Sven Mary, de orde van de Vlaamse Leeuw?
Gewiekste advocaat demonstreert Belgische absurditeit
Sven Mary verdient een medaille!
foto © Reporters
Via een groteske eis tot vrijspraak van Abdeslam, legt Mary genadeloos de rotheid van onze ‘rechtsstaat’ bloot, én de onwerkbaarheid van het Belgische construct.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementGrote verontwaardiging alom: Sven Mary, advocaat van terreurverdachte Salah Abdeslam, roept een procedurefout in om de vrijspraak van zijn cliënt te bekomen. Dat zat eraan te komen. Heel zijn bureau heeft dag en nacht, met de karwats erop, zitten zweten om zo’n vormfout te vinden, en eureka: er zou een document in de verkeerde taal zijn opgesteld. Concreet: de deken van de onderzoeksrechters gespecialiseerd in terreurzaken, een zekere Patrick Decoster, is Nederlandstalig maar heeft een in het Frans opgestelde opdracht gegeven aan een onderzoeksrechter die nu eenmaal Franstalig was. Mag niet, zegt Mary. En effectief: de taalwetgeving verbiedt dat een Nederlandstalige magistraat een document in een andere taal opstelt, ook al is het maar een interne vordering.
Maar hoe is zo’n fout mogelijk? Simpel: in de praktijk bezigen magistraten en juristen (ook de perfect tweetalige Mary zelf) het Frans en het Nederlands door elkaar, omdat België nu eenmaal een taalkundig labyrint is én blijft, en natuurlijk ook omdat het Nederlands van Franstaligen eenvoudigweg bekakt is. Dus heeft die brave Mr. Decoster de francofone onderzoeksrechter maar snel een in het Frans opgestelde opdracht gegeven. Of wie weet uit een soort slecht begrepen hoffelijkheid. Of uit urgentie, het mag vooruitgaan, en we gaan hier niet flauw doen over communautaire akkefietjes. Quod non: de taalwetgeving is strikt, en zeker magistraten moeten haar toepassen.
Kromme rechtstaat
Tot daar de theorie. Die taalwetgeving op zich is het product van jaren aanslepende onderhandelingen tussen partijen, die in de Belgische context marchanderen over punten en komma’s. De Vlaamse ontvoogdingsstrijd heeft zich al lang verlegd van de straat naar de kasteelconclaven, met als voorlopig hoogtepunt – of dieptepunt — de zogenaamde zesde staatshervorming ofwel het zogenaamde Vlinderakkoord. Hoeveel burgers van dit land weten wat dit akkoord behelst? Vermoedelijk geen vijf procent. Het is een dor, onleesbaar werkstuk waar alleen juristen, gespecialiseerde politici en, jawel, lepe pleiters als Sven Mary hun weg in vinden. Ook nu een Vlaams-nationalistische partij de lakens uitdeelt in de Wetstraat, ondergaat ze de wetmatigheid van de trage Belgische pletwals en de institutionele chaos die, met elke poging om haar te vereenvoudigen, nog ingewikkelder wordt. Die staatshervorming (ook met juridisch luik) is dus, met alle respect, een gedrocht, nog meer dan de vorige. Ze is het symptoom van een kromme rechtstaat die alleen nog met kleine lettertjes overeind wordt gehouden.
In zo’n systeem voelt iemand als Sven Mary, de onderwereldadvocaat die met de glimlach het grootste uitschot verdedigt, zich als een vis in het water. Elk gaatje buit hij uit, en telkens steigert de publieke opinie. Terwijl, laten we eerlijk zijn: mensen in opstand zouden moeten komen tegen het systeem, de praatbarak en de regels die de politiek ons door de strot ramt. Een systeem waarin een terrorist vrijuit gaat omdat iemand ergens een brief in een andere landstaal opstelt, is ten gronde rot. En het zijn, voor alle duidelijkheid, de politici die de wetten maken. Misschien moet er maar eens een zwarte mars komen in plaats van een witte. Het procedurerecht is ten gronde immoreel, en de Belgische monarchie is een onwerkbaar monster, waarin mateloos veel politieke energie verspild wordt aan institutioneel gekissebis.
Sven Mary kan men als een mestkever beschouwen, en enig gevoel voor dialectiek helpt: het zijn de grootste smeerlappen die de fijnste neus hebben voor de zwaktes van het systeem, en we moeten hen daarvoor dankbaar zijn. Ik ken geen enkel land in Europa dat op meertaligheid functioneert, behalve het sterk gefederaliseerde Zwitserland waar elk kanton een quasi-staat op zich is, en waar referendumdemocratie is ingeburgerd. Trek er de lessen uit. Niet alleen de instellingen op zich moeten vereenvoudigd worden, niet de staat hervormd, schaf hem gewoon af en ga voor een Vlaamse republiek waarin een waarachtige burgerdemocratie op één voertaal drijft. Het klinkt simpel en dat is het misschien ook wel. Er moet een universum mogelijk zijn waarin de Mary’s zich enkel nog toeleggen op schaakproblemen en studie van de middeleeuwse scholastiek. Meester Mary is dus bezig zichzelf uit de wereld te helpen, als we maar de juiste conclusies trekken. Van dialectiek gesproken.
Categorieën |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Slecht waterbeleid en bureaucratische traagheid, zeer zeker. Maar misschien is het ook tijd voor klimaatrealisme en oplossingsgericht denken.
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.