JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

1915-2015: chloorgas viert jubileum

ColumnJohan Sanctorum19/4/2015Leestijd 2 minuten

Over de banaliteit van het kwaad en ontspoorde burgerzin

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het is een cynische wending van de geschiedenis dat, precies honderd jaar nadat de Duitsers in W.O.I nabij Ieper voor het eerst chloorgas gebruikten (22 april 1915 om precies te zijn), een video onthult hoe vorige maand het leger van Bashar al-Assad in het noordwesten van Syrië burgerdoelwitten bestookt met chloorgasbommen. Toen de beelden tijdens een zitting van de VN-veiligheidsraad werden getoond, kregen de meeste aanwezigen het moeilijk.

Er zijn vele manieren om ellendig te sterven in een oorlog, maar chloorgas is een van de vreselijkste en meest pijnlijke: schroeiende brandwonden en trage verstikking zijn het effect. Het zou nadien nog geperfectioneerd worden om in 1917 als mosterdgas (ook wel Ieperiet genoemd) nog meer slachtoffers te maken. De man die deze chemische wapens had ontwikkeld, evenals het later in de nazi-concentratiekampen gebruikte Zyklon B, heet Fritz Haber, nota bene van Joodse afkomst.

Haber schijnt zich van geen kwaad bewust geweest te zijn. Hij was een wetenschapper pur sang, die opdrachten kreeg en die ook op een briljante manier uitvoerde. Tegelijk was hij een Duits patriot die zich op zijn burgerzin beriep, ook al moest hij nadien voor de nazi’s op de loop. Maar Haber was ook aanwezig bij die eerste Ieperse gasaanval, en zag dat het goed was. Datgene wat filosofe Hannah Arendt ‘de banaliteit van het kwaad’ noemde, was hier treffend aanwezig: alles went, we zijn maar een deel van het geheel, en het kan status opleveren. De bedrieglijke onschuld van de wetenschap dus.

Habers echtgenote, Clara Immerwahr, had zich altijd hevig verzet tegen de betrokkenheid van haar man bij de aanmaak van oorlogsgas, en pleegde kort na de eerste aanval bij Ieper zelfmoord. Of hoe vrouwen kritischer staan tegenover ontspoorde burgerzin, ook in een tijd van algemene nationalistische massahysterie. 

In het Eichmann-proces (Jeruzalem, 1961) was Hannah Arendt als journaliste een geboeid observator. Vrijwel alle nazibeulen zeiden achteraf in hun proces dat ze slechts orders uitvoerden en voor de rest geen vlieg kwaad deden. Dat was niet eens gelogen. Men kent het verhaal van de concentratiekampbewaker die na de werkdag thuiskomt, zijn vrouw knuffelt, met zijn kinderen speelt, naar Schubert luistert, en een traan wegpinkt. Of de piloot van de Syrische chloorgashelikopter die zijn opdracht afvinkt en een patriottistische schouderklop krijgt, waarna zijn moeder hem kust onder het portret van Bashar al-Assad. Of, jawel, de jonge intellectueel Günther Grass die zich laat inlijven bij de Waffen-SS, want die jongens marcheren vrolijk en liederen zingend door het leven,- dat toonde alleszins de propaganda.

Natuurlijk heten we allemaal min of meer Haber of Grass. Erbij zijn en meedoen is de boodschap. Heel de problematiek van maatschappelijke participatie en ‘positief denken’ staat hier ter discussie. Want de machine is overal, en elk systeem is erop gericht om individuen te bureaucratiseren en het bewustzijn te fractioneren, zodat iedereen netjes zijn taak vervult en zich een goed gevoel kweekt.

Hannah Arendt was in haar pessimisme nog optimistisch, want ze zag de top van de piramide als datgene wat zich wél ten volle bewust was van wat de machine veroorzaakt, in haar geval dus Adolf Hitler. Maar die illusie mogen we vandaag ook terzijde leggen. De dood van de machthebber verandert niets aan het systeem, hij is zelf een bureaucratische fractie. Daartoe is wellicht ook de democratie uitgevonden: als een meer geperfectioneerde dictatuur, waarin om het even wie aan de top kan wegvallen zonder dat de machine mankeert.

Allemaal weinig opbeurend op deze mooie lentedag. Tenzij deze boodschap: het is aan ons, en elk van ons, om neen te zeggen. Niet wennen aan de dingen, het gezonde wantrouwen, hardleersheid, het kleine verzet van het hardnekkig onkruid,- : onder meer Kafka herlezen helpt.

 

Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties