JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Wat doet de Bouworde in Marokko?

Een paar vragen bij een idealistisch project

ColumnJohan Sanctorum9/8/2019Leestijd 3 minuten

foto © Bouworde vzw

Economisch niet opportuun, een vijandig religieus klimaat: er zijn betere plekken voor jonge Vlamingen om aan opbouwwerk te doen

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Bouworde vzw houdt het in Marokko even voor bekeken nadat een groep jonge vrijwilligers met de dood werd bedreigd omdat ze in korte broek rond liepen. Het is daar namelijk nogal warm en het werk niet bepaald licht. Toch wordt er op Facebook door aanhangers van de ware leer gedreigd met het afhakken van hoofden, ik zou als ouder nu ook wel dringend verzoeken om overkomst. Het gaat bovendien niet alleen om een handvol verhitte islamo’s, de hetze wordt aangevuurd door politici van de regerende conservatieve partij PJD, de Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling.

Spekpater

Oostpriesterhulp

Werenfried van Straaten

Een interessante ontwikkeling is het zeker: sparen voor een vakantie waarin je je afpeigert om huizen te bouwen voor de lokale bevolking, en vaststellen dat de gelovigen aldaar je een kopje kleiner willen maken wegens ‘onzedig gedrag’. De Bouworde is -pikant detail- van oorsprong een christelijke organisatie, in 1953 opgericht door wijlen pater Werenfried van Straaten, beter bekend als de spekpater omdat hij in den beginne vooral in het door de oorlog verwoeste Duitsland actief was, en naast fondsen voor de wederopbouw ook spek inzamelde voor zijn legertje rugzakpriesters die in kapelwagens her en der de mis moesten lezen.

In 2002 schudde de Bouworde vzw deze erfenis van zich af, bekende zich uitdrukkelijk tot het pluralisme, en nam ook het statuut van vormingsorganisatie aan. Laat ik duidelijk zijn: op zich is het een fantastisch initiatief om jonge mensen te verenigen rond iets anders dan de Tomorrowland-hysterie: letterlijk iets opbouwen op plekken waar daar nood aan is, meestal voor mensen die het met veel minder moeten stellen dan wij. En in een sfeer van kameraadschap en solidariteit. Er mag ook al eens leut gemaakt worden, iets als scouts met bakstenen dus. Maar een en ander speelt zich politiek en cultureel niet in het luchtledige af. Zoals andere NGO’s en vrijwilligerswerk werkt men onder een bepaald regime en in een bepaalde cultuur. De vraag stelt zich dan of de leiding goed haar huiswerk heeft gemaakt en Marokko wel een goede keuze was om bouwprojecten met Vlaamse vrijwilligers op te zetten.

Buitenlandse Zaken reserveert voor het koninkrijk Marokko al decennia lang een geprivilegieerde behandeling. Men heeft het ondergebracht in de categorie bevoordeligde partnerlanden inzake ontwikkelingshulp. Daar zitten in hoofdzaak doodarme Afrikaanse landen in zoals Benin, Niger en Burkina Faso, maar Marokko kan men met zijn gemiddelde levensverwachting van 72 jaar en bloeiende toeristische industrie eigenlijk geen ontwikkelingsland meer noemen. Toch trekt Buitenlandse Zaken voor die ‘partner’ jaarlijks zo’n 16 miljoen euro uit voor infrastructuurprojecten en dies meer. De reden van deze geprivilegieerde behandeling zit hem uiteraard in het ruim half miljoen ‘Belgische’ Marokkanen met een migratie-achtergrond, waarvan de meesten de dubbele nationaliteit aanhouden. Hun ijver om te integreren is zoals gekend beperkt, de meesten voelen zich nog altijd erg verbonden met het thuisland, behalve als ze in de gevangenis moeten: dan toch veel liever hier.

Islamstaat

Bouworde vzw

Achter dit idyllisch plaatje schuilt een andere realiteit

De Belgisch-Marokkaanse samenwerking is dus op zijn minst ambigu. Het koninkrijk Marokko betoont maar weinig erkentelijkheid voor de genereuze hulp, integendeel, het lijkt alsof wij een morele schuld hebben af te betalen. Daardoor komt onder meer het terugsturen van illegalen, het opnemen van gevangenen, fiscale informatie omtrent inkomsten, en de controle op OCMW-fraude maar niet op gang. Ongeveer 60% van de Belgische Marokkanen – en dat is misschien interessant om weten voor de Bouworde- bezit namelijk vastgoed in Marokko, terwijl anderzijds velen hier een sociale woning huren.

Voor de rest zijn er traditioneel de uitstekende banden tussen het Belgische en het Marokkaanse koningshuis. In Marokko is de islam de staatsgodsdienst en de koning ook de kalief, d.w.z. de hoogste religieuze autoriteit. Vooral koning Boudewijn was zeer gecharmeerd door deze niet-bestaande scheiding tussen kerk en staat, én de puriteinse moraal die daarmee gepaard gaat. Wat ons dan naadloos op het kledingincident brengt.

Men kan als westerse jongere wel begeesterd zijn door de idee om met andere culturen kennis te maken, maar de islam, ook de Marokkaanse versie, is van staatswege uitdrukkelijk monocultureel ingesteld en zelfs uitgesproken vijandig tegenover niet-moslims. Noteer daarbij dat de kopstukken van het Europese jihadisme bijna allemaal een Marokkaanse achtergrond hebben. Dat moet vroeg of laat botsen, ook zonder de ideologie van pater Werenfried. Al wordt er in toeristische centra een oogje dicht gedaan inzake kledij en sociale omgang, een afgelegen dorp is nog wat anders. Het zou me overigens niet verbazen mochten de christelijke wortels van de vzw Bouworde bepaalde moslimfundi’s op ideeën hebben gebracht.

Conclusie: Marokko is gewoon een slechte locatie voor zo’n bouwproject met jonge vrijwilligers. Economisch heeft het land dat niet nodig en wordt het door België al in de watten gelegd, cultureel gaat het om een sharialand waar fundamentalisten zich gesteund weten door de grondwet. En jawel: zoals wij onze wetten hier mogen stellen, mogen zij het ginder doen, mij krijgen ze er dan ook met geen stokken op vakantie. En nog minder om mits betaling het werk van de bouwvakkers ter plekke te doen.

Hopelijk zal het nieuwe ‘pluralisme’ van de Bouworde vzw niet dermate doorslaan dat men de meisjes voortaan in boerka met bakken mortel laat zeulen, op aanbeveling van de Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling. Anders ken ik hier bij mij thuis nog wel een paar projectjes die al decennia wachten op uitvoering, zonder de minste dress code. In afwachting van de Vlaamse bouwstop: welkom.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties