Angst voor Waals volksfront” opent de echte campagne
Peiling VRT/DS bevestigt andermaal electorale kloof
De politieke barometer op VRTnws.
foto © VRTNws.be
Na de jongste peiling is van een klimaatbonus voor Groen weinig te merken. De Wever blijft de politieke spelverdeler, maar van welke ploeg?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘De grootste sprong maakt Groen’, was de analyse van VRT en De Standaard na de jongste peiling van TNS. Hiermee wordt subtiel vergeten dat dit oud nieuws is. Van een klimaatbonus is weinig te merken. Ondertussen geraakt Bart De Wever in paniek. Alweer een mooi manoeuvre.
Vergelijken en verliezen
Het is altijd hetzelfde probleem: vergelijk je een peiling met de voorafgaande verkiezingen (in dit geval van 2014)? Met de voorgaande peiling van VRT/DS? Met peilingen van andere bureaus? Of met alledrie? We gaan voor die laatste optie. VRT en De Standaard doen het liever met de eerste optie. Zo is de N-VA al vijf jaar de ‘verliezer’.
In vergelijking met 2014 verliest de N-VA vier procent, maar dat is ‘oud nieuws’. Met 27,9 procent zweeft de partij van De Wever ook vandaag nog waar ze al jaren zweeft. Op een verlies van enkele procenten, vooral aan Vlaams Belang. Maar uit het gezichtsveld van de slappe concurrentie verdwenen.
De drie traditionele partijen boeken (beperkt) verlies: CD&V zakt naar 14,7 (-3,9 procentpunt), terwijl de liberalen (14,2) én de socialisten (12,7) allebei 1,3 procentpunten inleveren. Net onder de 15 procent spelen ze jojo in een pelotonnetje waar ook Groen aansluiting bij vindt. De partij zou met 14,6 procent of 6 procentpunten winst mogen rekenen. ’t Is maar hoe je het bekijkt. In de twee winterpeilingen (VRT en VTM) had de partij van Almaci uitzicht op 16 procent.
Ook Vlaams Belang (+3,5 procentpunt) en de PVDA (+3,1) winnen. Binnenkort zal blijken dat er mogelijk iets schort aan de methodiek van VRT/DS. In zowat alle peilingen van VTM/Het Laatste Nieuws haalt Vlaams Belang drie tot vier procent meer, en sluit ze aan bij de andere kleurpartijen.
Goed nieuws, slecht nieuws?
De peiling is ‘vooral slecht nieuws voor CD&V’, schrijft De Standaard. Haar positie als tweede grootste partij in Vlaanderen was tot nog toe nooit echt bedreigd, maar plots voelt ze de hete adem van alle andere partijen in de nek.
Is de supersnelle en snoeiharde kritiek van De Wever nog slechter nieuws? De N-VA-voorzitter haalde woensdag in De Ochtend keihard uit naar ‘de saboteur van de Zweedse regering’ en naar voorzitter Wouter Beke die nog voor Marrakesh de eerste was om het ontslag van Francken op de agenda te zetten. In de aanloop naar verkiezingen wordt het spel hard gespeeld. De vete tussen de twee kartelpartners zit diep. Almaar meer duiken signalen op over allerlei vreemde politieke combinaties.
Is de peiling dan ‘goed nieuws’ voor de N-VA? Op het eerste gezicht wel: alleen een monstercoalitie van CD&V, Groen, Open VLD en SP.A kan de partij buiten de Vlaamse regering houden. Anderzijds zou de N-VA in dit scenario wellicht twee partners nodig hebben om Vlaams te demarreren. Keuzestress voor alle partijen, dat zeker, maar precies daarom is een snelle Vlaamse regeringsvorming waarschijnlijk.
Wallonië
Ook Wallonië kan snel een eigen weg op gaan, weliswaar in een andere richting. De PS verliest wel 7,3 procent, maar blijft met 24,7 procent de grootste partij. Met Ecolo (22 procent) ligt een meerderheid in Wallonië voor het grijpen.
Ook deze peiling bevestigt nog maar eens de diepe kloof tussen noord en zuid in dit land. In Wallonië halen de drie uitgesproken linkse partijen (PS, Ecolo en PTB) 61,5 procent, in Vlaanderen amper 33,2 procent (Groen, sp.a, PVDA). De MR van Louis Michel (- 7,5 procent) en CDH (- 4,7 procent), de enige mogelijke partners van De Wever over de taalgrens verliezen.
En nu?
De ‘Zweedse’ regeringspartijen zouden samen tien tot vijftien zetels in de Kamer verliezen. Zelfs met de zetels van een verzwakt CDH erbij haalt men een tweede versie niet.
Zou De Wever hierom treuren? ‘De premier was de pedalen kwijt’, is zijn analyse. Hoe groter de kloof, hoe waarschijnlijker de onbestuurbaarheid? En hoe relevanter het confederalisme?
Volksfront
De Wever had het meteen over ‘het grote Waalse volksfront’ dat de Vlamingen moeten blokkeren. De angst slaat hem om het hart, zo begon hij. Prachtige intro van de echte campagne, als leider van een partij die in Vlaanderen zeker aan zet is, die zelf weer de populairste Vlaamse politicus is, en die in de top-4 van de poll nog Francken en Jambon naast zich heeft. Gaat het om gespeelde angst? Of net niet? Dat het ‘Waalse volksfront’ in Vlaanderen op voldoende steun zou kunnen rekenen om N-VA federaal te wippen, is weinig waarschijnlijk, al lijkt De Wever zijn best te doen om ook CD&V die kant op te jagen. Hij heeft nog geen gewonnen spel.
Ook in Brussel is links de baas. Ecolo wordt de grootste partij (21,5 procent, of +11 procent), gevolgd door de PS (19 procent, -5,9 procent). Ook hier zwaar verlies voor de MR (15,5 procent, of -7,6 procent). En de Vlaamse partijen? Die behalen in Brussel allemaal samen zo’n 13,4 procent. De N-VA steekt met 4,2 procent nog een eind boven de andere Vlaamse dwergen uit. Ook dat is een les.
Federaal
Mikt de N-VA in die electorale context op onbestuurbaarheid? “Dat is de Belgische logica”, aldus De Wever, waarin “water en vuur” zouden moeten samengaan. ‘Ik heb met een links Wallonië geen probleem, maar de factuur daarvan mag niet meer naar Vlaanderen worden doorgeschoven’, waarschuwt De Wever nog. Vrij vertaald: geen centen zonder confederalisme.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Personen |
---|
Jan Van de Casteele is historicus. Hij was journalist bij Het Nieuwsblad (1989-1999), werd stafmedewerker van de VVB (vanaf 1999) en hoofdredacteur van Doorbraak van 2003 tot 2012. Sindsdien is hij zelfstandig journalist.
De peiling van VTM/HLN zal weinig partijen deugd hebben gedaan. Maar vergeleken met 2014 wijst ze op interessante structurele veranderingen.