JavaScript is required for this website to work.
post

Algerije en Soedan: ‘Regime change’ van binnenuit

Regimewissels van binnenuit kunnen Afrikaanse emigratie omdraaien

Erik Bruyland6/5/2019Leestijd 4 minuten
Een jonge Algerijn werpt een traangasgranaat terug naar de politie tijdens
protesten in Algiers, op 12 april 2019.

Een jonge Algerijn werpt een traangasgranaat terug naar de politie tijdens protesten in Algiers, op 12 april 2019.

foto © Reporters/DPA

De opstanden in Algerije en Soedan zijn hoopvolle ontwikkelingen die de migratiestromen naar Europa kunnen keren.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘En Algérie, il n’y a que des assistés ou des harraga (nvdr, illegale emigranten).’ Dat is, kort samengevat, het toekomstperspectief voor meer dan de helft van de Algerijnse bevolking jonger dan dertig: werkloos bij familie hokken of illegaal de Middellandse Zee oversteken. Maar sinds februari scanderen de Algerijnen ‘Soit vous partez, soit nous partons!’ naar hun panikerende leiders. En de vlam sloeg sindsdien over naar Soedan. Ook het Marokkaanse establishment wordt stilaan zenuwachtig.

Eindelijk nemen delen van Afrika en de Arabische wereld hun lot in eigen handen. Dit zijn geen regime changes georkestreerd vanuit westerse, Russische of Chinese hoofdkwartieren – het soort regimewissels dat steevast faliekant afloopt, met catastrofale gevolgen voor de betrokken naties. Denk aan de ‘bevrijdingsoorlogen’ van Bill Clinton die in Centraal-Afrika ‘New African Leaders’ katapulteerde à la Kagame, Museveni en Laurent-Désiré Kabila, of George W. Bush die na de eeuwwisseling het Midden-Oosten zou ‘democratiseren’ met ‘New Arab Leaders’. Europa betaalt er met een massale instroom van gelukzoekers nog steeds de rekening voor.

Interne revolutie

Wegglijden in armoede en ontbering kan alleen gestopt worden door interne revoluties. Volkeren moeten hun problemen zélf aanpakken en oplossen. Miljoenen Algerijnen en Soedanezen zijn begonnen aan een tweede onafhankelijkheidsstrijd.

Daarbij een vaak decennialang schrikbewind trotserend, komen mannen én vrouwen, oud én jong, al wekenlang de straat op. Op een indrukwekkende manier, zingend, juichend en vooral geweldloos en vastberaden, proberen ze hun dictators te verjagen verjagen en tegelijk de corrupte kliek en het ‘systeem’ die eraan vasthangen buiten te schoppen.

Dieperliggende dynamiek

Het zijn ontwikkelingen die – al zou het nog mislopen en ontsporen, zoals gebeurde met de Arabische Lente van Libië, over Egypte, tot in Syrië – deze keer gedreven worden door een sterke democratische, interne dynamiek. Hoe het ook afloopt, de Algerijnen en Soedanezen hebben nu al bewezen dat aanhoudende massademonstraties stevig verankerde alleenheersers kunnen neerhalen.

Niemand in westerse, Chinese of Russische kanselarijen had enkele weken geleden kunnen bevroeden dat de Algerijnse president Abdelaziz Bouteflika of de Soedanese oorlogsmisdadiger Omar al-Bashir zo snel van hun troon zouden worden verjaagd.

Chinese model

Het is onderbelicht gebleven, maar wat in Algerije en Soedan gebeurt, past in een diepere onderstroom in Afrika. Zeker, de democratische opleving na de val van de Berlijnse Muur is intussen in heel wat landen afgeremd: sinds 2000 probeerden minstens dertig Afrikaanse staatshoofden langer aan de macht te blijven dan hun wettelijke ambtstermijn; meer dan de helft is daar ook in geslaagd. Joseph Kabila gebruikte met zijn stap opzij voor Félix Tshisekedi dan weer een soort ‘Poetin-Medvedev-wisseltruc’.

Vandaag lijken het Russische en vooral Chinese model aantrekkelijker dan ons westers systeem, zo blijkt uit de jongste Afrobarometer.* Amper 40 procent van de ondervraagden in 36 Afrikaanse landen meent dat de verkiezingen er ‘vrij en eerlijk’ verlopen; in 2003 vond 63% democratie nog het beste politieke systeem. Waar dit in 2013 was opgelopen tot 73%, was het in 2018 teruggevallen tot 67%.

Continent van de toekomst

Niettemin waren er het afgelopen decennium over heel het continent tientallen geweldloze massabewegingen actief; ze veroorzaakten van binnenuit gedreven regimewissels in onder meer Burkina Faso, Ivoorkust, Madagascar, Mali, Tunesië, Zambia, Zimbabwe en, nu dus, Algerije en Soedan. En dat stemt optimistisch.

Het uitbouwen van inclusieve instituties, gekoppeld aan een dynamiek van technologische innovaties maakt het verschil tussen falende en succesvolle naties. Afrika heeft evenveel talent als de rest van de wereld; het heeft de materiële grondstoffen en de menselijke rijkdom om het continent van de toekomst te worden. In Congo/Zaïre werden die mogelijkheden echter stelselmatig afgeblokt door buitenlandse (Belgische) bemoeienis.

Op hun hoede

De omwentelingen in Algerije en Soedan zijn nu al historisch, ondanks alle mogelijke valkuilen. En dat zijn er veel: in beide landen proberen maffiose kleptocraten, nauw verweven met een cliëntelistisch systeem, hun posities en vel alsnog te redden.

Bovendien zijn zowel in Algerije als Soedan de protestbewegingen op hun hoede voor een Egyptisch scenario of een kaping door islamisten. Algerije beleefde al in 1990 wat Egypte in 2012-13 heeft meegemaakt: een volksopstand met islamitische recuperatie gevolgd door een militaire machtsgreep.

Afrikaanse Unie

Ironisch is dat de Egyptische president, Abdul Fatah al-Sisi, de couppleger van Caïro, momenteel voorzitter is van de Afrikaanse Unie (AU) die aanmaant tot een terugkeer naar burgerlijk bestuur conform The African Charter on Democracy, Elections and Governance, die de AU in 2007 goedkeurde, in 2012 van kracht werd en waarmee ze ongrondwettelijke regeringswissels verwerpt.

Algerije en Soedan zitten in moeilijk vaarwater, maar directe buitenlandse inmenging is uit den boze. Hooguit kan Europa oproepen tot kalmte en zich bezinnen over politieke en economische samenwerking naar de toekomst toe, onder andere door inschakeling van de hier aanwezige diaspora of het opzetten van vormen van circulaire migratie.

Europa’s blinde vlek

Het drama van Afrika is dat uitgerekend zij die het best geplaatst zijn om de democratie en rechtstaat uit te bouwen en te versterken, massaal wegtrekken.

Dat deserteren van talent, van zij die vanuit de samenleving zélf de nodige veranderingen kunnen teweegbrengen, is dé blinde vlek van de pleitbezorgers voor open grenzen of een genereus Europees immigratiebeleid. Het verklaart grotendeels de stagnatie van Afrika na zestig jaar onafhankelijkheid!

Zou Europa, eeuwen geleden, bij een gelijkaardige uitstroom van talent en daadkracht zijn democratische omwentelingen en zijn industriële revolutie niet ontzettend vertraagd of zelfs mislopen hebben? Zou Europa, geamputeerd van zijn meest dynamische krachten, zijn Magna Carta of Plakkaat van Verlatinghe hebben verworven of de Prise de la Bastille hebben beleefd?

Alleen regimewissels van binnenuit kunnen de massa-emigratie stoppen en op duurzame manier sociale vooruitgang aanzwengelen.


* Nvdr, de link naar de studie lijkt dd. 06/05/2019 niet meer te werken. Foreign Affairs publiceerde op 17/01/2019 echter een artikel op basis van de Afrobarometer in kwestie.

Erik Bruyland is beroepsjournalist en auteur van 'Kobalt blues - de ondermijning van Congo (1960-2020)', Uitgeverij Lannoon. Hij is genoren en getogen in Congo, waar hij van 1978 tot 1984 de familiale onderneming leidde en woont nu deels in Indonesië en België.

Commentaren en reacties