JavaScript is required for this website to work.
post

Armworstelen in het Midden-Oosten

Dirk Rochtus27/6/2012Leestijd 3 minuten

Er hangt een waas van geheimzinnigheid rond de Turkse F-4 die vorige vrijdag door het Syrische luchtafweergeschut werd neergehaald. Turkije en Syrië spreken elkaar tegen over de ’technische’ details van het voorval. De buitenwereld is verdeeld: het Westen veroordeelt Syrië, terwijl Rusland en Iran het regime van de Syrische president Assad nog altijd de hand boven het hoofd houden. Het Midden-Oosten is weer aan een nieuw rondje armworstelen toe analyseert Dirk Rochtus, docent internationale politiek en doorbraakredacteur, op de deredactie.be

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Sommige buurlanden van Turkije zijn broeihaarden van onrust en geweld. Irak bijvoorbeeld waar soennieten en sjiieten, aanhangers van de twee grote stromingen binnen de islam, elkaar naar het leven staan. Of van waaruit de Koerdische guerrillabeweging PKK er regelmatig op uittrekt om aanslagen te plegen tegen Turkse legerposten. Een ander voorbeeld is Syrië waar de strijd tussen het Assad-regime en de oppositie talloze mensenlevens kost.

Dit alles is koren op de molen van de tegenstanders van Turks EU-lidmaatschap. De grens van Turkije met Irak en Syrië zou als buitengrens volgens hen de Europese Unie blootstellen aan onnoemelijk veel gevaren. Maar hoe we het ook draaien of keren, in tijden van globalisering zijn die problemen allang ook die van Europa, met of zonder gemeenschappelijke buitengrens. Voorstanders zullen eerder geloven dat met Turkije erbij de problemen veel efficiënter worden aangepakt.

Gespannen relatie

Veel hangt er ook van af hoe het drama in Syrië zich verder ontwikkelt. De ogen van de wereld mogen dan wel gericht zijn op Syrië, maar de internationale gemeenschap heeft er tot nu het bloedvergieten niet kunnen stoppen. Misschien komt daar wel verandering in als Turkije in Syrië wordt binnengezogen – of zich laat binnenzuigen? Het neerhalen van de Turkse jet door het Syrische luchtafweergeschut zou voor een internationale organisatie, – de Verenigde Naties of de NAVO zeg maar – , wel eens de sleutel kunnen zijn om via Turkije binnen te geraken in het door crisis gebarricadeerde ‘Syrische huis’.

Veelbetekenend is de vraag van Ankara om de NAVO bijeen te roepen op basis van artikel 4 van het handvest van het bondgenootschap. Turkije voelt zich bedreigd en eist de nodige aandacht op voor de gespannen relatie waarin het zich al meer dan een jaar bevindt met Syrië. Vele gewone Syrische burgers zijn al naar buurland Turkije gevlucht; ook Syrische deserteurs zoeken hun heil aan de overkant van de grens. Turkije verleent steun aan de rebellenbeweging in Syrië.

Machtsstrijd

Door aan te kloppen bij de NAVO bevrijdt Turkije zich uit zijn hachelijke positie tussen een tot nu toe machteloos toekijkend Westen en het ‘sjiitische blok’ dat bestaat uit Iran, Irak en Syrië. In het Midden-Oosten woedt een machtsstrijd tussen Iran en Turkije. Wie wordt de regionale grootmacht?

Turkije ontvouwde de laatste jaren in de regio een nieuwe buitenlandpolitiek met meer aandacht voor de buurstaten. Volgens critici weerspiegelt deze politiek van de ‘Strategische Diepte’ nostalgie naar de oude Osmaanse glorie. Iran trekt de sjiitische kaart en haalt gelijkgezinde landen of groeperingen aan: Irak, Syrië en Hezbollah in Libanon. In Irak hebben de sjiitische Arabieren eindelijk de touwtjes in handen nadat ze tientallen jaren werden onderdrukt door het soennitische Saddamregime. De Iraakse premier al-Maliki richt de blik naar Teheran.

Turkse politici en analisten hopen op een soort bondgenootschap tussen de soennitische Arabieren van Irak en de Koerden van de Koerdische deelstaat (Kurdish Regional Government) in het noorden van Irak als buffer tegen de Iraanse invloed in dat land. Het sjiitische Hezbollah in Libanon weet zich geruggensteund door Iran, net zoals Syrië waar de minderheid van de alevieten, een aftakking van het sjiisme, de macht in handen heeft.

Minder goed nieuws voor Turkije komt er nu ook uit Egypte. Mohammed Mursi, de nieuwbakken Egyptische president, zoekt toenadering tot Iran, naar eigen zeggen om het ‘strategisch evenwicht in de regio’ gewaarborgd te zien. Onder zijn voorganger Moebarak werden de weinige sjiieten in het overwegend soennitische Egypte nog vervolgd omdat ze zogezegd een ‘vijfde kolonne’ van Iran vormden. Als Mursi daden op zijn woorden laat volgen, wordt de schaduw van Iran in het Midden-Oosten wellicht nog langer.

‘Firewall’

Turkije maakt zich niet alleen zorgen om de macht van Iran die tot aan zijn grenzen reikt, maar ook om het nationalisme van de Koerden in eigen land en in Irak, Iran en Syrië. Ankara had zijn altijd al moeilijk verlopen relaties met Damascus verbeterd nadat het Syrische regime in 1998 PKK-leider Öcalan de deur had gewezen.

Nu het er tussen beide staten weer bovenarms op zit, zou de Syrische president Assad de PKK vrij spel geven in zijn land. Volgens de Turkse inlichtingendiensten wemelt het van de PKK-strijders in het noorden van Syrië. Als dat klopt, stijgt zo het gevaar voor nieuwe aanslagen op Turks grondgebied. Bovendien zou Assad de PKK als een levende ‘firewall’ tegen een eventuele Turkse interventie misbruiken.

Harde woorden

Een eenzijdige interventie kan Turkije zich niet veroorloven. Het Turkse leger krijgt zo al de PKK die zich wat verderop schuilhoudt in Noord-Irak niet klein. Rusland dat een basis heeft in de Syrische havenstad Tarsus, zou zich ook verzetten tegen eventuele plannen voor militaire actie tegen Syrië.

Maar het bijeenroepen van de NAVO kan wel dienst doen als een soort geruststelling dat Turkije er niet alleen voor staat als het echt begint te branden. Voorlopig komen er enkel sancties tegen Syrië bij. De harde woorden van de Amerikaanse en Britse ministers van Buitenlandse Zaken over Syrië maken Ankara alvast duidelijk wie zijn beste vrienden zijn op het internationale parket.

Dit aryikel verscheen ook op deredactie.be 

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties