JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Waarom het gebruik van voornaamwoorden niet onschuldig is

Paul Boonefaes4/8/2022Leestijd 7 minuten
Petra De Sutter

Petra De Sutter

foto © Belga

We mogen woke niet legitimeren door het gebruik van voornaamwoorden, terwijl we die niet nodig hebben om te weten of iemand man of vrouw is.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Er is iets intens enerverend en soms lachwekkend aan het gebruik van voornaamwoorden in sociale-media-profielen en in toenemende mate ook via naambordjes en personeelsbadges van werknemers in grote organisaties. Immers, men lijkt te suggereren dat wij na duizenden jaren evolutie plots niet meer in staat zijn om aan de hand van normale, sociale interactie en observatie te bepalen of de persoon die voor ons staat een man of een vrouw is.

Volgens mij zijn weinig mensen verward over het geslacht van Kamiel, de licht kalende zestiger met een bierbuikje achter het loket van uw bankfiliaal. Of dat van Marion, professor en decaan aan de universiteit, compleet met make up, verzorgde coiffure en hoge hakken. Toch voelt een deel van onze culturele elite zich geroepen om die voornaamwoorden in hun profielen op te nemen. Op die manier adverteren ze hun lidmaatschap van een heel specifieke ‘in-group’. ‘En dan?’ hoor ik u denken. Waarom belangt ons dat aan?

Genderideologie is diep doorgedrongen

Wanneer iemand in een leidinggevende positie specifieke politieke standpunten inneemt, dan is dat niet vrijblijvend, maar gaat daar binnen de organisatie een dwingende kracht van uit. Als de decaan van een gerenommeerde business school plots ‘she/her’ in haar LinkedIn-profiel opneemt, dan heeft dat invloed op collega’s en studenten.

We zien dat het adverteren van voornaamwoorden een courante praktijk wordt in multinationals en grote organisaties. Dat geeft aan hoe diep de radicale genderideologie in onze samenleving is doorgedrongen. Men wil op die manier geen debat openen. Integendeel, men wil aangeven dat het debat over genderideologie en geslacht een afgesloten zaak is.  Dat is verontrustend en gevaarlijk.

Woke kapitalisme verdeelt de werkvloer

Het is opmerkelijk dat multinationals zulke standpunten innemen over een extreem intolerante ideologie die bij een kleine maar zeer machtige culturele elite leeft. Diezelfde bedrijven durven namelijk géén standpunt innemen over thema’s zoals vrije meningsuiting of de toegang tot ruimtes die voorbehouden zijn voor vrouwen. Daarover bestaat in onze westerse liberale maatschappij nochtans wél een zeer grote consensus.

Woke standpunten zijn de dominante ideologie van de heersende culturele en politieke elite. Bedrijven hopen op die manier hun status te verhogen in de kringen waarin ze circuleren en de groepen waarmee ze zichzelf willen associëren. Het befaamde ‘woke kapitalisme’. Het kost hen niks en ze winnen er aanzien mee. En het is ook een geweldige bliksemafleider om het niet over thema’s te moeten hebben die werknemers wél raken, zoals inkomensongelijkheid en werkdruk.

Het gebruik van voornaamwoorden is modieus bij het culturele en politieke establishment en hun poortwachters bij de media en allerhande commissies en drukkingsgroepen. Maar werknemers willen helemaal niet gedwongen worden standpunten in te nemen over een polariserende, radicale ideologie, waardoor ze mogelijk vervreemden van hun collega’s. Bedrijven organiseren op die manier een verdeelde werkvloer die vroeger niet bestond. Een verdeelde werkvloer cementeert de macht van de managersklasse.

Willen we echt dat onze werkgever ons dwingt onze seksuele voorkeur te adverteren? Hoe rijm je dat met het recht op privacy? Voornaamwoorden politiseren en polariseren nodeloos een omgeving waar mensen samenkomen om te werken. De meeste mensen willen gewoon hun job doen. Bemoei u niet met mijn privéleven.

Inclusiviteit is een woke eufemisme voor censuur en autoritarisme

Waarom zouden we ons druk maken over het gebruik van voornaamwoorden? Of over een recent rondschrijven van Petra De Sutter die ambtenaren oproept om niet langer ‘mijnheer/mevrouw’ te gebruiken in aansprekingen door de overheid. Of over Cavaria die (met subsidies van de Vlaamse Overheid) onze scholen rondtrekt om het gebruik van ‘jongens en meisjes’ te ontmoedigen en die kinderen doet twijfelen aan het belangrijkste ankerpunt van hun identiteit, namelijk hun geslacht?

Omdat genderidentiteit en het debat daarover een zeer belangrijke en bijzonder gecontesteerde discussie is met verstrekkende gevolgen voor ons dagelijks leven, voor onze samenleving, de mentale gezondheid van onze kinderen en de fysieke veiligheid van onze vrouwen en kinderen.

De obsessie met gender is een centraal gegeven in de woke religie. Het idee dat mensen een aangeboren genderidentiteit hebben die losstaat van de uiterlijke biologische geslachtskenmerken, wordt her en der door radicale activisten gepropageerd. Genderideologie is cruciaal omdat het de essentie raakt van wie we zijn als mens, hoe we samenleven in gezinnen en als maatschappij en hoe we ons verhouden tot de volgende generaties.

De maatschappij destabiliseren

Gezinnen zijn een essentiële bouwsteen in een Westerse liberale maatschappij. Als er geen mannen en vrouwen bestaan, dan bestaan er ook geen broers en geen zussen, geen vaders en geen moeders, geen jongens en meisjes, geen nonkels en tantes. Door de band tussen geslacht en gender door te knippen, wil de huidige postmoderne generatie LGBTQIA-activisten onze maatschappij destabiliseren en finaal onderuit halen.

Ze willen geen verandering. Ze willen een ander autoritair en collectivistisch systeem, waarin zij onbeperkt macht kunnen uitoefenen. Dat is wat militante bewegingen als Cavaria doen als ze het gebruik van ‘jongens en meisjes’ willen ontmoedigen, als ze vaderdag en moederdag – steeds onder het mom van ‘inclusiviteit’ – willen vervangen door ouderdag.

‘Inclusie’ is een woke eufemisme voor censuur en autoritarisme. Dat gebeurt vandaag allemaal zonder democratisch debat, zonder tegenkanting, zonder dat een beleidsverantwoordelijke opstaat en zegt: dit kan niet meer. De simplistische woke ideologie rukt steeds verder op, niet door de sterkte van die ideeën maar door het compleet gebrek aan geloof in onze eigen waarden, geloof in de eigen missie bij grote organisaties en ook: de lafheid van ruggengraatloze leidinggevenden.

De manipulatie van ons taalgebruik is niet onschuldig

Wanneer geslacht losgekoppeld wordt van de biologische werkelijkheid en gender nog louter performatief is, dan wordt taalgebruik plots heel belangrijk. Het verklaart waarom woke activisten en LGBTQIA-boegbeelden als Petra De Sutter zo gebeten zijn om in ons taalgebruik in te grijpen. Het idee dat woorden gelijk kunnen zijn aan geweld is niet alleen een misvatting en een categoriefout. Het is voor onverdraagzame activisten een excuus om taalgebruik dat hen niet bevalt met geweld te beantwoorden.

Deze manipulatie van ons taalgebruik is helemaal niet onschuldig. Door ons taalgebruik aan banden te leggen en te sturen willen radicale activisten bepalen wat nog kan gezegd, geschreven en uiteindelijk gedacht worden over specifieke thema’s. Men wil ingrijpen in de kern van onze alledaagse onderlinge sociale interacties en zo vorm geven aan hoe wij de werkelijkheid dwingend moeten interpreteren en ervaren.

Haatspraakwetten en -voornaamwoorden maken deel uit van deze strategie. Het gebruik ervan geeft aan wie behoort tot de ‘in-group’ van echte gelovigen en de ‘out-group’ van ketters die de dwingende normen van activisten niet aanvaarden en die met alle mogelijke middelen moeten bestreden worden. Desnoods met geweld. Al wie zich niet aan het woke taalgebruik conformeert, wordt  weggezet als racist/fascist/transfoob/AltRight of TERF (Trans Exclusionary Radical Feminist). Schelddiscours, onverdraagzaamheid en geweld zitten in het DNA van deze ideologie ingebakken.

Dit raakt de essentie van ons mens zijn

Een correct debat met deze activisten is onmogelijk en wordt door hen steevast geweigerd. Want dit is een geloof dat steunt op ontkenning en afwijzing van de werkelijkheid. De activisten gedragen zich als middeleeuwse kruisvaarders die géén enkele tegenspraak dulden. Het debat over geslacht en gender raakt de essentie van ons mens zijn.

We moeten deze ideologie aanvechten. Wanneer materniteiten niet meer over ‘vrouwen’ durven spreken maar over ‘zwangere mensen’, wanneer het gezaghebbende ‘The Lancet’ de term ‘mensen met een vagina’ gebruikt in plaats van ‘vrouwen’, dan heeft dat gevaarlijke implicaties. Het is immers een medisch feit dat geslacht een belangrijke factor is bij de behandeling van allerhande problemen, zoals hart-en vaatziekten, verschillende vormen van kanker en ga zo maar verder.

Gevaar voor vrouwen

Er is onmiddellijk en direct fysiek gevaar wanneer mannen in vrouwengevangenissen worden ondergebracht op basis van vrije genderkeuze. We hebben al honderden jaren ruimtes die voorbehouden zijn voor vrouwen, meestal ruimtes waar vrouwen zich geheel of gedeeltelijk uitkleden zoals toiletten en kleedkamers. Daarvoor bestaan goede redenen. Het gros van de seksuele misdrijven gebeurt door mannen en mannen hebben fysiek gemiddeld dubbel zoveel kracht in het bovenlichaam en tweederde meer – in het onderlichaam. Daarom hadden we aparte damessporten.

Willen we echt dat mannen op die manier toegang krijgen tot bijvoorbeeld opvangcentra voor mishandelde vrouwen? Omdat mannen zich nu als vrouwen kunnen identificeren en hun geslacht “kiezen” stijgen plots de statistieken van seksueel geweld en verkrachting door ‘vrouwen’. Statistieken worden absurd en praktisch onbruikbaar wanneer die niet gebaseerd zijn op het geboortegeslacht en de biologische realiteit, maar op de genderkeuze van de betrokkene.

LGBTQIA-ideologie is homofoob

Genderideologie ontkent dat geslacht binair is. Dat is biologische nonsens. Er zijn slechts twee geslachtscellen (gameten): mannelijk of vrouwelijk. Geen enkele vorm van ideologische verdwazing kan aan die biologische realiteit een jota veranderen. Het ontkennen van die biologische realiteit heeft verstrekkende gevolgen.

Organisaties zoals Stonewall in het Verenigd Koninkrijk en Cavaria bij ons hebben in het verleden een belangrijke rol gespeeld in de homobeweging, waarvoor hulde. Echter, die strijd is in belangrijke mate gestreden. Deze organisaties gingen op zoek naar een nieuwe missie die we vandaag vertaald zien in de hedendaagse, ‘postmoderne’ regenboogideologie.

Het belangrijkste kenmerk daarvan is het ontkennen dat geslacht een binaire realiteit is. Deze ontkenning dreigt 60 jaar vooruitgang van vrouwen- en homorechten terug te draaien. Als je ontkent dat geslacht bestaat, dan ontken je dat mensen van hetzelfde geslacht tot elkaar aangetrokken kunnen zijn op basis van dat geslacht.

Er is een strekking van de huidige LGBTQI-beweging die vandaag suggereert dat er ‘iets scheelt’ met lesbiennes die zich niet aangetrokken voelen tot mannen die zich plots als vrouw identificeren. Dat is een nieuwe vorm van homofobie, die heel erg lijkt op oude vormen van homofobie die we uitgeroeid waanden.

Mannen bepalen wie vrouw is en wat een vrouw is

De regenboogideologie is niet enkel homofoob maar ook openlijk misogyn. ‘Vrouwen’ worden als categorie gewoon gewist. We moeten het hebben over ‘personen met een vagina’ of ‘personen met een baarmoeder’. De enigen die zich nog ‘vrouw’ mogen noemen – meer nog – de enigen die we moéten als vrouw betitelen zijn transvrouwen… die als man geboren werden.

Mannen dicteren voortaan wie vrouw is, wat een vrouw is en wie als vrouw mag worden aangesproken. Toch een eigenaardige wending voor zogezegd ‘progressieve’ activisten om aldus een nieuwe patriarchie te vestigen. Dat soort gevaarlijke regressie is slechts een van de neveneffecten van de absurde regenboogideologie.

Het ontkennen van de werkelijkheid

Laat ons niet doen alsof dit debat afgesloten is en laat ons niet toelaten dat geslacht gewist wordt op onze identiteitskaarten, in aansprekingen door de overheid en op onze scholen. Laat ons niet toelaten dat onze kinderen geïndoctrineerd worden met doctrinaire, onwetenschappelijke nonsens.

Deze indoctrinatie via onze scholen leidt tot een alarmerende stijging van het aantal kinderen die zich als Queer of Trans identificeren. Daarover bestaan harde cijfers. En je moet geen geneeskundige of psychiater zijn om in te zien dat dit finaal leidt tot castratie en onomkeerbare fysieke en mentale schade. Ook op dat vlak stapelen de bewijzen zich op.

De biologische werkelijkheid ontkennen doe je niet zonder dat daar een zware prijs voor betaald wordt. Het is onze jeugd en het zijn onze vrouwen die deze prijs betalen. Laat ons niet toelaten dat de mentale gezondheid van onze jeugd op die manier op het spel gezet wordt. Dat toonden Jonathan Haidt en Greg Lukianoff aan in het alom geprezen The Coddling of The American Mind. Laat ons deze ideologie niet normaliseren door te doen alsof geslacht plots niet meer bestaat, alsof biologie een fictie is, alsof de werkelijkheid van geen tel is.

Moedige politie belonen

Laten we niet doen alsof het gebruik van ‘mijnheer/mevrouw’ of ‘jongens en meisjes’ plots ‘problematisch’ is of een ‘bedreiging’ voor welke minderheid dan ook. Laat ons de stapels bewijzen onder ogen zien van de verwoesting die genderideologie ondertussen heeft aangericht in in landen waar deze al langer en verder is kunnen ontsporen. Laat ons ook erkennen dat die activisten schade kunnen blijven aanrichten door de lafheid van mensen in posities van verantwoordelijkheid die hun ruggengraat kwijt zijn. Mensen die niet durven ingaan tegen de machtige culturele en politieke elite.

Laat ons moedige politici belonen die tegen deze nonsens durven opkomen en laat ons politici wegstemmen die deze onverdraagzame doctrine op welke manier dan ook ondersteunen. We mogen die onzin niet legitimeren door het gebruik van voornaamwoorden, terwijl we die niet nodig hebben om te weten of de persoon waarmee we een interactie hebben een man of een vrouw is. We moeten deze activisten een halt toeroepen. In naam van onze waarden en voor onze vrouwen en kinderen.

Paul Boonefaes (1965) is Master Vertaler (Portugees, Engels, Deens) en behaalde een Executive MBA aan Vlerick Business School. Hij is auteur van "Zwijg! Waarom woke niet deugt".

Commentaren en reacties