JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Belgische waterpoloteam wint, voetballers verliezen

Henk Jurgens22/6/2014Leestijd 3 minuten

Het grote voorbeeld van massa-sportmanifestestaties? De inter-geallieerde spelen in Parijs in 1919. Henk Jurgens belicht de vergeten sport manifestatie. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Van 22 juni tot 6 juli 1919 vonden in Parijs de Intergeallieerde Spelen plaats. Ongeveer 1500 atleten uit 18 landen en Britse dominions deden mee, waaronder 130 Belgische atleten. Alleen soldaten die tijdens de oorlog in dienst van de geallieerden waren mochten mee doen. Nederland was niet uitgenodigd, net als de Duitsers. Die waren geweigerd, ondanks hun officieel verzoek. De spelen waren een groot succes.

De Belgische waterpoloërs wonnen goud. België, Portugal, Frankrijk en de USA hadden zich ingeschreven. Helaas moest Portugal zich voor de halve finale terugtrekken zodat de Belgen zonder te spelen in de finale kwamen. Frankrijk werd in het zwembad van Bois de Boulogne met 3-0 geklopt. Begië Bobbe! zouden ze in Friesland geroepen hebben.

Een van de sterren van het team was Victor Boin. Boin was een allround atleet die driemaal aan de Olympische spelen deelnam. Hij was zwemmer, waterpoloër en degenschermer. In 1920 tijdens de Olympische spelen in Antwerpen legde hij namens de atleten de Olympische eed af. Het was voor het eerst dat dit gebeurde.

Dat er bij waterpolo maar een paar teams deelnamen was in die tijd niet zo verwonderlijk. Zo won Nederland in 1920 tijdens de Olympische Spelen van Antwerpen goud en zilver bij het zeilen in de 12-voets jol. Deze glorieuze overwinning kwam niet geheel onverwachts. Er deden twee teams mee.

Het Belgisch voetbal elftal verloor de eerste wedstrijd met 4-1 van Tsjecho-Slowakije.  De andere wedstrijden tegen de Verenigde Staten en Canada werden wel gewonnen maar alleen de winnaars van de 2 groepen gingen door naar de finale. Tsjecho-Slowakije won de finale met 3-2 van Frankrijk. Een jaar later, tijdens de Olympische spelen van Antwerpen, namen de Belgen revanche. Ze versloegen toen Tsjecho-Slowakije in de finale met 2-0. Een groot volksfeest was het gevolg.

Met touwtrekken verloor het Belgische team de finale van de Amerikanen. Binnen 1 minuut had het Amerikaanse elftal de Belgische zwaargewichten over de streep getrokken.

Bij het granaatwerpen kwamen de Belgen tekort. De winnende Amerikaan kwam tot 74,93 meter. De beste Belg bleef steken op 61,62 meter. Maar helemaal eerlijk was dit niet. De Amerikanen hadden de regels bepaald. Er mocht vanuit de borst recht vooruit geworpen worden, net zoals pitchers dit bij het Amerikaanse hokbal deden. De Belgen, en de andere voormalige frontsoldaten, waren uiteraard gewend hun handgranaat met een boog de loopgraven uit te werpen.

Omdat er geen overeenstemming over de regels bereikt kon worden werd het bajonet vechten zelfs van de lijst van te beoefenen sporten afgevoerd.

Het rugby team maakte niet veel klaar, hoewel de Belgen in de oefenwedstrijden van Engeland en Tsjecho-Slowakije gewonnen hadden en gelijkgespeeld tegen Frankrijk. 

De opening van de spelen op zondag 22 juni 1919 werd bijgewoond door 25.000 mensen. Het nieuw gebouwde Pershing Stadion was afgeladen. Met de bouw van het stadion in het Bois de Vincennes was pas in april 1919 begonnen. Het werd in 90 dagen onder Amerikaans toezicht uit de grond gestampt. Naar schatting zijn de wedstrijden in het Pershing Stadion alleen al door ruim 300.000 bezoekers bijgewoond. In totaal hebben een half miljoen bezoekers de spelen in twee en een halve week bijgewoond.

Het idee voor de spelen was al in oktober 1918, nog voor het einde van de vijandigheden, door de Amerikanen geopperd. ‘Twee miljoen mannen zijn nu in gevecht om de Hun te verslaan,’ schreef Elwood S. Brown, hoofd atletiek van het YMCA, het Young Men’s Christian Association. ‘De Franse soldaten en de burgerbevolking zijn zeer geïnteresseerd in de Amsrikaanse sporten en de fine play spirit that premeates them.’ 

Over de organisatie en de kosten werd niet moeilijk gedaan. De Amerikanen gingen er van uit dat elk land de kosten van hun eigen atleten zouden dragen. Ze vonden dit zo vanzelf sprekend dat dit niet in de uitnodiging van de Amerikaanse opperbevelhebber, generaal Pershing, stond vermeld. Al in januari 1918 liet koning Albert weten dat de Belgen van de partij zouden zijn. De selectie van de Belgische deelnemers vond op 11, 12 en 13 juni plaats in het stadion van Antwerpen.

Toen de atleten uit de deelnemende landen in Parijs arriveerden gingen ze er tot verbazing van de Amerikanen van uit dat die verantwoordelijk waren voor de equipment, het transport, het onderkomen en hun voedsel. Direct werden door de Amerikanen tentenkampen gebouwd en alle logistieke problemen opgelost. Het centrum van het kampement, het allereerste atletendorp, was the melting pot, een tent die naast het Pershing stadion werd gebouwd. Honderd en zestien Amerikaanse meisjes bedienden er de deelnemers. 39.000 Liter ice cream en 700.000 liter limonade werden er geserveerd. Er werden site-seeingtochten naar Parijs en Versailles georganiseerd om de deelnemers bezig te houden, want, vooral de Amerikaanse soldaten die nog steeds wachtten op hun repatriëring verveelden zich enorm.

Naast het Pershing stadion verrees ook een perscentrum met een eigen drukkerij, telefoon- en telegraafaansluitingen, een postkantoor en natuurlijk ook een batterij motorkoeriers om de persartikelen naar Parijs te brengen. De Amerikanen toonden Europa hun vermogen tot organiseren en improviseren. In twee en een halve week werd er gestreden in 26 takken van sport. De Intergeallieerde Spelen zijn het model voor de organisatie van grote sportevenementen geworden. 

Foto (c) 

De Nederlandse publicist Henk Jurgens (1942) is politicoloog (UvA). Hij schrijft regelmatig in Doorbraak over Nederland en de Nederlandse politiek.

Commentaren en reacties