Baanbrekende groen-conservatieve regering in Oostenrijk
Nieuw politiek spoor in Europa?
Overwinningsspeech Sebastian Kurz in 2019
foto © Reporters
In Oostenrijk slaan conservatieven en groenen de handen in elkaar om de grote uitdagingen aan te pakken. Een nieuwe politieke tendens?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOostenrijk is een boeiend laboratorium voor vernieuwende politieke projecten. De conservatieve partij en de groenen slaan er de handen in elkaar om de grote uitdagingen zoals migratie en klimaat aan te pakken.
Gestrande rechtse regering
Zoals vele andere landen kent Oostenrijk een sterke politieke polarisatie. Conservatieve partijen zoals ÖVP (Österreichische Volkspartei) — met wat goede wil te beschouwen als een Oostenrijkse N-VA — hebben er de wind in de zeilen. Door de druk van de islam en de onzekerheid van de globalisering, gooiden in het verleden ook rechtspopulistische partijen als de FPÖ (Freiheitliche Partei Österreichs) hoge ogen. Net zoals in België worden de hogeropgeleiden en de ‘winnaars van de globalisering’ eerder aangetrokken door linksliberale en groene partijen. Bij de verkiezingen in september 2018 wonnen die Grünen 14% van de stemmen.
De verkiezingen in september 2019 kwamen na de schipbreuk van de vorige regering van de piepjonge premier Sebastian Kurz (ÖVP). Zijn conservatieve partij regeerde sinds 2017 met de almaar rechtser wordende FPÖ. Die laatste partij had in 2017 een kwart van de kiezers weten te verleiden. Ondanks enkele verwezenlijkingen — zoals de flexibilisering van de arbeidstijd en het verhogen van sociale uitkeringen — bleek die rechtse coalitie niet meer houdbaar door de instabiele FPÖ.
Toen in 2019 een Ibiza-video opdook waarin de FPÖ vice-premier Christian Strache met bezopen hoofd allerlei politieke gunsten beloofde aan een zogenaamde Russische multimiljonair in ruil voor verkiezingssteun, moest Kurz zijn rechtse experiment opdoeken. Nieuwe verkiezingen werden aangekondigd. In tussentijd zette de (Groene) Bundespräsident Van der Bellen een interimregering van technocraten aan het werk.
Waterloo voor socialisten
De verkiezingen van september 2019 werden een afstraffing voor de FPÖ. Ze verloren 10 procentpunten, evenveel als de winst van Die Grünen. Kurz en zijn ÖVP, die koppig een conservatieve koers waren blijven varen, kwamen versterkt uit de kiesstrijd (37,5 % van alle stemmen).
Een groenlinks alternatief voor Kurz bleek onmogelijk omdat de sociaaldemocraten van de SPÖ niet van het conflict aan de rechterzijde wisten te profiteren, onder meer omdat ze op een verkrampte wijze blijven uithalen naar de figuur van Kurz. Diens impopulariteit in betere ‘bobo’-kringen is te vergelijken met het ‘dédain’ waarop in Vlaanderen iemand als Bart De Wever door sommige groepen wordt bekeken; alsof niet de extremistische partijen, maar de centrumrechtse conservatieven de grote bedreiging voor de democratie zijn.
Groene superminister
De ÖVP had een meerderheid kunnen vormen met verliezers als de FPÖ of de SPÖ om zo binnen de vertrouwde politieke wateren te blijven. De samenwerking met die verliezers bleek echter moeilijk, waardoor Kurz zijn conservatieven met de groenen verbindt. Het nieuwe regeerakkoord zal groenen én conservatieven doen slikken. De groen-conservatieve regering bindt de strijd aan met de klimaatsverandering en wil daarvoor zelfs een CO2-taks uitwerken — de doelstelling is klimaatneutraliteit tegen 2040. Een groene superminister zal zowel voor energie als mobiliteit bevoegd zijn.
In ruil voor de milieubescherming, aanvaarden de groenen een sterkere bescherming van de Oostenrijkse identiteit en een strenge migratiepolitiek. Zo moeten de groenen zich scharen achter een algemeen hoofddoekverbod in scholen tot de leeftijd van 14 jaar (de leeftijd waarop de jongeren geacht worden zelf religieuze keuzes te kunnen maken). Ook gesloten centra en een kordate uitwijzing van niet-erkende vluchtelingen staan in het regeerprogramma. Toch keurde afgelopen zaterdag maar liefst 93% van het Bundeskongress van de Oostenrijkse groenen de regeringsdeelname goed; een regering waarin meer vrouwen dan mannen zullen zetelen.
‘We zijn verkozen om onze verantwoordelijkheid op te nemen,’ zo onderstreepte de groene partijvoorzitter Werner Kogler. Kogler wordt vice-premier in die groen-conservatieve regering. Daar moeten nog heel wat knopen worden doorgehakt, zoals over de timing en modaliteiten van de CO2-taks.
Nieuw politiek spoor voor Europa?
In theorie kunnen de groenen en conservatieven sterke bondgenoten zijn. De milieu- en natuurbescherming (‘conservare‘) heeft sterke conservatieve wortels. Extra milieubelastingen kunnen voor conservatieven interessant blijken als die zouden toestaan om andere belastingen (zoals die op arbeid) te verlagen. Als progressieve partij hoeven de groenen dan weer niet per se naïef-welwillend tegenover een vaak niet erg verdraagzame en ‘open’ godsdienst als de islam te staan. Grote migratiestromen dreigen bovendien te botsen met de bescherming van de open ruimte en de biodiversiteit.
In de politiek gaat het vaak eerder over symbolenstrijd en perceptie dan het werkelijk aanpakken van de grote maatschappelijke uitdagingen — herinner het dovemansgesprek tussen Groen en Bart De Wever (N-VA) in Antwerpen. Ook in steden zoals Mortsel, waar zowel de N-VA als Groen de grote politieke krachten zijn, blijkt het water tussen de twee stromingen vooralsnog te diep. Hoe dit groen-conservatieve experiment in Oostenrijk zal aflopen, is voor iedereen koffiedik kijken. Dat deze coalitie in heel Europa met grote ogen zal worden gevolgd, staat buiten kijf.
Zoals men ook in het blad Der Spiegel stelt: deze regering is een cruciale test voor een nieuw spoor in de Europese politiek. Het is een poging om de oude breuklijnen te overstijgen en tegelijk ecologie en migratieproblemen hoog op de agenda te plaatsen. Welke andere landen en steden zullen volgen?
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Chris Ceustermans is een veertiger die ooit van zijn pen leefde als journalist bij onder meer De Morgen. Na andere wegen te hebben verkend, keerde hij terug naar zijn oude liefde: de literatuur. Op Doorbraak pleegt hij af en toe een stuk over dingen die in de eenzijdige media te weinig aan bod komen. 'Ni dieu, ni roi, ni maître', blijft zijn motto, al lijkt dit voor de meeste zelfverklaarde 'links weldenkenden' al lang vergeten.
Hoe de Britse democratie Boris Johnson verteert en de darmen van de auteur door camera’s worden doorploegd. Ons lichaam, dat weet wat.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.