JavaScript is required for this website to work.
Forum

Forum

‘The best city in the world’ doet het niet best

Er is een probleem met New York: de stad verloedert zienderogen, en dat blijft maar doorgaan.

Michael Podevyn is een Belgische jurist die werkt in New York City.

5/12/2023Leestijd 4 minuten
New York City (links) en Michael Podevyn (rechts)

New York City (links) en Michael Podevyn (rechts)

Er is een probleem met New York: de stad verloedert zienderogen, en dat blijft maar doorgaan.

New Yorkers zijn kosmopolieten en spenderen jaarlijks miljoenen in toeristendollars in binnen- en buitenland. Maar wanneer je hen vraagt naar hun favoriete plaats, moeten ze niet ver zoeken: New York City of NYC, ‘the best city in the world.’

Voor het privilege in een Manhattan-appartement van om en bij de 30 vierkante meter te wonen, kruipen veel New Yorkers bijna letterlijk op elkaar. Locals kunnen als geen ander tekeer gaan over hun plaatselijke deli, met culinaire klassiekers zoals cream cheese-bagels en pastrami on rye, of koffieshops waar je elke variatie kan krijgen behalve gewone koffie. En dan zwijg ik nog over de lokale pizzagekte, waarbij elke onooglijke joint de beste ‘slice’ of ‘pie’ ter wereld serveert — een lachwekkende claim voor wie ooit een voet eender waar in Italië heeft gezet.

Chauvinisme

Los van het feit dat NYC niet de beste stad ter wereld is — dat is Rome — ging ik als nieuwe New Yorker — sinds 2016 — lange tijd mee in hun chauvinisme. New York City is ontegensprekelijk een unieke plaats, en, ondanks de essentiële rol die ze speelde in de Amerikaanse geschiedenis en de uitbouw van het Amerikaanse kapitalisme, niet bepaald heel ‘Amerikaans’. Het is de internationale stad bij uitstek, met de bewandelbaarheid van een Europese stad, maar met een gehaastheid en levendigheid en een, laat ons zeggen, gezellige zotternij, die je in weinig andere steden aantreft.

NYC is ook, tot op bepaalde hoogte, een zeldzaam succesvol voorbeeld van multicultuur. Hier krijg je op een al bij al beperkte oppervlakte, een voorproefje, letterlijk en figuurlijk, van zowat elk denkbaar land and cultuur — ooit al eens Oezbeeks gegeten? — en, in tegenstelling tot een stad als Brussel, lopen al die culturen vrij vloeiend door elkaar. Als New Yorker waan je je in het centrum van de wereld. Als iemand zijn neus snuit in Manhattan is dat wereldnieuws, en ‘Eastern Time’ is uiteraard de enige echte standaardtijd.

Het gevoel van deze wereldstad deel uit te maken is een zekere trots en het ultieme bindmiddel dat de vele tegenstellingen overtreft. New Yorkers nemen dan ook altijd in de eerste plaats het belang van hun stad ter harte en doen er alles aan om dit Amerikaanse kroonjuweel in ere te houden. ‘New Yorkers take no bullshit’, klinkt het weleens.

Kraakpanden, drugs en ratten

Just kidding, althans wat dat laatste betreft. Ondanks hun ‘no bullshit’-reputatie lijken New Yorkers almaar meer bullshit te slikken. Wanneer ik mij bij mijn dagelijkse ochtendwandeling vanuit Penn Station tot aan mijn kantoor op Park Avenue in Midtown begeef, word ik verwelkomd door de doordringende walm van marihuana, begroet door het getier en gescheld van dolgedraaide drugsverslaafden en vergezeld door een rat of twee. Intussen baan ik mij een weg door de eindeloze stoepstellingen, loop voorbij de ene na de andere leegstaande of dichtgetimmerde zaak.

Het Roosevelt hotel is verworden tot een soort kraakpand voor asielzoekers die bijna dagelijks per bus vanop de grens met Mexico in het midden van Manhattan worden afgezet

Voor een glimp van de grandeur van NYC is het eerder naar omhoog kijken — de imposante nieuwe wolkenkrabber One Vanderbilt of de glinsterende art-decotop van het Chrysler Building. Daarna opnieuw vooruit of misschien nog beter: omlaag. Dichter bij mijn kantoor passeer ik langs het historische Roosevelt Hotel, een van die prachtige old school NYC-gebouwen waarin ik nog niet zo lang geleden wel eens een dirty martini durfde nuttigen. Nu herinnert enkel de façade daar nog aan. Het hotel zelf is verworden tot een soort kraakpand voor asielzoekers die bijna dagelijks per bus vanop de grens met Mexico in het midden van Manhattan worden afgezet. Eenmaal aangekomen in mijn kantoorgebouw is het altijd wat onwennig staren naar een grotendeels leegstaande verdieping, op die ene suite van mijn werkgever na, dan.

Gebroken

Mijn route langs trieste en surreële aanblikken is helaas meer dan een momentopname. Van verloedering tot illegale immigratie, van toenemende criminaliteit en marginaliteit tot de nakende crisis in commercieel vastgoed — er brak recent iets in NYC. Dit is niet langer de trotse, tot de verbeelding sprekende stad die mij niet lang geleden zo begeesterde. Where did it all go wrong?

De huidige generatie New Yorkers lijdt massaal aan een lokale variant van het Stockholm-syndroom. Velen ontkennen de toenemende problemen of beschouwen die als de normale gang van zaken, een soort van lokale folklore. Als ze de problematiek al erkennen, dan eerder als tijdelijk ongemak. ‘NYC will bounce back’, ‘NYC can’t be destroyed’, klinkt het vaak, zonder enig besef van hun eigen inbreng in die vernieling.

Als New Yorkers al gaan stemmen — in de laatste drie verkiezingen voor burgemeester in NYC stemde telkens amper een vijfde van de kiesgerechtigden — stemmen ze steevast op Democratische en progressieve politici die aan basistaken als ordehandhaving verzaken. Onder burgemeesters Bill DeBlasio en Eric Adams en onder druk van de ‘defund the police’-beweging is de NYPD, ooit een van de meest toonaangevende politiekorpsen, gedecimeerd en gedemoraliseerd, en besloot een groot aantal agenten, meer dan 2.500 dit jaar alleen al, er de brui aan te geven.

‘Kleine’ criminaliteit

Op het niveau van de staat New York (waarvoor de kiezers uit de stad New York, vanwege de omvang van hun kiesdistrict, grotendeels de verkozen politici bepalen), voerden gouverneurs Andrew Cuomo en Kathy Hochul het zogenaamde cashless bail-systeem in, waarbij gearresteerden niet langer een contante som moeten ophoesten voor vrijlating op borg. In de praktijk kunnen een groot aantal verdachten, inclusief geweldplegers en recidivisten, hierdoor niet aangehouden blijven en komen ze kort na arrestatie weer vrij.

‘Kleine’ criminaliteit wordt hoe dan ook zelden nog aangepakt. Zo is diefstal onder een bepaald bedrag de facto gelegaliseerd, waardoor je in sommige buurtwinkels nu tandpasta achter glas aantreft.

We’ve been here before. De huidige ongure situatie doet stilaan terugdenken aan het NYC uit de beruchte jaren ’70 en ’80 — denk aan het straatbeeld in de cult klassieker The Warriors (1979), maar dan zonder de cartooneske figuren. Uiteindelijk kregen voldoende New Yorkers er genoeg van en verkozen de harde hand van eerst Rudy Giuliani en nadien Mike Bloomberg die de stad opnieuw leefbaar maakten en NYC transformeerden tot een van de veiligste grootsteden.

Bedreigde diersoort

Krijgen we een herhaling van dat scenario? Ik ben niet te optimistisch. Demografisch gezien is NYC in de afgelopen 30 jaar getransformeerd, en de politieke polarisatie is in de tussentijd ook alleen maar toegenomen. Hoewel New Yorkers naar mijn ervaring niet zo ideologisch extreem zijn — in vergelijking met het schuimbekkende San Francisco, bijvoorbeeld — en er best ruimte is voor een gezond conservatief beleid, blijft Republikeins stemmen voor velen het grootste taboe, zeker wanneer die Republikein ook maar enigszins geassocieerd is met de Oranje Man, Donald T.

Republikeinen van hun kant, een bedreigde diersoort in NYC, leggen zich neer bij deze situatie en doen nog weinig moeite om geloofwaardige kandidaten naar voren te brengen.

Een ander verschil met decennia terug is dat meer en meer New Yorkers met de voeten stemmen, zoals dat heet. In 2022 opteerden meer dan 500.000 inwoners voor nieuwe oorden, in de eerste plaats Florida, en ditmaal niet om de winterse winden te ontvluchten, maar definitief — een ongeziene exodus. Kapitaalkrachtige Republikeinen en conservatieven vertrekken, en nemen niet enkel hun stem, maar ook hun geld met zich mee. Hierdoor dreigt NYC elk jaar miljarden mis te lopen, in tax dollars, maar ook in private investeringen in infrastructuur en commercieel vastgoed die de stad broodnodig heeft. Het belooft allemaal weinig goeds voor de nabije toekomst.

Michael Podevyn is een Belgische jurist die werkt in New York City.

Commentaren en reacties