Antwerpen, zandkasteel aan de Schelde
Een aangespoelde Sinjoor spreekt
foto © VRT NEWS
De renovatie van het Steen mag een geslaagd project genoemd worden, en weerspiegelt voortreffelijk de Antwerpse identiteit.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp de sociale media circuleren foto’s van het Antwerpse Steen, de restanten van de middeleeuwse burcht aan de Schelde die al sinds 2018 een ‘renovatie’ ondergaat. Er wordt een grote vierkant blok tegen gepoot, dat een ‘toeristisch onthaal- en bezoekerscentrum met cruiseterminal’ moet worden.
Het bureau noAarchitecten (de naam alleen al) won in 2016 de wedstrijd, handig inspelend op het verlangen van de stad naar kosmopolitische grootsheid. In wilde dromen zag men grote ladingen toeristen met dikke portefeuilles -vandaar die cruises- aanmeren die de horeca en alle nevenbedrijven gelukkig moeten maken. Antwerpen zal zich meten met Kopenhagen, Londen, Barcelona, en Venetië … waar, helaas, cruiseschepen hoe langer hoe minder welkom zijn wegens te lelijk en te belastend voor de binnenstad. De concurrentie wordt klein, we maken een kans.
Bezette Stad
Soit, het Steen zal terug het echte Steen worden van weleer. Maar wat is dat? Met hun betonnen koterij hebben de No-architecten de nagel op de kop geslagen: al van de vroege middeleeuwen is de burcht een voorbeeld van militaire ondoelmatigheid, en heeft ze met haar bijgebouwtjes meer dienst gedaan als gevangenis, folterinrichting, toilet en museum, zelfs een houtzagerij, dan als vesting. Die frustratie zit diep in het Antwerpse genoom: we weten niet wat er achter de Scheldebocht loert, en als we het zien is het al te laat. Dat was al van in de 9de eeuw met de strooptochten van Noormannen. Deze hoonden het zandkasteel weg, lieten het voor wat het was en voeren met hun snekken de Schijn op om aan cruisetoerisme in de Kempen te doen.
Het Steen symboliseert dus vooral veel Antwerps verdriet. De verdedigingsstrategie blijkt nooit te kloppen, met de Val van Antwerpen in 1585 als dieptepunt. Ook dat verhaal is gekend: men stuurde een ‘oorlogsschip’ vol buskruit, genaamd Fin de la guerre, op de Spaanse pontonbrug over de Schelde af, dat helaas in het zand vastliep en voor veel vuurwerk zorgde. Veldheer Farnèse kwam niet meer bij. Van het lachen dan. Toen componist Richard Wagner, wiens opera Lohengrin zich aan het Steen afspeelt, de burcht bezocht, schoot ook hij in een lach bij de nietigheid ervan.
Als aangespoelde Antwerpenaar zeg ik u: ondanks de Strangers zijn deze stad en haar vesting een standing joke, verloren moeite om er een impressionant ‘landmark’ van te maken. Burgemeester van Antwerpen zijn betekent: burgemeester zijn van een bezette stad, titel van de groteske dichtbundel van Antwerpenaar Paul van Ostaijen, waarin we meesterwerkjes vinden als Holle Haven en Bordel.
Djimmenas!
De blijde intrede van de cruisetoeristen moet deze tragikomedie eindelijk afsluiten. Dit wordt een verhaal van herwonnen fierheid. Maar zullen ze komen? Het is bang afwachten. En hoe gaan ze zich gedragen? Toch niet zoals de Noormannen of de Spaanse furie van weleer? Zullen ze wel betalen? Ook in het stadsbordeel Villa Tinto, even grauw en troosteloos als de in aanbouw zijnde cruiseterminal en op amper vijf minuten wandelen van het Steen, houdt men voorlopig de billen dicht genepen. Het alom bekende Schipperskwartier werd eveneens ‘gesaneerd’, waardoor de originele rosse buurt herleid werd tot, jawel, een bunker met de gezelligheid van een foltergevangenis.
In de Antwerpse vloek ‘djimmenas!’ (‘klote!’) weerklinkt nog het droeve lot van het Semini-beeldje, én van het ganse Steen natuurlijk, én van de stad: hier huist de Sinjoor, spotnaam voor de bastaardzoon van een Spaanse soldenier en een plaatselijke deerne. Ik wil maar zeggen: de niet-architecten, belast met deze opdracht, maken het verhaal van de Antwerpse faling helemaal waar. Wat de Gentenaren niet tolereren, een verminking van hun Gravensteen, lukt in de Scheldestad moeiteloos, omdat de hand toch al geworpen is.
De malcontente Sinjoren zijn er hoe dan ook aan voor hun moeite: zoals gezegd werd het ontwerp al in 2016 toegewezen en wordt het nieuwe Steenkot in het najaar opgeleverd. Men had al vijf jaar geleden moeten protesteren. Is de Antwerpenaar opgelicht door zijn stadsbestuur? Dat zou kunnen, maar zich misleid voelen is een onvervalst Antwerpse beleving, zie ook wat De Wever en Co met de nachtvlinder/keukenprinses Sihame overkwam. Ook deze betaalde sessie begon vrolijk maar eindigde in ruzie en de rancune van een stel opgelichte klanten. Het toont wat Antwerpen is: een triest zandkasteel-annex-bordeel aan de Schelde. Daarom beoordeel ik het renovatie-ontwerp als geniaal, hebben de zeurpieten geen punt, en is er maar één kreet gepast: ‘djimmenas!’
Tags |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bij de docu-film van Jambers over BDW blijft de vraag hangen waar de N-VA als ‘republikeinse partij’ nu eigenlijk nog voor staat.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.