Sneeuwwitje in Brussel
Wordt de natte droom van Sven bewaarheid?
Een failliet stadsgewest heeft grote verhalen nodig. Minister van toerisme én van financiën Sven Gatz vond het gat in de markt: een sprookjesgraf.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet lijkt een vroege aprilgrap: Sneeuwwitje zou echt bestaan hebben en ligt in Brussel begraven, meer bepaald in de crypte van het Franciskanenklooster, waar nu de Beurs staat. Het is alleszins de stelling van de Duitse historicus Eckhard Sander (‘Schneewittchen: Märchen oder Wahrheit?’, 1994) die er een kwart eeuw research aan besteedde. Sven Gatz, Brussels minister van toerisme én van financiën, wil ‘het graf van Sneeuwwitje’ nu ook als toeristische attractie promoten.
Arsenicum
Alles draait rond de historische figuur Margaretha von Waldeck (1533-1554), een Duits gravinnetje dat na de dood van haar moeder op 16-jarige leeftijd als hofdame in Brussel terecht kwam, wegens gebrouilleerd met haar stiefmoeder. De stad stond op dat moment onder Spaans bewind. Ze geraakte verwikkeld in amoureuze intriges, waar onder anderen kroonprins Filips van Spanje en graaf Egmont een rol in zouden gespeeld hebben. Ze overleed op 21-jarige leeftijd. Vergiftigd met arsenicum, zo opperen verschillende historische bronnen.
Het trieste lot van Margaretha inspireerde de Gebroeders Grimm in de 19de eeuw tot het sprookje van Sneeuwwitje. Maar Kurt Deswert, kabinetsmedewerker en adviseur van Brussels minister Sven Gatz (Open-VLD), pikte onlangs de theorie van Sander op als had hij ze zelf uitgevonden. Met de duidelijke baseline: Brussel moet de stad van Sneeuwwitje worden, zoals Kopenhagen zijn zeemeermin heeft. Vanuit heel de planeet moeten dichte drommen de weg vinden naar de stad waar de ongelukkige gravin in de fatale appel beet.
Een gedurfd plan. Noteer dat Sven Gatz ook de bezieler is van Belgian Beer World, het biermuseum dat zich nu in het gerenoveerde Beursgebouw bevindt. En waar dus ook Sneeuwwitje haar laatste rustplaats zou hebben, in de gedaante van Margaretha von Waldeck. Se non è vero, è ben trovato. Maar hoe komen Gatz en Deswert ertoe deze urban legend af te stoffen en te promoten? Wel, het is pure city-marketing, die niet los staat van een belabberd stedelijk imago. én een gapend lege stadskas.
Sprookjeskerkhof
De hoofdstad van Europa heeft vooral internationale faam gekregen als thuishaven van het moslimterrorisme. Wij kennen de stad als model van slecht bestuur, gebouwd op een sociologisch moeras dat als multicultureel wordt verkocht. Het is dan helemaal geen slecht idee om de plek via een geschikt toeristisch mission statement op te pimpen tot sprookjeskerkhof. Een necropolis met Disney-allures, gebouwd op de drassige bodem van de overdekte Zenne, met eeuwige onvoltooide metrowerken, en elke dag nieuwe zinkgaten die telkens nieuwe skeletten blootleggen. Geef toe: een project met allure. Meteen zouden alle open putten attracties worden.
Helemaal toevallig – maar bestaat toeval? – werd deze dagen het OESO-rapport publiek gemaakt over Brussel en zijn institutionele structuur, de ruimtelijke (wan)orde, en de openbare financiën. Het rapport werd door voormalig Brussels staatssecretaris Pascal Smet besteld, en levert conclusies af die voor niemand een verrassing zijn: de Belgische hoofdstad is een quasi-failliet stadsgewest dat door het malgoverno wordt geteisterd .
De audit constateert wat we allemaal al lang weten: Brussel is een bodemloze put, letterlijk en figuurlijk. Een onwerkbaar labyrint met zijn negentien gemeenten – de beruchte baronieën – zes politiezones, en een versnippering van bevoegdheden tussen het gewest, de gemeenschappen en drie gemeenschapscommissies.
De OESO stelt ook vast dat de stad en het gewest hun financiën niet op orde krijgen, en dat de hoofdstad van Europa meer dan andere hoofdsteden aan verpaupering lijdt. We weten ook hoe dat komt: de werkloosheidsgraad bedraagt 15,1 procent, bij jongeren zelfs 23,1 procent. Dat is de realiteit achter het sprookje. Het rapport stelt – toppunt van vernedering – uitdrukkelijk Antwerpen met zijn districten als voorbeeld van een goede grootstedelijke structuur.
Fata morgana
Brussel is geen hoofdstad als een ander. Het is een zweer die ettert op een failed state. Het spuug- en plakwerk van de staatshervormingen, die al generaties politici van een job met inhoud voorzien, eindigde in het bestuurlijk gebroddel van een berooide dwergstaat – een volwaardig gewest – waar niemand wil wonen. Behalve een handvol Dansaert-Vlamingen, waarvan Sven Gatz er een is. Wie Nederlands spreekt en in Brussel woont, heeft een grote kans om minister te worden.
Alles is grotesk aan deze stad, zowel het politiek amateurisme als de werven die fata morgana’s blijken. De financiële strop die rond de nieuwe Noord-Zuid metrolijn hangt, een megaproject dat van Vorst tot Evere moest lopen, is symptomatisch voor de sprookjesmentaliteit van de Brusselse dorpspolitici. Geen geld, geen beleid, geen visie, maar wel een megalomaan zelfbeeld. Alleen een grote dosis folklore kan dit hell hole drijvend houden. Manneken Pis, bier, en nu dus ook het graf van Sneeuwwitje.
Zij zal zonder twijfel de meubelen redden en de gaten dichten. Eindelijk weer eens een stadsmythe waarin goed en kwaad duidelijk tegenover elkaar staan, vul maar in: de hatelijke stiefmoeder (Vlaanderen), de sympathieke dwergen (de negentien gemeenten), de giftige appel (de wurggreep rond Brussel, genaamd le carcan), en uiteraard het happy end met prins Sven, die verliefd wordt op de schijndode prinses, haar vastpakt, waardoor zowaar de appelbrok uit haar keel schiet.
In de legendarische Disneyfilm uit 1937 is ze amper veertien, dat zou nu wel een schandaal opleveren. Los van de onvermijdelijke porno-parodieën die zich in het huisje met de zeven dwergen afspelen. Dat minister Gatz het met een opgegraven skelet zal doen, overtreft echter alles. We zijn dan 2030, een mooier eeuwfeestspel is niet denkbaar.
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Slecht waterbeleid en bureaucratische traagheid, zeer zeker. Maar misschien is het ook tijd voor klimaatrealisme en oplossingsgericht denken.
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.