlaamse peiling om de oren geslagen. In de Verenigde Staten is dit dagelijks.

De steun van de media kan dan wel een handje helpen, maar zoals de verkiezingen van 2016 aantoonden is de Amerikaanse kiezer steeds eigenwijzer. Een kleine vier jaar geleden kozen de eindredacties van de meest prominente bladen en kranten met een ratio van 15:1 voor de Democratische kandidate. Desalniettemin was het de politiek onervaren blaaskaak uit New York die met het presidentschap aan de haal ging. Een gelijkaardig fenomeen was duidelijk zichtbaar bij de audiovisuele media. Dat de mainstream media, met uitzondering van Fox News, volop de Clinton-kaart trokken in de maanden voorafgaand aan de stembusslag kon niet voorkomen dat de Trump-campagne via de sociale media de kiezer rechtstreeks aansprak. Een minpunt van het boek is exact het feit dat deze nieuwe wijze van campagnevoeren onderbelicht blijft.

Aanrader

Desalniettemin is Einddoel een aanrader voor de Amerika leek. Ook voor ‘Amerikakenners’ biedt dit boek zeker een toegevoegde waarde. Verschillende onderwerpen die Petersen behandeld komen immers niet dagelijks in het nieuws (campagnevoorbereiding, onafhankelijke presidentskandidaten, campagnefinanciering, de inauguratie), maar spelen desalniettemin een centrale rol bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Aangenaam om lezen en informatief.

Roan A. Asselman is de opinieredacteur en Amerikacolumnist van Doorbraak. Samen met David Neyskens produceert hij de podcast 'Amerika In Alle Staten'. Roan schreef 'Amerika Ontrafeld. Over de cultuurstrijd die een natie verscheurt' (Doorbraak Uitgeverij).

Commentaren en reacties