Tot voor kort Hare Majesteits eeuwige derde: the Liberal-Democratic Partij
Groot-Brittannië
In zijn overzicht van de Britse politieke partijen, laat Harry De Paepe vandaag de ‘eeuwige-derde-die-het-misschien-niet-blijft’ de revue passeren.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe Gentse professor–emeritus Raoul van Caenegem vergeleek het Britse politieke systeem met een stabiel, gotisch kasteel. Maar het traditionele tweepartijenstelsel kraakt en ligt sinds de verkiezingen van 2010 in de touwen. Dit is vooral de verdienste van de klassieke derde hond, de Liberal Democrats en zijn golden boy Nick Clegg, die overigens vloeiend Nederlands spreekt. Zij gaven als eersten aan de kiezer een derde interessante keuze. Alleen dreigen ze in 2015 als vierde te eindigen.
‘Whigs’ = veedrijvers
De LibDems behaalden op 6 mei 2013, bij de vorige nationale verkiezingen, 23 % van de stemmen, zowat een procent meer dan in 2005. Het Britse districtensysteem deed de partij echter stranden op 57 zetels (5 minder dan in 2005). Toch kon Nick Clegg vijf dagen lang – naar Britse normen is dit wel heel erg lang – onderhandelen om met de Conservatieve Partij een regering te vormen. Nick Clegg werd door Hare Britse Majesteit benoemd tot ‘Deputy Prime Minister of the United Kingdom’. Het was sinds 1922 geleden dat een liberaal nog zo’n prominente post bekleedde in een regering (de laatste was premier Lloyd George). Hoewel de liberalen (de ‘Whigs’, van het scheldwoord ‘whiggamor’ of veedrijver), samen met de Tories (eveneens een scheldwoord, van het Ierse ‘tóraidh’ of plunderaar), het politieke landschap beheersten vanaf de 17de eeuw, zakten de klassieke uitdagers van de conservatieven vanaf de jaren 1920 weg in het electorale moeras en verloren ze hun positie als tweede partij aan Labour. In 1951 slaagden de liberalen erin om slechts 2,6 % van de kiezers te bekoren. Tot en met de jaren ’80 werd het aanmodderen.
Links, rechts, links-liberaal
Het Thatcher-beleid veroorzaakte een diepe tweespalt tussen ‘linksen’ en ‘rechtsen’. De uitermate linkse koers van Labour zorgde voor onvrede binnen de eigen rangen. In 1980 kwamen enkele vooraanstaande rechtse socialisten tot het besluit dat het welletjes was geweest en richtten een jaar later de ‘Social Democratic Party’ op. Deze sloot een stembusakkoord met de Liberal Party. Dit kartel van links-liberalen scoorde telkens sterk in de peilingen, maar slaagde er niet in dit te verzilveren aan de stembus. Daarom besloten de kartelpartners om in 1988 samen te smelten tot één partij: the Liberal-Democratic Party. Onder leiding van de liberaal Paddy Ashdown bleef de partij echter ter plaatse trappelen. Halfweg jaren ’90 probeerde Tony Blair de LibDems op te vrijen tot samenwerking maar Ashdown wees dit resoluut af. Bij de grote Labour doorbraak van 1997 konden de LibDems een winst van 26 lagerhuisleden (in totaal 46) boeken en Ashdown klopte zich op de borst dat het sinds Lloyd George was geleden dat er zoveel liberalen in het parlement zetelden. Sindsdien, onder leiding van onder meer de Schot Charles Kennedy, steeg het aantal LibDems in het Lagerhuis. De eerste kink in de kabel kwam er, geheel onverwacht, in 2010.
I agree with Nick
In de campagne naar mei 2010 leken de LibDems, met hun jonge, onbekende partijleider Nick Clegg, tot april geen schijn kans van te maken op een overwinning. Maar een nieuwigheid in de Britse politiek deed het tij schijnbaar keren. Op aanhoudende vraag van de oppositieleider David Cameron kwamen er drie televisiedebatten op de drie grote Britse kanalen (ITV, SKY en BBC). Cameron voelde zich zegezeker aangezien hij in het Lagerhuis de stugge premier Gordon Brown al regelmatig verbaal in het hoekje had gedrumd. Maar nu kreeg Nick Clegg een even groot platform als de andere twee en hij bleek een charmante spreker te zijn. Op de avond van het eerste debat op 15 april 2010 sprak Gordon Brown in zijn onhandigheid een dooddoener uit: ‘I agree with Nick’. Volgens peilers konden 60% van de tv-kijkers zich eveneens vinden in de stellingen van Nick Clegg. De dagelijkse kiesintentiepeilingen toonden dan wel aan dat de Tories op een overwinning afstevenden maar minder groot dan voor de debatten en met de quasi-zekerheid dat de LibDems de tweede partij van het land zouden worden.
Tot verkiezingsdonderdag zelf. De links-liberale partij boekten nauwelijks winst en verloren zelfs 5 zetels. Maar Cameron kwam 20 zetels te kort om een meerderheid te vormen in het Lagerhuis. Clegg en Cameron waren gedoemd tot elkaar. Voor het eerst sinds lang kende het V.K. een ‘Coalition Government’.
‘… and for that I am sorry’
De Coalition is geen gouden huwelijk. De LibDems wordt verweten veel te volgzaam te zijn ten overstaan van Cameron. Telkens weer lijken de LibDems te buigen voor de conservatieve agenda. In de rangen van de Conservative Party wordt Cameron dan weer een ‘I agree with Nick’-houding verweten (zoals bijvoorbeeld zijn positief standpunt over het homohuwelijk). Kiezers lijken teleurgesteld dat verschillende LibDem beloften overboord worden gegooid in functie van de Tory-agenda. Het bracht Nick Clegg zelfs tot openlijke verontschuldigingen aan het electoraat in een opmerkelijk televisiespotje. Maar het wantrouwen blijft. In de lokale verkiezingen van mei 2013 zakten de LibDems weg tot de rang van vierde partij van het land. Meer en meer lijkt het een ‘over and out’ te worden in de verkiezingen van 2015 nu de kiezer haar weg vindt naar Ukip als protest tegen de traditionele partijen.
Nick, jongen toch…
De paniek zit er nu goed in bij de regeringspartijen. Terwijl de Tories intern bikkelen over Europa en het homohuwelijk, probeert Clegg zijn partij meer en meer te profileren door zich af te zetten van zijn coalitiepartner. De laatste maanden zijn de twee regeringspartijen het zowat oneens over alles: Europa, de sociale zekerheid, besparingsprogramma’s,…
Dus verschenen Nick en Dave eind mei voor de camera om de bevolking ervan te verzekeren dat ondanks alle strubbelingen, de Coalition nog steeds levensvatbaar is en doorgaat tot 2015.
Maar ondertussen zit het er alweer bovenarms op tussen de regeringspartijen nu Nick Clegg geheel onverwacht de regeringsplannen over besparingen in de kinderopvang in de media van tafel veegt. Sommige media noemen de deputy-prime minister de ‘biggest headache’ van de Tories, die meer en meer hun kansen tot herverkiezing tot de macht zien wegzinken. Het ziet er niet naar uit dat Clegg en de zijnen daarvan zouden profiteren.
Harry De Paepe bekeek eerder al:
Conservatives: ‘De kopzorgen van David Cameron’
Labour: ‘Ed in de Himalaya’
Karl Drabbe had het over:
Ukip: ‘de ruk naar rechts’
We belichtten ook kort BBC-peilingen en hoe de VRT die leest:
Even snel: ‘Ukip tweede of derde?’
<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>
Harry De Paepe bezit een grote passie voor geschiedenis en Engeland. Hij is de auteur van verschillende boeken.
In Engeland en Wales wordt er een recordaantal ‘niet misdadige incidenten’ gemeld. De politie verschijnt nu aan de deur voor de meest onnozele zaken.
Yukio Mishima wijdde zijn schrijversleven aan het in ere houden van Japanse tradities tegen de amerikanisering van het land in. Hij vond zichzelf daarin mislukt en trok daaruit de uiterste conclusie.