Telenet onderging deze week een zware kater toen het vernam dat het de biedingsstrijd met het Franse Orange verloren had. Het aast immers sinds lang op de Waalse kabelmaatschappij, waarbij eerdere pogingen in 2006 en 2019 mislukten. Telenet dekt immers sinds de overname van Base in 2015 een volledig mobiel netwerk in België, maar voor het aanbod aan vaste diensten (digitale televisie en breedbandinternet) moest het voor Wallonië en Brussel aankloppen bij anderen zoals VOO en Brutélé. Waalse VOO ontglipt…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Telenet onderging deze week een zware kater toen het vernam dat het de biedingsstrijd met het Franse Orange verloren had. Het aast immers sinds lang op de Waalse kabelmaatschappij, waarbij eerdere pogingen in 2006 en 2019 mislukten. Telenet dekt immers sinds de overname van Base in 2015 een volledig mobiel netwerk in België, maar voor het aanbod aan vaste diensten (digitale televisie en breedbandinternet) moest het voor Wallonië en Brussel aankloppen bij anderen zoals VOO en Brutélé.
Waalse VOO ontglipt Telenet
Als Telenet dit kon overnemen was het net zoals Proximus een volwaardige nationele partij, zowel mobiel als qua kabelnetwerk, waartegen het dan beter kan opboksen. Het bedrijf zal nu echter naar andere groeimogelijkheden moeten zoeken. Misschien wilde de Waalse gewestregering Proximus ontzien: als meerderheidsaandeelhouder ontvangt de staat jaarlijks veel dividenden van dit overheidsbedrijf.
Het Franse Orange (het vroegere France Telecom) doet een goede zaak. Het kon al mobiele telefonie in België aanbieden (als opvolger van Mobistar), maar beschikte niet over een kabelnetwerk. In Vlaanderen moest het dit huren van Telenet, in Wallonië/Brussel van VOO. Dit gebeurde aan voorwaarden vastgelegd door de telecomregulator BIPT. Die huurkosten verdwijnen nu dus in Franstalig België, en commercieel kan het nu sterker optreden tegenover Proximus.
‘Déjà vu’-gevoel
Men beweert dat de procedure volledig objectief is verlopen, maar het is niet de eerste keer dat het Waalse Gewest voor Frankrijk kiest ten nadele van Vlaamse of Nederlandse partijen. Ook op federaal vlak hebben we dit reeds gezien: Electrabel ging aan voordelige voorwaarden in 2005 voor 100 % naar de groep Suez. Deze zit nu opgezadeld met de nucleaire erfenis in België, en het valt nog af te wachten of de Fransen hier genoeg provisies zullen voor aangelegd hebben.
Albert Frère had hiertoe bijgedragen, en hielp in 1999 ook Petrofina te verkopen aan Total. Dit ondanks het feit dat Frère de hoge onderscheiding van ‘Commandeur in de Orde van Leopold’ had gekregen van toenmalig minister van buitenlandse zaken Willy Claes met de motivatie dat: ‘Als België een twaalftal mensen met de allure van Albert Frère zou tellen, dan zou de verankering van al onze strategische sectoren verzekerd zijn.’ Kan het nog cynischer? De Fransen kregen toen strategische sectoren van België in de schoot geworpen.
Vlaams verhaal
Telenet is een mooi Vlaams verhaal. Het ontstond in 1994 in de schoot van de GIMV toen de Vlaamse regering onder minister-president Luc Van den Brande besloot om naast Proximus (toen Belgacom) een tweede telecommunicatienetwerk uit te bouwen. Maar in 2001 verwierf het Amerikaanse Callahan Associates 54 % van de aandelen, die later vanaf 2004 overgenomen werden door Liberty Global (58 % aandeelhouder). Telenet is dus niet meer Vlaams. De Amerikanen lieten Telenet wel eens serieus schulden aangaan om hun dividenden te kunnen betalen.
Het is wel zo dat in de Waalse privésector men Vlaamse investeringen graag ziet. Marc Coucke is bijvoorbeeld een belangrijke aandeelhouder van de dierentuin Pairi Daiza en het farmabedrijf Mithra, naast investeringen in de toeristische sector rond Durbuy.
Schandaalsfeer
VOO was al in 2019 verkocht geweest door de intercommunale Nethys aan het Amerikaanse investeringsfonds Providence voor de prijs van 1,2 miljard euro, ondanks de sterke interesse van Telenet en Orange. Nu werd de zaak geschat aan 1,4 miljard euro en brengt ze 1,8 miljard euro op! Of 50 % meer dan de initiële verkoop. Ook de Mithra-topman Fornieri kwam er slecht uit toen bleek dat zijn consortium het vroegere Electrawinds van Oostende voor slechts één euro had overgenomen!
Nethys was niet aan zijn proefstuk toe. In 2016 maakte de zakenkrant l’Echo bekend dat Nethys 90 % van zijn winsten had uitgekeerd aan de bestuurders via erg hoge zitpenningen, en dit vooral aan mensen uit de socialistische Parti Socialiste (PS). Maar desondanks mocht de directeur van Nethys, Stéphance Moreau (PS), aanblijven. In 2019 rolde zijn kop dan toch uiteindelijk toen bleek dat met de verkoop van VOO en andere participaties, zonder overleg met de politieke aandeelhouder, geruchten over persoonlijke verrijking de ronde deden.
Blijkbaar denken veel Waalse socialisten eerst aan hun geldbeugel, en pas in de tweede plaats aan die van hun kiezers. Je moet maar socialist zijn. We hebben daar ook ervaring mee.
Orange
Orange wint dus, maar met de Fransen moet je steeds oppassen. Ze komen steeds charmant en vriendelijk over, maar zijn erg sluw. Buiten de prijs van 1,8 miljard euro die beide operatoren bereid waren te betalen, spelen andere factoren nog een rol: de tewerkstelling, het behoud van de hoofdzetel in Luik, welke investeringen worden beloofd …
Orange kwam het afgelopen jaar in België ook minder fraai voor het daglicht. Het lanceerde in december 2020 een overnamebod op Orange Belgium waarvan het 53 % had. De rest was gequoteerd op de beurs. Maar de Fransen konden amper 24 % van de beleggers/aandeelhouders verleiden zodat men op 77 % bleef zitten. Orange bood nochtans 22 euro per aandeel aan toen het op de beurs rond 16 euro stond. Op het eerste zicht lijkt dit interessant, maar het bod lag echter onder de ‘gecorrigeerde’ prijs van 23,46 euro bij de beursintroductie in 1998. Men voelde zich bekocht!
De Walen zouden hier best rekening mee houden wanneer ze exclusieve onderhandelingen met de Fransen beginnen. Een zaak moet je Frankrijk wel nageven: door hun chauvenistische ingesteldheid beschermen ze wel veel beter hun bedrijven tegen buitenlandse inmenging. Daar is lokale verankering nog echt van belang.
5G-licentie
De techniek staat niet stil, en in de mobilofonie breekt het tijdperk van 5G aan waarbij het internetverkeer via de smartphone nog sneller kan gaan. Maar tot frustratie van de bedrijfswereld sleepte dit dossier weer nodeloos lang aan omwille van de klassieke communautaire spreidstand: er was een serieuze twist tussen de gewesten en de federale regering over de verdeling van de opbrengst van de 5G-veiling die geschat werd op 800 miljoen euro. Deze licentie wordt immers verkocht aan de best biedende operatoren. Het Franstalige Ecolo was tegen 5G wegens de hogere stralingsnormen.
Maar nu is er eindelijk een akkoord dat bevestigt dat men ‘niet’ akkoord kan gaan. De veilingopbrengst wordt immers op een geblokkeerde rekening gestort, zodat de verdelingskwestie uitgesteld wordt. Ook Ecolo werd overtuigd om de stralingsnormen in Brussel te versoepelen. Zo komt er toch schot in de zaak.
Vierde mobiele operator
Ook het dossier rond de komst van een vierde speler is nu geblokkeerd daar het gekoppeld was aan de 5G-licentie. De Croo drong daar in de vorige regering reeds sterk op aan omdat de prijzen voor internet en mobiele telefonie in België hoger liggen dan in de rest van de wereld. De Belgische telecombedrijven maken dan ook mooie winsten: Telenet heeft een operationele cash flow van rond 50 % van de omzet, terwijl die bij Proximus rond de 30 % ligt! Deze zijn natuurlijk tegen de komst van een vierde speler. Verwonderlijk is ook dat de Kamerlid M. Freilich (N-VA) in een column voor De Tijd daar sterk voorbehoud op maakte, tenzij deze nieuwe speler zich zou beperken tot de zakelijke markt (en dus niet die van de gewone consument). Slechts één operator (Proximus) heeft immers 60 % van die markt in handen wat te veel is.
De markt zou hem gelijk kunnen geven, omdat op het ogenblik slechts twee consortia zich hebben aangediend om in de eerste plaats een 5G-netwerk voor bedrijven uit te bouwen. De interesse voor de consumentenmarkt vanwege een vierde speler zou waarschijnlijk groter geweest zijn als VOO door een buitenlands investeringsfonds was gekocht: om een globaal pakket te kunnen aanbieden had deze immers naast de Waalse kabel de vierde mobiele licentie kunnen kopen.
Conclusie
Het Belgisch telecomverhaal vertoont verschillende typisch Belgische aspecten. Als het er op aan kant is de Belgische verankering slechts een loze belofte die geen waarde heeft. Op alle domeinen verschillen de regio’s van mening. En de schandaalsfeer is in het zuiden nooit ver weg.