‘Advocaat’ van Rood-Rood stapt op
Gaan de sociaaldemocraten (SPD) en de socialisten van Die Linke ooit samen in Duitsland? De ‘advocaat’ ervan stapt wel op.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementGregor Gysi, een 67-jarige advocaat uit Oost-Berlijn en bovenal een politiek genie, legt in de herfst van dit jaar zijn functie als fractievoorzitter van Die Linke neer. Dat maakte hij afgelopen zondag in een emotionele rede bekend op het partijcongres van de links-radicale partij in Bielefeld. Gysi wil meer tijd voor zichzelf, voor zijn familieleden, voor zijn vrienden. Het drukke leven als politicus heeft aan zijn privéleven gevreten én aan zijn gezondheid (een hersenoperatie en drie hartinfarcten).
Derde Weg
De Duitse socialisten zullen Gysi missen, hun Übervater, de man die in 1990 zorgde voor de transformatie van de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED), de leidende partij van de DDR, tot Partei des Demokratischen Sozialismus (PDS), waaruit dan in 2007 Die Linke groeide. In de DDR verdedigde Gysi vaak dissidenten en mensenrechtenactivisten. Tijdens de ‘Wende’, de omwenteling van 1989-’90 in de DDR, ontpopte hij zich dankzij zijn retorisch talent tot een ware mediastar in West- en Oost-Duitsland. Als nieuwbakken voorzitter van een ontredderde SED behoedde hij de partij voor ontbinding. Begin 1990 in PDS omgedoopt was de partij van de ‘Democratische Socialisten’ zo met het partijvermogen verzekerd van een stevige financiële basis. Gysi stond in de traditie van de burgerbewegingen en van voormalige dwarsliggers in de SED die hadden gehoopt dat een geredde DDR een ‘derde weg’ zou bewandelen als alternatief voor het kapitalisme van West-Duitse signatuur en het ‘bureaucratische socialisme’ van het Oost-Duitse SED-regime (zie ook het hoofdstuk ‘De rode erfenis’ in mijn boek ‘Dominant Duitsland’).
Traumatisch
Na de eenmaking van Duitsland lukte het de PDS met telkens gemiddeld 20 procent verankerd te blijven in de heropgerichte Oost-Duitse deelstaten. Vele Oost-Duitsers gaven de PDS hun stem omdat ze zich in de ‘nieuwe Bondsrepubliek’ tweederangsburgers voelden of omdat ze vonden dat het socialisme toch ‘een goede idee’ was die alleen maar ‘slecht uitgevoerd’ was. Maar in de West-Duitse deelstaten vond de PDS zo goed als geen weerklank. Ze werd teveel gepercipieerd als de partij van de ‘Ossis’ (de onaangepaste Oost-Duitsers). Toch slaagde de PDS er dankzij haar massieve Oost-Duitse basis in ook op federaal niveau de kiesdrempel van vijf procent te overwinnen. Gysi wilde altijd dat de PDS meer dan een ‘regionale’ partij zou zijn. Hij droomde ervan dat ze ook zou aankomen in het ‘Westen’, dat ze zo de hele Bondsrepubliek in de richting van een socialistische maatschappij zou doen opschuiven. Daarvoor is samenwerking met die andere linkse partijen nodig, met de sociaaldemocraten van de SPD en met de Groenen. Maar dat gaat niet zo eenvoudig. Gerhard Schröder (SPD) voerde als kanselier in 2004 onder andere de zogenaamde Hartz-IV-hervormingen door om de arbeidsmarkt te moderniseren. West-Duitse sociaaldemocraten richtten in hun ontgoocheling over de ‘neoliberale’ koers van de SPD de organisatie ‘Wahlalternative Arbeit und Soziale Gerechtigkeit’ (WASG) op, waarmee de PDS in 2007 versmolt tot Die Linke. Op dankbaarheid van de SPD hoefde Gysi natuurlijk niet te rekenen. Bovendien staat de SPD nog altijd wantrouwig tegenover Die Linke, die via de PDS voortgekomen is uit de SED, de regimepartij van de DDR. De SED zelf is in 1946 in de toenmalige ‘Ostzone’ ontstaan vanuit de door de Sovjetbezetter erdoor gedrukte versmelting van de twee arbeiderspartijen, de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD) en de Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD). Onder het mom met verenigde krachten beter te kunnen strijden tegen het ‘fascisme’ wilden de Oost-Duitse communisten zo hun machtsmonopolie binnen de SED uitbouwen, en dat deden ze ook door mensen met een sociaaldemocratische oriëntering te vervolgen. De huidige SPD is die traumatische geschiedenis niet vergeten.
Omknelling
Gregor Gysi trommelt onvermoeibaar voor een rood-rood-groen bondgenootschap van SPD, Linke en Grüne. Hij wil de SPD bevrijden uit de omknelling van de Grote Coalitie die ze als juniorpartner heeft gesloten met de christendemocraten (CDU-CSU) van kanselier Angela Merkel (CDU). Hij hoopt op een linkse meerderheid bij de Bondsdagverkiezingen van 2017. Vanuit de Oost-Duitse deelstaat Thüringen komt alvast een goed signaal. Daar regeert Die Linke met Bodo Ramelow als ministerpresident en met de SPD als kleinere coalitiepartner. Gysi beseft dat er in Die Linke nog vele radicalen zitten die de centrum-linkse SPD vrees aanjagen. Die Linke zou zich ‘hübsch’ (mooi) moeten maken voor de SPD. Dat vergt het afscheid nemen van ‘überflüssige rote Linien’ (overbodige rode lijnen) en het sluiten van compromissen.
‘Brede linkse beweging’
Regeringsdeelname van Die Linke op federaal niveau is waarvan Gysi droomt. Maar torpedeert hij niet zijn eigen droom door binnenkort op te stappen als fractievoorzitter? Als gewoon lid van de Bondsdag zit hij niet meer aan de hefbomen van de macht binnen zijn eigen partij. Covoorzitter Bernd Reixinger wil niet laten tornen aan de ‘rode lijnen’ van de Linke als ‘Friedenspartei’ en als partij van de ‘sociale rechtvaardigheid’. Fractievicevoorzitter Sahra Wagenknecht moet niets weten van een SPD die de ‘herverdeling van de rijkdom’ opgegeven en zo haar ‘sociaal-politieke kern’ prijs gegeven zou hebben. De generatie binnen Die Linke die Gysi opvolgt, gelooft niet dat er nog land te bezeilen valt met de huidige top van de SPD. Hardleerse socialisten als Sarah Wagenknecht, Bernd Reixinger en covoorzitter Katja Kipping dromen van een brede linkse beweging in Duitsland zoals ze zich ook in Griekenland met Syriza en in Spanje met Podemos heeft ontwikkeld. Die Linke zou daarin het initiatief moeten nemen en zo de SPD-basis losweken van de partijtop.
Foto @dpa
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Albrecht Mendelssohn Bartholdy, kleinzoon van de grote componist, werd 150 jaar geleden geboren. Als jurist zette hij zich in voor vrede en verzoening.
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.