JavaScript is required for this website to work.
post

Stalin, de sluwe schaker

De Sovjetleider ontbond 75 jaar geleden de Komintern, het instrument van de 'wereldrevolutie'

Dirk Rochtus14/5/2018Leestijd 3 minuten
Generaal Giraud, president Roosevelt, generaal De Gaulle et Winston Churchill in
Casablanca, januari 1943.

Generaal Giraud, president Roosevelt, generaal De Gaulle et Winston Churchill in Casablanca, januari 1943.

foto © Reporters

Stalin ontbond op 15 mei 1943 de Komintern, de Communistische Internationale. Hij wilde de vrees voor communistische subversie na de oorlog wegnemen bij de Westerse bondgenoten. Het voordeel voor hem was dat hij op hen

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Mei 1943. De Wehrmacht heeft enkele maanden daarvoor haar nimbus van onoverwinnelijkheid verloren in het kapotgeschoten Stalingrad. De man naar wie de Sovjet-Russische stad is vernoemd, kon toen opgelucht ademhalen. Het verlies van de stad aan de Duitsers zou Hitler behalve strategische voordelen ook een symbolische zege opgeleverd hebben. Maar kan Stalin er wel zo gerust op zijn? Dan doet hij iets opzienbarends: hij ontbindt op 15 mei de Komintern, de Communistische Internationale, het verbond van communistische partijen, maar in feite een instrument van de Sovjet-Unie om de wereldwijde communistische beweging te kunnen controleren.

Positie versterken

Even een terugblik. In januari 1943 hebben de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt en de Britse premier Winston Churchill in Casablanca (Marokko) vergaderd over het verdere krijgsverloop. De Sovjetleider had zijn aanwezigheid op de conferentie afgezegd – vliegen is niet zijn ding, en dan zeker niet naar een bestemming buiten de Russische invloedsfeer. De officiële verklaring luidt dat hij zijn handen vol heeft met de herovering van Stalingrad op de ingesloten Duitse troepen. De ware reden is misschien wel een zeker wantrouwen tussen de Sovjets en hun Anglo-Amerikaanse bondgenoten. De Sovjets dringen er bij de Westerse geallieerden al lang op aan om in West-Europa een ’tweede front’ te openen. Het Rode Leger zou niet alleen de last van de strijd tegen nazi-Duitsland mogen dragen op het Europese continent. Churchill zelf is te vinden voor landingsoperaties in Italië, Griekenland en Joegoslavië om de positie van de Westerse mogendheden in Europa na de oorlog te versterken. De landing van Britse en Amerikaanse troepen in Noord-Afrika in november 1942 wijst in die richting.

Signaal

George C. Marshall, de stafchef van het Amerikaanse leger, bepleit een geallieerde landing in Noord-Frankrijk. Tevergeefs. Roosevelt schikt zich naar het voorstel van Churchill om pas in 1944 een ’tweede front’ (dus in Noord-Frankrijk) te openen. Toch wil hij Stalin niet helemaal ergeren. Zijn voorstel om van nazi-Duitsland de ‘unconditional surrender’, de onvoorwaardelijke overgave, te eisen is een signaal naar Moskou dat het de Westerse geallieerden menens is met de strijd tegen Hitler en dat onderhandelingen van de ene of de andere met deze uitgesloten zijn.

Oppositie

Stalin weet dat conservatieve krachten in Groot-Brittannië en Amerika zich bang afvragen of er op de nederlaag van nazi-Duitsland geen communistische revoluties in Europa gaan volgen. Voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog bestonden er in Britse conservatieve kringen gewisse sympathieën voor nazi-Duitsland. De publicist Tom Zwitser verwijst in zijn boek Permafrost(1) naar wat verschillende auteurs als Sebastian Haffner en Klemens von Klemperer wisten te vertellen over ‘het gebrek aan internationale oppositie’ tegen Hitler in de jaren 30 en ‘hoe de Duitse oppositie tevergeefs steun zocht in het buitenland’ (p. 320 ff.) De Anglo-Amerikaanse wereld zou er volgens Zwitser op vertrouwd hebben ‘dat Hitler een oorlog tegen Rusland zou beginnen’ in de hoop dat Duitsland en Rusland elkaar zouden verzwakken en het Westen hiervan zou profiteren. Het Niet-Aanvalspact tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie van 23 augustus 1939 dwarsboomde deze strategie, kwam het toch over als een partij kiezen ’tegen het Westen’ (p. 320).

Hindernis

Enkele jaren later, midden in de oorlog, is het oude wantrouwen tussen de Westerse mogendheden en de Sovjet-Unie nog niet helemaal weggeëbd. De Komintern stelt door de oorlogsomstandigheden niet veel meer voor, maar haar oorspronkelijke doel om de ‘wereldrevolutie’ te dienen, wekt nog altijd angst voor communistische subversie. Vjatsjeslav Molotov, de Sovjet-Russische minister van Buitenlandse Zaken, informeert op 8 mei 1943 Georgi Dimitroff, de secretaris-generaal van de Komintern, daarover dat Stalin het bestaan van de organisatie ‘onder de huidige omstandigheden’ als een hindernis beschouwt voor de ontwikkeling van de communistische partijen. Dimitroff stelt een document op over de ontbinding van de Komintern. Op 13 mei begint de discussie erover in het presidium van het Executief Comité van de Komintern. De Duitse communist Wilhelm Pieck staat zo goed als alleen met zijn opvatting dat de Komintern best niet ontbonden wordt. De communistische partijen zouden volgens hem niet in staat zijn om een eigen lijn uit te stippelen en in de praktijk om te zetten na de nederlaag van nazi-Duitsland en de daarop te verwachten ‘interne strubbelingen’ binnen de bevrijde Europese landen.

Communistische revoluties

Het document wordt dus aangenomen en op 22 mei als een op 15 mei geantidateerde brief aan de communistische partijen gepubliceerd in het tijdschrift van de Komintern. Daarmee zendt Stalin een signaal uit naar de Westerse bondgenoten dat ze niet hoeven te vrezen voor communistische revoluties na de oorlog. Volgens historici bestond zijn doel er in om internationaal niet geïsoleerd te geraken en verder op de westerse bondgenoten te kunnen rekenen. Stalin weet ook dat het zo voor communistische partijen gemakkelijker zal zijn om na de oorlog met andere, bijvoorbeeld sociaaldemocratische, samen te werken. Een voorbeeld daarvan is de fusie die de Ost-SPD, de sociaaldemocratische partij in de Sowjetische Besatzungszone (de latere DDR) op 21/22 april 1946 is aangegaan met de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD). In de praktijk kwam die versmelting tot Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED) er op neer dat de sociaaldemocraten in een minderheidspositie geraakten. De communistische ombouw van de Oostzone werd erdoor vergemakkelijkt. Ook dat was een gevolg van het sluwe schaakspel van Stalin.

 

(1) Tom Zwitser, Permafrost, Een filosofisch essay over de Westerse geopolitiek van 1914 tot heden, Groningen 2017, 509 p.

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties