JavaScript is required for this website to work.
post

Uitdagingen voor de Nederlandse kiezer

19 maart gemeenteraadsverkiezingen in Nederland

Henk Jurgens14/3/2014Leestijd 4 minuten

Het zal woensdag 19 maart wel weer regenen en de lente zal het ook wel op de loop zijn. Geen lekker weertje om te gaan stemmen. Eigenlijk zouden de gemeenteraadsverkiezingen al op 5 maart plaatsvinden, maar ja, toen was het Aswoensdag en met een kruisje op je voorhoofd kun je met goed fatsoen niet het stemhokje in.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Of er nú veel mensen komen is ook maar de vraag. In Nederland is geen opkomstplicht en het aantal mensen dat de moeite neemt om voor de gemeenteraad te stemmen loopt gestaag terug. In 2006 kwam er nog 58,56% opdagen. Vier jaar later was de opkomst gezakt tot 54,13%. Nu zou het wel eens minder dan 50% kunnen zijn. Het maakt toch geen verschil, vinden veel mensen volgens een Nipo-onderzoek. De politiek luistert niet en zelf vinden ze dat ze onvoldoende van de lokale politiek weten.

Toch is de belangstelling om gemeenteraadslid te worden toegenomen. Uit onderzoek van NU.nl blijkt dat de partijen gemiddeld 20,6 kandidaten op hun lijst hebben staan waaronder 10,4 nieuwe namen. Vier jaar geleden stonden er nog 17,5 mensen op hun lijst. Naast iedere stoel staan 8,4 kandidaten te popelen om op het pluche plaats te nemen. Velen van hen zullen bezorgd zijn over de toenemende taken en verantwoordelijkheden van de gemeenteraad. Want er komt nogal wat hen af.

Zorg

De regering is bezig met het overhevelen van een aantal belangrijke taken en bevoegdheden van de landelijke en provinciale overheden naar de gemeenten. De verzorgingsstaat wordt afgebroken en de participatiesamenleving komt er voor in de plaats. Het idee is dat iedereen die dat kan verantwoordelijk is voor zijn of haar eigen leven en sociale omgeving en dat de overheid hiervoor uitsluitend de noodzakelijke faciliteiten hoeft te leveren. Zo worden gemeenten vanaf 2015 verantwoordelijk voor veel taken in de zorg omdat er van uit gegaan wordt dat lokale overheden de behoeften van hun burgers beter kennen dan de landelijke overheid. Dat daarbij enthousiast bezuinigd kan worden is meegenomen. Met deze decentralisatie zal, zoals geraamd, in totaal 1,5 miljard euro bespaard kunnen worden. Alles is echter nog lang niet geregeld.
De wet die de vernieuwde Jeugdzorg moet regelen is afgelopen februari door de Eerste Kamer aangenomen en zal in de loop van 2015 worden ingevoerd. Uitgangspunt van de wet is dat de zorg door de lokale overheid dichtbij het kind zelf georganiseerd moet worden. Landelijk is er nu voor de Jeugdzorg 3,5 miljard euro beschikbaar. In de komende drie jaar gaat hierop ruim 850 miljoen bezuinigd worden.

De Participatiewet gaat regelen dat jonggehandicapten die kúnnen werken door de gemeenten aan werk geholpen worden (participeren). Ze is in februari door de Tweede Kamer aangenomen. Men gaat er van uit dat deze wet per 1 januari 2015 in werking kan treden. De jonggehandicapten krijgen, als ze niet werken, nu nog een uitkering.

De zorg voor volwassenen was geregeld in de AWBZ, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, die landelijk de financiering van langdurige zorg voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten regelde. De kosten voor verpleging, verzorging en behandeling vielen er onder. Hiervoor in de plaats is de WMO, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, gekomen. De gemeente bepaalt inmiddels welke zorg iemand nodig heeft. Tijdens een zogenaamd keukentafelgesprek wordt de behoefte aan zorg vastgesteld. Vervolgens koopt de gemeente de benodigde zorg in bij een zorginstelling. Over ‘de voortgang in de voorbereidingen in de transitie van AWBZ-taken naar gemeenten,’ is de regering zeer tevreden zoals uit het rapport ‘Transitievolgsysteem Wmo’ blijkt dat vorige week aan de Tweede Kamer is aangeboden.

Door deze ingrijpende veranderingen is er bij de gemeenten grote onrust ontstaan. Driekwart gaat er van uit dat ze moeten bezuinigen. De VNG, de Vereniging Nederlandse Gemeenten, heeft dan ook al voorgesteld de gemeentelijke belastingen te verhogen.
Het gaat echter niet alleen om financiële middelen ook het gemeentelijk ambtenarencorps zal zwaarder belast gaan worden. Kleinere gemeenten kunnen de op hun toekomende taken gewoonweg niet meer aan. Ze zullen of moeten fuseren of vergaande samenwerkingsverbanden aangaan. De betekenis van de gemeenteraad is door de overheveling van taken en bevoegdheden uiteraard toegenomen.

Emoties

Of dit veel invloed zal hebben op het stemgedrag is echter de vraag. Stemgedrag wordt vaak bepaald door emoties.
Uit onderzoek van het tijdschrift Binnenlands Bestuur blijkt dat lokale partijen de grote winnaars van de verkiezingen zullen zijn. In 2006 stemde nog 22,1% op een lokale partij, vier jaar later was dit toegenomen tot 23,66% en nu zou dat wel eens ruim 30% kunnen zijn.
Dat de VVD gaat verliezen ligt voor de hand. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2012 haalde de rechts-liberale partij nog 26,58%, maar dat is een historische uitslag die nauwelijks nog geëvenaard zal kunnen worden. Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen haalde ze 16,01% (in 2006) en 15,58% (in 2010).
De sociaaldemocratische PvdA stortte in 2010 al in elkaar. In 2006 behaalde ze 28,03% en in 2010 15,74%. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 kreeg ze weer 24,84%.
Ook het christendemocratische CDA volgde de trend van de PvdA. Beide partijen zijn hun traditionele achterban, respectievelijk arbeiders en allochtonen bij de PvdA en Christenen bij het CDA, aan het kwijtspelen.
Het CDA scoorde bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 nog 28,41%, maar in 2010 was dit al gedaald tot 14,8% en bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 tot 8,51%.
De winnaars zullen, naast de lokale partijen, ongetwijfeld de sociaal-liberale D66 en de uiterst linkse SP zijn.
Behaalde ’66 in 2006 nog 1,45%, vier jaar later was dit toegenomen tot 8,18%. Dit stabiliseerde zich bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 (8,03%).
De SP kreeg in 2006 5,68% van de stemmen en in 2010 4,13%. In ’12 was dit al gestegen tot 9,65.
Veel invloed op de landelijke politiek zullen de uitslagen echter niet hebben.
De leiders van de winnende partijen gaan verklaren dat zij van de kiezers gelijk hebben gekregen en de leiders van de verliezers zullen laten weten dat ze de uitslag nauwkeurig zullen bestuderen maar dat we niet moeten vergeten dat het slechts om lokale verkiezingen met een lage opkomst en veel plaatselijke partijen gaat.

Hopelijk zit het weer een beetje mee.

Foto: Alexander Pechtold (links) staat met D66 op winnen. (c) Reporters

De Nederlandse publicist Henk Jurgens (1942) is politicoloog (UvA). Hij schrijft regelmatig in Doorbraak over Nederland en de Nederlandse politiek.

Commentaren en reacties