JavaScript is required for this website to work.
post

Als het in Brussel knettert, knalt het in Parijs

ColumnJohan Sanctorum19/11/2015Leestijd 5 minuten

Naast de politieke verantwoordelijkheid voor 13/11, mag ook de politiek-correcte zelfcensuur van de media aan de kaak gesteld worden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De wereldpers heeft Sint-Jans-Molenbeek ontdekt, nu blijkt dat de bloedige aanslagen in Parijs vooral in deze pittoreske Brusselse gemeente werden bedisseld. Waarin een klein land groot kan zijn. Meteen is het ook alle hens aan dek in de Belgische en Vlaamse pers, wakker geschoten door het internationaal tumult omtrent de hoofdstad van het Jihadisme.  Want vergis u niet: onze pers heeft Molenbeek ontdekt omdat The Guardian, de Washington Post en Der Spiegel Molenbeek hebben ontdekt, niet omgekeerd. Hier en daar klinkt zelfs zowaar een bescheiden mea culpa.

De soft-linkse krant De Morgen bloklettert met een citaat van politicoloog  Dave Sinardet (VUB): ‘Radicalisering in Molenbeek werd afgedaan als kritiek op multiculturaliteit’ (15/11). Boeiende vaststelling. Vooral omdat deze krant zelf jaren lang de toon aangaf inzake politiek-correcte ontkenning. ‘Niemand begreep wat er in Molenbeek gaande was’ stamelt De Morgen verder. Misschien wilden ze het gewoon niet begrijpen, snoven ze alleen de couscousgeur op, en werd er vooral geschamperd op de ‘vunzige’ sociale media die wél een en ander signaleerden.

In De Standaard van het zelfde: ‘Sint-Jans-Molenbeek, broeihaard van terrorisme’ (16/11). Klopt, maar rijkelijk laat ontdekt voor een krant met zoveel mankracht, middelen en intellectuele pretenties. Molenbeek ligt maar op een goeie tien kilometer van Groot-Bijgaarden waar een 200-koppige DS-redactie zijn broek zit te verslijten, aan de afstand kan het niet liggen. En alweer voert deze krant vandaag een pleiade van opiniemakers op, die terrorisme aan kansarmoede linken,- een fatale legitimatie van geweld en terreur. Daarnaast klinkt het weerom dat we onze rechtstaat moeten veilig stellen maar ook de multiculturele rijkdom moeten koesteren, en meer van dat soort wollige praat waar lokale bewindvoerders als Philippe Moureaux (PS) decennia lang kracht uitputten om… niets te doen.

Brussel-Eurabia

Want wat is nu de essentie? Dat Molenbeek helemaal geen multiculturele gemeenschap herbergt maar louter tot islamfundamentalistisch minikalifaat is uitgegroeid, een ‘etnisch-religieuze enclave van een zeer gesloten, bekrompen gemeenschap’. Dat zijn niet mijn woorden, maar die van Teun Voeten in BrusselDezeWeek, maart van dit jaar.

Voeten is echt wel wat gewoon als oorlogsfotograaf, bekend om zijn fotoreportages over daklozen in New York, het extreme geweld van Mexicaanse drugkartels en de oorlogen in onder andere Rwanda, Bosnië, Irak en Afghanistan. Molenbeek echter was voor hem een compleet onleefbare plek, die hem zijn koffers deed pakken. Dat wil wat zeggen.

Voordien had ook al het reclamebureau Mortierbrigade zich eerst met veel multicultureel idealisme in deze gemeente gevestigd, om er nadien halsoverkop weer weg te vluchten voor de agressie, het vandalisme en de criminaliteit. Complete no-go-zones voor de politie waren ontstaan, en vrouwen zonder hoofddoek werden er ei-zo-na gemolesteerd. Woon daar eens tussen als niet-moslim.

Toch bleven De Morgen en De Standaard hun best doen om het fenomeen te herleiden tot couleur locale, straatanimatie als hobby van kansarme allochtone jongeren, en Brussel te zien als een multiculturele oase met hoogstens wat onfrisse kantjes. Ze cultiveerden een roze bubbel die helemaal niet klopt met de realiteit, maar die veeleer de sporen draagt van het Belgische compromisdenken. Daarbij werden ook systematisch opiniebijdragen geweigerd die de vinger op de wonde legden, of relevante literatuur (zoals ‘Brussel-Eurabia’ van Arthur Van Amerongen, 2007) genegeerd.

Ik verklaar deze establishmentpers moreel medeverantwoordelijk voor Parijs, 13/11. Door hun stelselmatige ijver om de problemen niét te benoemen, hebben zij een klimaat van laksheid geschapen dat ook het politieke discours infecteerde. Hetgeen tot een enorme onderschatting van de ernst van de situatie leidde, een gebrek aan alertheid en een onderbezetting van de inlichtingendiensten (waar nauwelijks iemand Arabisch spreekt). De pers brieft dus de politiek, jammer maar waar.

Waardoor premier Michel op Koningsdag voor de kamer verzekerde dat ‘de islam een vreedzame godsdienst is, vol mededogen’. Dat is natuurlijk niet zo, zelfs de linkse moraalfilosoof Patrick Loobuyck weet beter, evenals vermoedelijk Charles Michel zelf. In de Koranverzen van het Zwaard wordt namelijk opgeroepen om te strijden ‘tegen hen die niet in God geloven en niet volgens Gods verboden leven’. Wat in Molenbeek zeer letterlijk wordt genomen. Terwijl de Fransen hun wonden likken en op het punt staan, de principes van de rechtstaat en de lekenstaat te herijken, staat er in Brussel een premier de islam te bezingen. Il faut le faire.

Als het in Brussel knettert, knalt het in Parijs. Eindelijk spelen we weer een rol van formaat in het wereldgebeuren. Nogmaals: de politici zijn wie ze zijn, maar het is de verdomde taak van de pers om hen met de neus op de feiten te duwen. Molenbeek had al veel eerder voer voor onderzoeksjournalisten moeten zijn, en niet enkel voor de actuele ramptoeristen. ‘Saneren’ en ‘opkuisen’, termen die ik nu veel hoor, gelden misschien ook en vooral voor die sector.

Bloemen en kaarsjes

Ook via de sociale media reist het politiek-correcte virus en hebben we te maken met verbloeming die de waarheid veeleer verdoezelt. Neem nu dat filmpje van een interview, afgenomen door een Franse Canal+ reporter op de Place de la République in Parijs, waar talloze rouwkransen en kaarsjes zijn gedeponeerd. Ongeveer een half miljoen keer is het al ‘geliket’ op facebook.
We zien hoe een vijfjarig jongentje, genaamd Brandon, op die plek een microfoon onder de neus wordt geduwd. Er ontspint zich een kort gesprek met zijn papa over de gebeurtenissen. De kleine wijst op slechteriken met hun geweren, de kwaadaardigheid van de aanslag en voelt duidelijk dat er een probleem is. Papa sust en beklemtoont dat het overal wel wat is, en dat ze thuis zijn in Frankrijk. Vive la France, vive la République.
Maar kijk: Brandon lijkt duidelijk een andere visie te hebben op de bloemen en de kaarsjes. Terwijl de vader met Vietnamese roots, bewust van de camera op hen gericht, nogal nerveus focust op het vredelievende en bezwerende karakter van de bloemen, die volgens hem zowaar een schild tegen de terroristen vormen (“les fleurs, c’est pour combattre les pistolets,- ils vont nous protégér”), kijkt de kleine ongelovig rond en mompelt ‘Ils vont nous protéger??..‘.

Het filmpje is de wereld rond gegaan als model voor een politiek-correcte lezing van de feiten, waarin sentiment de boventoon voert: als de kalashnikovs knallen en er doden vallen, zullen wij antwoorden met bloemen en kaarsen. Het is boeiend hoe de vader van Brandon voor het oog van het publiek dat discours opvoert als welmenende pedagoog, maar het is nog boeiender hoe de kleine die lezing eigenlijk niét pikt, de ongerijmdheid en de hypocrisie van het ritueel als het ware ‘ruikt’.
Bloemen houden namelijk geen kogels tegen. Veeleer dienen ze om ons eigen geweten te sussen en de doden om excuus te vragen dat we hen lieten sterven. Tegenover de kwaadaardigheid van de moordenaars staat het onvermogen van de overlevenden om de doodsoorzaak écht te doorgronden en daar een conclusie aan te verbinden. Waardoor we in een constante schizofrenie terecht komen.

De manier hoe men hier een kind manipuleert en binnen een framing plaatst van ‘wit’ sentiment, terwijl het dat vanuit zijn gezond verstand afwijst, is stuitend. Bloemen en kransen hebben een functie in het rouwproces om onze afgestorven dierbaren. Maar als de massa die rituelen en attributen overneemt, komen we in een verhaal terecht van collectieve verdwazing, te vergelijken met onze ‘Witte Mars’ en zijn duizenden balonnen, anno 1996. Een mars van emoties zonder kritisch-politieke draagkracht.

‘Gaan die bloemen de geweren tegen houden?‘,- de opmerking van de kleine Brandon snijdt als een scherp mes doorheen alle bezweringsretoriek, gespeelde verontwaardiging en demagogie. Dit interview heeft, ongewild, de dimensie van het anti-sprookje over ‘de kleren van de Keizer’. Een les voor alle weldenkende bezitters van een perskaart.

 

Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.

    

  

 

Tags

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties