JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Zijn wij allen ‘killers’?

Terroristen zijn niet noodzakelijk geestelijk gestoord

Luc Nagels30/3/2019Leestijd 8 minuten
In principe zijn we allemaal vechtmieren, stelt Luc Nagels. (Foto: de rode
bosmier.)

In principe zijn we allemaal vechtmieren, stelt Luc Nagels. (Foto: de rode bosmier.)

foto © Reporters

Terroristische aanslagen en conflicten minderen niet in intensiteit. Luc Nagels vergelijkt ons gedrag met dit van kolonies mieren en van onze prehistorische voorouders. Wat kan de moleculaire biologie ons hierover leren?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ja. Als we de ganse geschiedenis overlopen, dan is het antwoord: ja, de mens is een killer. Dat het om oorlogsdaden of historisch verjaarde koloniseringsituaties zou gaan, en niet om moorden, is een vreemd excuus. In West-Europa hebben we zo’n 70 jaar een rustige periode gehad, maar wereldwijd worden we geregeld opgeschrikt door gebeurtenissen zoals recent in Jemen, Syrië, Oekraïne, Irak, Myanmar (Rohingyas), en nu Christchurch, Utrecht, Antwerpen (granaatontploffingen, afrekeningen)…

Er is dus niks veranderd in grote delen van de wereld. We gedragen ons  agressief tegenover onze medemens (lees ook eens The Most Dangerous Animal van David Livingstone Smith). De laatste tien jaar komen we globaal aan ruim meer dan een miljoen doden wereldwijd in een oorlog, burgeroorlog, genocide… ‘Kijk naar de geschiedenis, en je kan de toekomst voorspellen,’ blijft voorlopig gehandhaafd. Of kijken we één en ander over het hoofd?

Mieren

Een mierenkolonie is een sociaal goed geordend systeem dat wel iets anders in mekaar zit bij verschillende soorten. Dikwijls is er één koningin-mier, een hoop mineure werkers, soldaten enzovoort. Allen hebben dezelfde genen, en niet-gen DNA met wat chemische modificaties.

Maar: de activiteit van die genen wordt verschillend aangestuurd (gedirigeerd: geactiveerd of gedesactiveerd op verschillende tijdstippen…) bij een koningin, een werker, een soldaat. Epigenetica  heet dat. Alsof men een symfonisch orkest met een hoop instrumenten (20.000 genen bij de mens) een andere partituur laat spelen. Dat anders dirigeren van dezelfde genen levert dus bij mieren vrij extreem verschillende vormen op. Ze vormen een team met gespecialiseerde mier-types. Er is een constante oorlogsvoering met andere kolonies, voor territorium en bestaansmiddelen,  via teamwork door de verschillende types mieren (Ref. 2). Bij deze constante oorlogsvoering  vallen doden. Dit levert een duurzaam bevolkingsaantal op, de kolonie blijft in evenwicht: niet met te veel, niet met te weinig, voor de beschikbare middelen. De oorlog belet ook dat één kolonie de andere volledig verdringt en zo behoudt de natuur genetische diversiteit. Want elke kolonie heeft een licht verschillende genetische samenstelling. Die gaat bepalen hoe goed of hoe slecht ze reageren op… klimaatwijzigingen bijvoorbeeld. De soldaatmieren doden dus om een duurzame samenleving te bekomen die zich kan aanpassen aan wisselende omstandigheden. Doden is voor de natuur uiteraard geen taboe. Het DNA telt, niet het individu. Ze offeren zich op als ‘martelaars’. Hoe herkennen  de mieren de vijand? Eenvoudig: die heeft andere chemische stoffen op zijn huid dan de mieren van de eigen kolonie.

Prehistorische volken leren veel over onszelf

Een groep homo sapiens verschilt in grote lijnen niet zoveel van een mierenkolonie zoals u ondertussen mogelijk al zelf geconcludeerd hebt. Ons groepsgedrag gelijkt ook sterk op dat van voorvadertje chimpansee. En een groep chimps of mensen gedraagt zich heel erg vergelijkbaar met de mierenkolonie. Het enige grote verschil zit voor de mens in die hersenopbouw, in het ‘bewustzijn’. Uiteraard hadden onze prehistorische voorouders al een  deftig bewustzijn opgebouwd. Indien het nodig was om hun levensnoodzakelijke middelen te verdedigen, of om door aanwas van de bevolking naar uitbreiding van territorium te streven, waren moordpartijen (noem het stammentwisten als dat beter klinkt) nodig. Het is niet eenvoudig voor geschiedkundigen om zich een goed beeld te vormen van het reilen en zeilen van dergelijke stammen in onze contreien.  Over het algemeen hebben wij het moeilijk om ons prehistorisch verleden te vergelijken met dat van stammen die veel later dan wij in contact zijn gekomen met ‘beschaving’.

Stammen die nog niet werden gecontacteerd zijn enkel nog te vinden in plaatsen zoals het Amazonewoud, en die zijn er niet op uit om een anthropologie doctoraatsstudent enkele jaren bij hen te laten logeren om hun reilen en zeilen te bestuderen! Antropologen concentreren zich nu liever op meer planbare sociologische studies. Eén van mijn beste vrienden heeft net nog een drietal weken een poging gedaan om de Naga-stammen in Myanmar te bestuderen. Met primitieve vervoermiddelen en levensstijl. Zijn bedoelingen zijn eerder toeristisch, want hij werkt voor een reisbedrijf in Myanmar. De Naga lijken mij sterk gehecht aan hun oude cultuur, en zijn niet geïnteresseerd in toeristen. Een paar honderd jaar geleden leefden ze als koppensnellers. Ze deden dus exact wat de mierenkolonies doen: de lokale bevolkingsbestanden in evenwicht houden, en hun groot aantal stammen identiteit (eigenlijk hun genetica) bewaren (Ref. 3). Twee acties die duurzaamheid en genetische variëteit garanderen, net zoals dat het geval is voor de mierenkolonies.

Er is geen reden om aan te nemen dat onze voorouders in onze contreien er andere gewoontes zouden hebben op nagehouden. Dus ja, onze voorouders waren killers. En net zoals bij de mierenkolonies is de onbewuste achterliggende reden: overleven van het DNA.  Over de ganse aardbol vind je nog ex-koppensnellers. Het is niet voorbehouden aan Papoea Nieuw-Guinea. Je vindt ook in de hele wereld mensen die hun originele cultuur in ere houden. Kijk maar naar de oorlogsdans (Haka) van de Maori in Christchurch. Ze waren bijna uitgemoord door de westerse kolonisten, maar hebben toch overleefd. De Maori zelf zijn ook geen doetjes, en draaiden hun hand er niet voor om, om naburige eilandbewoners uit te moorden en hun territorium over te nemen. Mierengedrag, pure biologie, moleculaire biologie. De bevlogen westerse predikanten hebben veel van die culturen weten te vernietigen. Manu militari andere hersensoftware geïnstalleerd. Of dat positief is of negatief laat ik aan ieders oordeel over. Doctrines zoals religie zijn stukken hersensoftware die zich willen voortplanten. Dat hebben ze gemeen met DNA. En om dat te doen belonen ze die activiteit met het activeren van het beloningscentrum van de hersenen van de predikant. Die is gelukkig met iedere gewonnen ziel. Voor een wetenschapper is dat niet anders. Mea culpa.

Homo sapiens start zijn leven met prehistorische ‘brainware’

Voor de mens ziet de situatie er enkel een beetje anders uit dan die van de mier. We hebben allen dezelfde genen, maar ook die worden lichtjes verschillend aangestuurd (meer of minder aan het werk gezet) door ons ook chemisch licht gewijzigde niet-gen DNA. Epigenetica. Daardoor ziet een Chinees er iets anders uit dan een Schot. En de ene Schot een beetje anders dan de andere. Maar de verschillen tussen een Chinees en een Schot zijn minder extreem dan die tussen een soldaatmier en een werkmier. Of tussen een rups en een vlinder (zelfde epigenetisch fenomeen maar nog straffer en benoemd met een oudere terminologie: ‘metamorfose’).  De verschillen tussen twee Schotten zal dikwijls even groot zijn als die tussen een Schot en een Chinees! Dus we hebben het niet graag over rassen, dan vermijden we tevens de stempel ‘racist’ (een vermoedelijk gaussiaans verdeelde karaktertrek). Tot zover onze ‘mechanische’, uiterlijke kenmerken. We worden ook allemaal geboren met dezelfde hersenstructuur. De natuur (uw niet-gen DNA) heeft ook hier al wel beslist of het meer belang gaat hechten aan het inbouwen van een stukje muzikaal talent, ruimtelijke ordening, abstractievermogen, handigheid, schuchter of extrovert, bang of overmoedig, sociaal, talenknobbel, tekenknobbel, driftig, geduldig, taalvaardig, grappig, empatisch… onze honderden talenten en karakter kenmerken. Zij vormen uw primaire bewustzijn. De ingebouwde onveranderlijke firmware die al honderduizenden jaren meegaat. De natuur zal niet alle talenten inbouwen. Dat kost dagelijks té veel energie (kcal) om te onderhouden, en complexe hersens hebben meer kans op (geestelijke) stoornissen…

Dan begint het werk pas: het menselijk bewustzijn.

Eens de baby onafhankelijk is van mama’s lichaam, begint de verdere ontwikkeling van het menselijk brein. En dat gebeurt door interactie met de omgeving. Door te communiceren (praten, horen, kijken, voelen, ruiken…) bouwen de hersencellen (neuronen) een netwerk op. Die maken verbindingen met mekaar, en versturen elektrische impulsen door die verbindingen. Een 3D-netwerk. En in de vorm van dat netwerk zit de informatie van ons ‘secundair’ bewustzijn gecodeerd. Het is een ‘zachte’ geheugendrager, gemaakt met neuroncellen. We hebben de code ervan nog niet kunnen breken. De programma’s, de apps, de data (namen, locaties…) die we nodig hebben worden er ingeladen, gedownload door interactie met onze omgeving. Ontbreekt die omgeving (denk aan de kinderen in Roemeense weeshuizen na Ceaucescu), dan krijg je zombies. Apps zoals lezen, optellen, onderhandelen… Ook de doctrines die we gaan hanteren worden al vanaf  de eerste kinderjaren opgebouwd. Een kleuterleidster of -leider is een heel belangrijk persoon in uw leven, evenals uw ouders en familie. Doctrines zoals kapitalisme, communisme, democratie, dictatuur, religie, goed en kwaad worden met de tijd ingebouwd… Met de jaren steken we er ook meer en meer competenties in zoals fietsen, autorijden, wiskunde, talen, wetenschap, sociale vaardigheden…

Doctrines zijn voor ons wat geurmerken zijn voor mieren

De mate waarin we gaan beschikken over die vaardigheden (talenten) verschilt van persoon tot persoon, en is in een groep verdeeld volgens een statistische verdeling. Sociologen lijken er nog niet helemaal uit te zijn of die gaussiaans of lognormal is. Je weet wel van jezelf hoeveel aanleg je hebt voor muziek, wiskunde, talen… Uiteraard kan je zelfs met een gemiddeld talent en veel training uitstekende apps (competenties) inbouwen. Meestal zoek je je werk wel in de richting waarin de natuur je getalenteerd heeft. En omgeef je jezelf met mensen met complementaire talenten – teamwork zoals mieren. Hoe herkennen mensen de eigen kolonie, en de naburige kolonie? Niet door geurkenmerken zoals de mieren. Wel door na te gaan wat er in dat secundaire bewustzijn zit. Kapitalisme? Communisme? Islam? Voetbal Club Brugge? Seculier? Protestant? Wielertoerist? Anarchist? Je ziet het, onze kolonies zijn dikwijls niet gescheiden door fysieke grenzen, maar door geestelijke, culturele kenmerken.

Wie van ons wordt nu een agressieve vechtmier?

Je hersens hebben ook een beloningscentrum meegekregen. Dat bepaalt wat je graag doet en wat niet. Of je graag eet, manueel werk verricht, artikels pent, vrijt, vecht, sport, alkohol drinkt…  Iemand die graag vecht is iemand die snel overschakelt van gecontroleerd gedrag naar minder gecontroleerd, impulsief gedrag. Weer een mogelijk gaussiaans verdeelde eigenschap van ons primair bewustzijn, die bijgestuurd wordt door ons secundair (aangeleerd door opvoeding) bewustzijn.  Iedereen heeft er dus wat van, de ene al wat meer dan de andere. Maar in principe zijn we allemaal vechtmieren, hebben we territoriumgedrag, herkennen we op één of andere manier onze vriend en vijand.

‘Ik kan hem niet ruiken of niet zien,’ zegt de Vlaamse volksmond dikwijls als ze een vijandig iemand willen aanduiden. Het is een onbekend stuk sociologie. In deze tekst zijn we stelselmatig van biologie naar moleculaire biologie geëvolueerd, en naar sociologie. Deze drie wetenschappen staan nog in hun kinderschoenen. Ze hebben praktisch geen wetten zoals fysica en chemie die wél hebben. Maar ze zijn uiteraard de toekomst. Ze zullen ons eigen gedrag, en dat van onze samenleving leren begrijpen. We zijn dus allemaal vechtmieren, maar de onderlinge gaussiaanse verschillen zijn redelijk, van pacifist tot hooligan. Uiteraard zijn er ook heel wat mensen met psychische afwijkingen bij moordenaars die doden in andere dan de tot nu toe opgesomde gevallen. Hersens met ‘één of meerdere vijzen los’ bestaan. Je kan enkel hopen dat het geen te belangrijke vijzen zijn. Biologische systemen zitten vol fouten. Maar voor de daders van de in de inleiding vermelde 1 miljoen doden van de afgelopen tien jaar kan je beter zoeken in de ‘gewone’ mens.

De vijand wordt bepaald door de gedownloade doctrines en door de omstandigheden

Zoals  de mieren gaat de mens tot vijandigheden over met wat hij/zij herkent als ‘de vijand’, bij gebrek aan voedsel en primaire middelen,  bij verdediging van zijn territorium, en bij herkenning van doctrines die hij/zij als gevaarlijk aanziet. ‘Onze’ wereldoorlogen ontstonden pas nadat die voeding en primaire middelen en toekomstmogelijkheden in het gedrang kwamen, of omdat er een vijandige invasie plaatsgreep. De grote dictator met het slechte karakter maakte enkel gebruik van de situatie om zijn sociale ranking te verbeteren! De sociale ranking heeft immers één van de sterkste impacten op het beloningscentrum van onze hersenen. Eén van de herkenningspunten van een ‘vijand’ zit dus bij de mens helemaal niet in geuren zoals bij de mier, maar… in doctrines. Menselijke populaties met verschillende doctrines zullen dan ook vreedzaam naast mekaar kunnen bestaan zolang de evenwichten in stand gehouden worden die bij de mieren populaties beschreven zijn: populatiegrootte, voldoende territorium, voldoende eten en primaire middelen. En bij die primaire middelen rekent de mens ook nog eens  een drang naar kennis via scholing.

Welke doctrines worden als vijandig aanzien door een menselijke populatie?

Volgens een TESAT (ref. 4) rapport van Europol (de Vlaamse Katherine De Bolle staat er aan het hoofd) zijn aanslagen in Europa verdeeld in separatistische bewegingen (67%), Jihad (13%), linkse groeperingen (12%), rechtse bewegingen (3%), diverse (2%). Separatisme heeft te maken met eigenheid,  Jihad behoort uiteraard tot de islam-doctrine. Linkse groeperingen hebben te maken met anarchisme of antikapitalisme. De gele hesjes horen er mogelijk bij. Onder ‘diverse’ kunnen we waarschijnlijk gebeurtenissen zoals de war on drugs in Antwerpen klasseren. Als die niet kan gewonnen worden (dixit politici) dan moet je dat anders aanpakken. Willen we onze mierenpopulaties vreedzaam houden, dan gaan we moeten letten op duurzame bevolkingsaantallen, ook van sub-kolonies.

Als een sub-kolonie met één doctrine (een sub-cultuur dus) een sub-kolonie met een andere doctrine (een andere sub-cultuur, of de dominante sub-cultuur) verdringt, dan mag je dus problemen verwachten. Tenminste als ik de Biologie als voorbeeld mag nemen. Zover ik het historisch kan zien klopt dit als een bus. Maar ach, dit is natuurlijk maar een poging tot het zoeken naar een wetenschappelijke invalshoek. We moeten meer doordenken via sociologie. Het clevere maar nog zwakke wetenschappelijke broertje. De demografische ontwikkelingen goed opvolgen om te voorspellen wanneer we in de gevarenzone komen. En daar ook duidelijk over communiceren, zoals ref. 4 dat doet. Dat zou een mindshift vergen voor universiteiten. De mens en maatschappij bekijken als een mix van mierenkolonies… als moleculair biologische chemie… dat meen je niet!

_____

Ref. 1. The most dangerous animal. Human nature and the origins of war, David Livingstone Smith, St Martins Griffith NY, 2007.

Ref 2. How the World Became A Giant Ant Colony, Jeremy Berke, Atlas Obscura, June 16, 2015.

Ref. 3. The Naga of Burma, Their festivals, customs and way of life, J.D. Saul, Orchid Press, Bangkok, 2005.

Ref. 4. European Union Terrorism situation and trend report 2017 (2018 ook online beschikbaar).

Luc Nagels is emeritus prof Chemie aan de Universiteit Antwerpen en lid van de Raad van Bestuur van de UA Emeriti denktank EFUA.

Commentaren en reacties