JavaScript is required for this website to work.
post

Vlucht door de Karelische moerassen

Hoe een Russisch gezin ontsnapte aan de bolsjewieken

Ardy Beld21/6/2022Leestijd 7 minuten
Vladimir Tsjernavin

Vladimir Tsjernavin

foto © WikiMedia Commons

De wetenschapper Vladimir Tsjernavin was een van de eerste politieke Sovjet-gevangenen. Samen met zijn gezin vluchtte hij naar het buitenland.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Vladimir Tsjernavin was een in Rusland geboren wetenschapper die als een van de eerste gevangenen van de Goelag naar het buitenland wist te ontsnappen. Hij en zijn vrouw Tatiana schreven beiden een boek over het leven in de Sovjet-Unie en hun spectaculaire vlucht.

Vladimir Tsjernavin wordt in 1887 geboren in een verarmde adellijke familie in Tsarskoje Selo (het huidige Poesjkin) bij Sint-Petersburg. Na de dood van zijn vader in 1902 neemt hij als jeugdige al deel aan expedities naar het Altaj-gebied met de Russische ontdekkingsreiziger en botanicus Vasili Sapozjnikov. Later neemt hij de leiding op zich van een reeks tochten door wederom de Altaj, het Sajanski-gebergte, Mongolië, het Tiensjan-gebergte, de regio rondom de rivier Amoer en Lapland.

In 1912 vat hij een studie op aan de Universiteit van Sint-Petersburg. Deze wordt ruw onderbroken door de Eerste Wereldoorlog. In militaire dienst raakt hij zwaargewond en wordt afgekeurd voor het leger. Tsjernavin gaat terug naar de universiteit en rondt in 1916 zijn studie in de ichtyologie, de vissenkunde, af. In geen van beide memoires staat beschreven hoe de ontmoeting verliep, maar al spoedig trouwt hij met Tatiana Sapozjnikova, dochter van de beroemde onderzoeker aan wiens expedities hij deelnam. De Petersburgse jongedame is afgestudeerd in de kunstwetenschappen. In 1918 wordt hun enige zoon Andrej geboren.

Hongersnood

Voedseltekorten zijn aan de orde van de dag. Tatiana schrijft:

‘Mijn zoon werd op een warme septemberdag geboren. De zon scheen zacht, de tuin ruiste van de gele en rode bladeren, de hemel was blauw. Alles was zoals het in een goede herfst behoort te zijn. Ondertussen beleefden we het eerste jaar onder de heerschappij van de bolsjewieken. Vernieling beheerste alle facetten van het leven, er dreigde hongersnood. Iedereen had het erover, maar niemand realiseerde zich hoe erg het daadwerkelijk zou zijn…’

Enkele maanden later is ze de wanhoop nabij:

‘Wat hadden we gedaan, een kind op de wereld gezet dat we niet eens konden voeden! Allebei van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat aan het werk, allebei ondervoed en ons kind schreeuwt het uit van de honger. Rondom de stad zijn dorpen en koeien en melk, maar op de stations staan omheiningen. Alle melk die de boerinnen in de stad willen verkopen moeten ze er afgeven aan regeringsorganisaties. In ruil krijgen ze bonnen waarmee ze niets kunnen kopen. Daarom blijven die boerinnen thuis zitten wachten tot stedelingen, door wanhoop gedreven, zelf op komen dagen. Nu kunnen ze voor hun melk alles eisen wat ze maar willen: kleren, dekens, kussens, horloges, schilderijen, zelfs complete piano’s. Ik heb niets dat ik hen kan bieden, omdat we zelf niets hebben…’

Pionierswerk aan de Barentszzee

Tot groot geluk van beiden krijgt het gezinshoofd een leerstoel aan het Agronomisch Instituut van Petrograd (de toenmalige naam voor Sint-Petersburg, nvdr). Hier heeft elke medewerker het recht op een dagelijkse portie melk uit de kudde van het instituut. De pasgeboren baby is gered. Aan het instituut voltooit Vladimir zijn proefschrift en promoveert tot hoogleraar ichtyologie.

In de zomer van 2019 krijgt het gezin, ondanks een twijfelachtige afkomst die niet geheel in lijn is met de nieuwe proletarische leer, een bescheiden kamer toegewezen in het Staro-Konstantinovski-paleis in het stadje Pavlovsk. De in opdracht van Pavel I gebouwde residentie is in vervallen toestand en dient als studentenhuis. Tatiana wijdt zich tijdens haar prille moederschap aan het redden van de historische archieven uit een op instorten staande toren. Deze bezigheid duurt maar liefst drie jaren. Het is daarmee een van de twee enige Russische paleizen waarvan het archief volledig intact is gebleven.

In 1926 vertrekt Vladimir alleen naar de pas gestichte nederzetting Moermansk waar hij een staatsbedrijf voor visserij aan de Barentszzee gaat leiden. Onder zijn kundig bestuur schaft het bedrijf een twintigtal trawlers en een koelmagazijn aan. Voor het eerst in de geschiedenis worden Moskou en Sint-Petersburg van verse vis uit het Noorden voorzien. Twee jaar later geeft hij zijn leidinggevende positie op om zich volledig op onderzoekswerk te kunnen concentreren. Zijn vakgebied is de ontwikkeling van het skelet bij zalmsoorten en de toepassing ervan op systematiek en evolutie. Zijn kleine gezin blijft in Leningrad waar Tatiana als conservator in de Afdeling Toegepaste Kunst van de Hermitage aan de slag gaat.

Veroordeeld voor sabotage

In 1930 arresteert de geheime politie, de OGPOe, enkele collega’s van Vladimir Tsjernavin. Hijzelf wordt ook ondervraagd. Een bezoek aan Moskou valt samen met een massaal proces tegen een groot aantal leidinggevenden van staatsbedrijven uit de voedselindustrie. De geheime politie executeert 48 van hen wegens ‘sabotageactiviteiten’. Onder de terdoodveroordeelden zijn persoonlijke vrienden.

Geschrokken door deze ijzingwekkende repressiegolf besluit de ichtyoloog niet naar Moermansk terug te keren, maar zich bij zijn familie in zijn inmiddels tot Leningrad herbenoemde woonplaats te voegen. Hij kan de dans echter niet ontspringen en wordt gearresteerd en gevangengezet. Tijdens verhoren bedreigen ze de wetenschapper met de dood en folteren ze hem. Om de druk te verhogen en een bekentenis af te dwingen, arresteert de OGPOe in januari 1931 ook Tatiana. Op 25 april 1931 volgt een veroordeling voor sabotage op grond van artikel 58, lid 7 van het Sovjet-Wetboek van Strafrecht. Vladimir Tsjernavin wordt veroordeeld tot vijf jaar werkkamp.

Ontmoeting met Andrej

Voor zijn transport heeft hij tijdens een massaal bezoekuur, waar aan beide zijden van de tralies een enorme menigte staat, een korte ontmoeting met zijn zoon Andrej:

‘“Mama is in de gevangenis” — hoor ik door het lawaai en gezucht van menselijk leed. “Ik breng haar pakketjes, maar mag haar niet bezoeken. Ze heeft me een brief kunnen schrijven.” Achter mijn zoon staat een mij volledig onbekende vrouw die hem kennelijk hierheen heeft gebracht. — Als mama wordt verbannen, probeer dan samen met haar te vertrekken — schreeuw ik hem toe. “Goed,” antwoordde hij en zijn kinderlijke mondje trekt een beetje scheef. Dikke tranen vloeien over zijn wangen. Hij merkt het niet en veegt ze niet weg. “— Heb je geld, waar leef je van? — Ik heb je fototoestel verkocht. – Verkoop alles wat je verkopen kunt. Geef mama pakketjes door. Ik hoef niets. Ik ga naar Kem. Kem, hoor je me, voor vijf jaar. Ik heb geen schuld bekend. Ze hebben me verbannen zonder dat ik ergens schuldig aan ben. Onthoud goed: Ik heb me niet aan ze overgegeven…” Het bezoek is voorbij. We worden weer teruggejaagd. “— Het ga je goed jongen! Denk aan mama!”’

Plannen om te vluchten

Op 2 mei 1931 arriveert de onderzoeker in het beruchte werkkamp op de Solovetski-eilanden. Aanvankelijk moet hij zwaar werk verrichten, maar na verloop van tijd volgt een overplaatsing naar een ander kamp waar hij zijn kennis en vaardigheden als ichthyoloog onder bewijs mag stellen. Hier hoort hij via kennissen dat zijn echtgenote inmiddels is vrijgelaten. Voor onderzoek mag hij zonder begeleiding door het district reizen. Doel is het vinden van nieuwe visstekken en het bestuderen van de mogelijkheid om vis als veevoer te gebruiken.

Tsjernavin gebruikt zijn relatieve vrijheid om voorbereidingen te treffen voor een gezamenlijke vlucht uit de Sovjet-Unie. In november 1931 mogen zijn vrouw en zoon hem voor het eerst op komen zoeken. In de periode die hierop volgt, wijzigen de omstandigheden van de veroordeelde wetenschapper nog eens in zijn voordeel. Hij wordt als docent ‘ingehuurd’ voor leidinggevende arbeiders van collectieve viskwekerijen. Door de in vergelijking met andere gevangenen veel betere behandeling kan de onderzoeker in goede conditie blijven voor de op stapel staande ontsnapping. In augustus 1932 bezoeken zijn vrouw en inmiddels veertienjarige zoon hem opnieuw. Het gezin hakt de knoop door en een dramatische ontsnapping aan de gehate bolsjewieken begint.

Ontsnapping door moeras en bergen

Vladimir legt in een baai in de buurt van Kandalaksja aan de Witte Zee een oude roeiboot klaar, waarmee ze in de vroege ochtenduren binnen een recordtijd van vier uur naar de westelijke oever ontkomen. Thuis is alles netjes op orde gebracht, zodat een onverwachte bezoeker niet op het idee zou kunnen komen dat de gevangen ichtyoloog met vrouw en kind op de vlucht is geslagen. Ze vervolgen hun tocht over land en proberen gedurende de eerste dagen zo ver mogelijk te lopen, zodat eventuele achtervolgers het spoor bijster raken.

Pas op de eerste avond wijdt Vladimir zijn zoon in over de ware plannen: ‘Vannacht moeten we zo ver mogelijk komen. Morgen pas zullen ze erachter komen dat we weg zijn en de OGPOe inlichten. Met hun motorboot doorkruisen ze de baai binnen twee uur. Tegen die tijd moeten wij al over de bergen zijn, zodat ze ons niet meer kunnen vinden.’ Het ploeteren door de moerassen en bergen, veraf van paden en wegen, is vooral voor Tatiana en Andrej een ware uitputtingsslag. Daar komen de enorme muggenzwermen bij die hen dag en nacht plagen. Het gezin ontloopt alle mogelijke menselijke contact.

Onder de indruk van het natuurschoon schrijft Tatiana:

‘Wat een ongelooflijk mooie plekken! Het behoort allemaal tot ons onontdekte en onontgonnen Rusland. Hoeveel arbeid, vernuft en energie is er nog nodig om dit land te ontginnen? Maar het hele gebied is in handen van de OGPOe die deze contreien beheert. Hun enige doel is de bossen te rooien en roofbouw te plegen, alleen omdat de grens nabij is. Ze willen enkel de verleiding zo gering mogelijk maken voor de burgers van het socialistische vaderland.’

Op Fins grondgebied

Na ongeveer vijftien dagen vol ontberingen weet de driekoppige familie in haveloze toestand Fins grondgebied te bereiken. Tatiana en Andrej zijn de uitputting nabij en blijven achter in een provisorisch gebouwde hut. Vladimir vertrekt en komt pas na enkele dagen terug met twee Finse douaniers die hem bij een eerste ontmoeting bijna hadden doodgeschoten. Het gezamenlijk bereiken van de eerste nederzetting in de wouden waar nauwelijks iemand woont, vergt het uiterste van hun krachten.

Ze zijn erg onder de indruk van de rijkdom van de Finse boerenhuishoudens die in schril contrast staat met wat de Sovjetpropaganda hun al die jaren had voorgekauwd. De huizen zijn ruim en goed onderhouden. Er staat vers brood, honing, kaas en melk op tafel waar ze zich na twintig dagen honger aan te goed mogen doen. Eveneens wordt een treinreis naar Helsinki betaald. Onderweg doen de geleden ontberingen zich gelden en wordt Tatiana ernstig ziek.

Een nieuw begin in Engeland

Al tijdens haar verblijf in het ziekenhuis in de Finse hoofdstad begint ze aan een boek dat in oktober 1933 in Engeland verschijnt onder de titel Escape from the Soviets. In 1934 verschijnt het werk in Nederlandse vertaling: Rapaille: hoe ik den Sovjet-greep ontkwam. Een jaar later wordt het door haar man geschreven boek I Speak for the Silent: Prisoners of the Soviets gepubliceerd. Zowel Tatiana als Vladimir Tsjernavin houden lezingen en schrijven artikelen over hun ervaringen in de Sovjet-Unie.

Westerse communisten nemen de publicaties ongenadig onder vuur. Zij doen ze af als een ‘vertekend beeld van de heilstaat speciaal opgeroepen door een klassenvijand voor wie logischerwijze geen plaats meer was in de nieuwe progressieve maatschappij van de Sovjet-Unie’. In 1934 verhuist het gezin naar Engeland. Hier zet Vladimir zijn wetenschappelijk werk als ichthyoloog voort. Hij gaat werken voor het Natuurhistorisch Museum in Londen. Tatiana wordt vertaler bij het Britse ministerie voor Informatie. De Russin verzorgt de ondertiteling van Noël Coward’s oorlogspropagandafilm In Which We Serve.

Zwijgend verbannen

Zoon Andrej, die het Engels perfect leert beheersen, rondt aan de Battersea Polytechnic de opleiding tot civiel ingenieur af. Hij ontwerpt onder andere het viaduct Bow Flyover in het oosten van Londen. Op 81-jarige leeftijd bezoekt hij zijn geboortehuis in Sint-Petersburg voor de film Gulag door Angus MacQueen, een in 1999 verschenen documentaire van de BBC over strafkampen in de Sovjet-Unie. In datzelfde jaar verschijnt voor het eerst een bundel van de memoires van zijn ouders in Russische vertaling onder de naam Notities van een saboteur: ontsnapping uit de Goelag. In het voorwoord schreef zijn vader al aan het begin van de jaren dertig: ‘Ik vertel alleen over mijzelf, omdat de anderen het niet na kunnen vertellen. Zij moeten zwijgend sterven door de kogel van een Tsjeka-agent. Of worden zwijgend verbannen zonder hoop op terugkeer om uiteindelijk eveneens zwijgend te sterven.’

Vladimir Tsjernavin, zijn vrouw Tatiana en hun in 2007 gestorven zoon Andrej liggen allen begraven op het kerkhof van St. Mary in South Perrott, Dorset, Engeland.

Lees ook ‘Met Hitler tegen Stalin’, een boek met historische portretten van Sovjetburgers die in dienst traden van de Duitse bezetter. Natuurlijk verkrijgbaar op Doorbraak boeken.

Woonde en werkte enkele jaren in Moskou. Journalist, vertaler en auteur.

Commentaren en reacties