Regeerakkoord Brussel: de groenen met een kluitje in het riet?
Hoe de Brusselse PS een web rond de groenen spint
Rudy Vervoort (PS) en Olivier Maingain (Défi), de twee onderhandelaars aan Franstalige kant
foto © Reporters / QUINET
In Brussel ziet het er naar uit dat de gehaaide PS de groene winnaars van de verkiezingen met een kluitje in het rode riet zal sturen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet Brussels Gewest wil deze week het regeerakkoord afronden en een (hybride) paarsgroene regering installeren. De enige echte winnaars in de nieuwe coalitie zijn de Nederlandstalige en Franstalige groene partijen. Met de intussen uitgelekte elementen regeerakkoord lijkt het erop dat ze met halfslachtige beloften in het kleverige web van de PS zijn gelokt.
Een groen Brussels regeerakkoord?
Lang Nederlandstalige zijde werden de groenen in Brussel de grootste partij na de parlementsverkiezingen van mei 2019. De N-VA won, zij het niet genoeg om de grootste Nederlandstalige partij in Brussel te worden. Langs Franstalige kant zag het er even uit dat Ecolo de macht van de verliezende PS zou kunnen breken, maar eindigde uiteindelijk enkele procenten onder de troepen van Laurette Onkelinx. Daarom leiden Minister-President Vervoort (PS) en Onkelinx langs Franstalige kant de onderhandelingsdans met aan Vlaamse zijde een paarsgroene ploeg: een jonge, dynamische Groen-delegatie als spil en met als sidekicks de verliezers van s.pa en VLD. Langs Franstalige zijde blijven de MR en CDH aan wal en wil men inschepen met het lichtjes verliezende Défi (voormalig FDF).
Met de groenen als enige afgetekende winnaars, zou men verwachten dat het Brusselse regeerakkoord erg groen kleurt. Op het eerste zicht lijkt dat ook zo. Maar voor wie meer vertrouwd is met mobiliteitsdossiers en Brussel, blijkt al gauw dat de groenen riskeren zich voor een handvol blinkende kralen door de lepe PS te laten verleiden.
Enkele voorbeelden. Het toekomstige bestuur pakt uit met een grootse zone 30 voor de meeste straten in het gewest. Die zone 30 moet al vanaf 2021 het daglicht zien. Dit lijkt een schoolvoorbeeld van aankondigingspolitiek. Ten eerste heeft men voor de realisaties en naleving van zo’n veralgemeende zone 30 de steun en investeringen nodig van de zes politiezones en de 19, vaak weerbarstige, gemeenten. Een groot deel van de uitvoering van de zone 30 heeft het gewest niet in de hand. Bovendien ziet het door de vorige PS-regering in april 2019 goedgekeurde ontwerp van gewestelijk mobiliteitsplan zo’n veralgemeende zone 30 pas haalbaar vanaf 2025.
Fata morgana van rekeningrijden
Een van de prangende problemen van Brussel blijft het enorm aantal autoritten, met als gevolg files, vervuiling en verkeersonveiligheid. De grote investeringen in mobiliteit van de laatste twee decennia konden het afgelegde autokilometers met 2% verminderen (de officiële doelstelling was 20% vermindering in Brussel tegen 2018). Om de druk van de auto te verminderen, lanceerden de vorige Brusselse regeringen gedetailleerde studies over rekeningrijden en het eventuele invoeren van een ‘zonale heffing’ (zoals in Londen). Die studies gaven aan dat een zonale heffing het autoverkeer sterk kon terugdringen en nieuwe middelen voor investeringen in fietsinfrastructuur en openbaar vervoer konden binnenbrengen. De idee van een zonale heffing — hoewel door heel wat groenen gekoesterd — blijkt nu gesneuveld.
Het nieuwe Brusselse regeerakkoord ‘wenst onderhandelingen aan te gaan met de andere gewesten inzake een kilometerheffing’. Ook dit is een voorbeeld van wind blazen om uiteindelijk niets te veranderen. Wallonië heeft (onder meer bij monde van de PS) in het verleden al laten weten, op geen enkele manier aan een kilometerheffing voor personenwagens te willen meewerken. En sinds de pijnlijke ‘bocht van de N-VA’ is het de vraag of de Vlaamse administratie een mandaat zal krijgen om samen met de Brusselse een mogelijke invoering van rekeningrijden te onderzoeken. In elk geval: wie gelooft dat er een ‘Belgisch’ rekeningproject voor personenwagens met de drie gewesten, incluis Wallonië, zal komen maakt zichzelf en kiezer wat wijs… Rekeningrijden lijkt in België alleen mogelijk binnen een confederale logica met een coalition of the willing.
Fietsen in het Brusselse moeras
Een andere ‘verworvenheid’ in het toekomstige regeerakkoord is het verbieden van alle dieselwagens tegen 2030. Deze maatregel ligt in de lijn van de Brusselse Lage Emissiezone (LEZ) en lijkt niet onrealistisch. Alle partners van de huidige LEZ hebben echter aangegeven dat er een studie moet komen over de sociaaleconomische gevolgen van een strengere LEZ. Ook willen administraties en belanghebbenden dat er bij een eventueel verbod op diesel bijkomend onderzoek gebeurt naar de alternatieven voor onder meer bestelwagens, bussen en autocars. Bij de PS weten ze dit alles maar al te goed. Met andere woorden: het valt af te wachten wat er van die ’trofee’ nog overblijft wanneer dat mooie plan met het Brussels moeras van overleg en ‘ons kent ons’ wordt geconfronteerd…
De groenen weten wel — in ruil voor de steun voor de nieuwe metrolijn naar Schaarbeek — enkele ‘versnelde’ verleningen van tramlijnen uit de brand te slepen, zoals die naar Neder-Over-Heembeek en naar Turn & Taxis. Over de zo noodzakelijke vernieuwing van het Brussels gewestelijk fietsnet blijft het vooralsnog echter verontrustend stil. Brussel snakt naar een consistent fietsnetwerk, Fiets PLUS-netwerk gedoopt, dat veiliger en sneller is dan het huidige, vaak door de gemeenten verhakkelde, puzzelnetwerk. Hopelijk kan men daarover harde afspraken in het definitieve Brusselse regeerakkoord lezen.
De eeuwige macht van de Brusselse gemeenten
De groenen en de kleine sp.a-broer lijken zich door de gehaaide PS met enkele groene kluitjes in het rode riet te laten sturen. In ruil geven ze enkele cruciale institutionele hervormingen op die nochtans prominent in het groene verkiezingsprogramma aanwezig waren: bevoegdheden zoals mobiliteit en openbare werken bij de gemeenten weghalen en alleen aan het gewest toewijzen opdat de schemerzone van verantwoordelijkheden in Brussel verdwijnt. De zes politiezones moesten tot een enkele worden teruggebracht. Het gewest zou zo kunnen optreden als een echt stadsbestuur, met de gemeenten als lokale partners in bewonersparticipatie. Niets van dat alles in wat er vorig weekend over het toekomstige regeerakkoord uitlekte.
In het beste geval kan er een ‘Staten-Generaal’ worden aangekondigd die zal bekijken welke bevoegdheden mogelijks van het gemeenteniveau naar het gewest kunnen worden overgeheveld. Volgens de klassieke PS-strategie zal dit echter geen garantie inhouden op een werkelijke bevoegdheidsverschuiving. Wel bekomen de groenen een vermindering van het aantal lokale mandatarissen en een decumul (vanaf 2024!) tussen een parlementair en gemeentelijk mandaat. En zoals naar goede, oude Brusselse gewoonte zullen er extra overlegstructuren tussen gemeenten en gewest worden opgericht. In de Brusselse praatbarak schuiven ze alvast tafeltjes bij… Of zal het uiteindelijke regeerakkoord toch nog enkele verrassingen bevatten?
Het zou een wonder zijn mocht een van deze maatregelen die de status quo van de Brusselse machtspartijen zou bedreigen in het nieuwe regeerakkoord opduiken. De PS is meester in het handhaven van een status quo terwijl men de illusie opdist dat er dingen structureel zullen veranderen. Te vrezen valt dat het ditmaal de groenen zullen zijn die met een kat in een zak afdruipen.
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Chris Ceustermans is een veertiger die ooit van zijn pen leefde als journalist bij onder meer De Morgen. Na andere wegen te hebben verkend, keerde hij terug naar zijn oude liefde: de literatuur. Op Doorbraak pleegt hij af en toe een stuk over dingen die in de eenzijdige media te weinig aan bod komen. 'Ni dieu, ni roi, ni maître', blijft zijn motto, al lijkt dit voor de meeste zelfverklaarde 'links weldenkenden' al lang vergeten.
Hoe de Britse democratie Boris Johnson verteert en de darmen van de auteur door camera’s worden doorploegd. Ons lichaam, dat weet wat.
Yukio Mishima wijdde zijn schrijversleven aan het in ere houden van Japanse tradities tegen de amerikanisering van het land in. Hij vond zichzelf daarin mislukt en trok daaruit de uiterste conclusie.