Het was op Vrouwendag, 8 maart, dat Bart Schols in De Afspraak de onvermijdelijke Bieke Purnelle had uitgenodigd, directrice van het feministische kenniscentrum Rosa, met als gesprekspartner politica en Antwerps schepen Els van Doesburg (N-VA). Purnelle stak uiteraard onmiddellijk de litanie van de discriminatie af, de loonkloof en het glazen plafond, het nut van Vrouwendag, maar van Doesburg repliceerde onmiddellijk door te stellen dat in onze maatschappij mensen kunnen kiezen voor een studierichting, een job, voor een relatie, én voor…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Het was op Vrouwendag, 8 maart, dat Bart Schols in De Afspraak de onvermijdelijke Bieke Purnelle had uitgenodigd, directrice van het feministische kenniscentrum Rosa, met als gesprekspartner politica en Antwerps schepen Els van Doesburg (N-VA). Purnelle stak uiteraard onmiddellijk de litanie van de discriminatie af, de loonkloof en het glazen plafond, het nut van Vrouwendag, maar van Doesburg repliceerde onmiddellijk door te stellen dat in onze maatschappij mensen kunnen kiezen voor een studierichting, een job, voor een relatie, én voor de balans professioneel-privé. Bij ons is ‘gelijk loon voor gelijk werk’ bij de wet geregeld, kinderen krijgen doe je niet meer van nature maar omdat je het wenst, en ‘vrouwelijke beroepen’ bestaan, maar wat is daar eigenlijk mis mee?
Een bewijs van achterstelling, mopperde Bieke,‘98% van de kinderverzorgers zijn vrouwen’. Ja, maar wat doe je dan met de advocaten, huisartsen en tandartsen, beroepen waar beide seksen in ons land ongeveer gelijk vertegenwoordigd zijn? De topdokter-professor aan het UZ die mijn knie opereerde was een dame. En indien zelfs vrouwen met een mager curriculum en bescheiden opleidingsniveau zoals Bieke Purnelle een stevig gesubsidieerd ‘kenniscentrum’ mogen besturen, wat is dan het probleem?
We hadden dus voor één keer eens iets dat ten huize Schols op een debat trok. Tot overmaat van ramp leek de dame aan de overkant van de tafel, China-correspondente Eva Rammeloo, meer geneigd om van Doesburg te volgen dan de klaagzang van Purnelle. En dan moest ‘Godfather van de koers’ Patrick Lefevere zijn mond nog opendoen, om te zeggen dat gescheiden mannen het ook moeilijk hebben, en dat vrouwen van topvoetballers een gemakkelijk leventje leiden. ‘U begeeft zich nu op glad ijs’, siste Bart Schols. Maar de 68-jarige godfather had zijn zeg gedaan en hield zich voor de rest bij het koersgebeuren.
Tradwives

Een spel tussen satire en statement.
Soit, het sacochengevecht op Canvas leek één ding duidelijk te maken: dat het old school feminisme op zijn retour is bij vrouwen en meisjes, en daar zit de latente mannenhaat van MeToo voor veel tussen. Bieke Purnelle, de captain van de Vlaamse diversiteitsindustrie (nu ook beschikbaar als superdiversiteit) lijkt in een achterhoedegevecht verwikkeld, en meer en meer bezorgd om haar eigen relevantie. Ze noemt zichzelf journaliste en heeft een opinierubriek in De Standaard, maar wie deze Afspraak op Vrouwendag aandachtig beluisterde, begreep dat zo’n kenniscentrum vooral aan bezigheidstherapie doet voor zijn stafleden en personeel.
Op de webstek van Rosa vzw noteren we als kernthema’s: feminisme en kolonialisme, beeldvorming van vrouwelijk leiderschap, eenouderschap, politieke participatie, body positivity, extreem rechts en misogynie, nood aan een genderbewust design, partnergeweld, tienerprostitutie, vrouwen en comedy, een jaar #MeToo… Opvallende afwezige is ‘de vrouw in de islam’: dat lijkt me toch een fundamentelere kwestie dan ‘extreem rechts en misogynie’, een grotendeels verzonnen lemma om de klassieke olifant in de kamer niet te moeten benoemen.
In haar jongste DS-column maakt Beatrix Purnelle, zoals ze echt heet, zich ook nog druk om een ander onrustwekkend fenomeen, veel gevaarlijker volgens haar dan de Koran: de tradwives en de stay-at-home-girlfriends die zich op TikTok en andere media uitdrukkelijk presenteren als gelukkige huisvrouwen aan het fornuis, wachtend op hun ventje onder het motto ‘spoil your husband like it’s 1959’. ‘Zo’n vrouw zou ik wel willen’, proestte Patrick Lefevere het uit. Bieke kon er niet om lachen. Mij lijkt die jaren ’50-pastiche voor een stuk satire, bedoeld om de doorgeslagen MeToo-beweging, het gendergeleuter en het eeuwige slachtofferfeminisme op het verkeerde been te zetten. En ja, misschien is het huisvrouw-zijn, weg van de professionele rat race en de burn-outs, ook wel een aanlokkelijk perspectief. Nogmaals: het feminisme is opeens ouderwets.
Stinkende camembert

Jean-Paul Sartre, auteur van ‘L’être et le néant’.
De wet van de terugkerende slinger dus. En nu wil ik Bieke wel even munitie geven in haar feministische kruistocht tegen rechts, door te poneren dat sommige vrouwen wel degelijk hun charmes gebruiken om ‘hogerop’ te geraken. Om dan eventueel naderhand klacht in te dienen wegens ‘grensoverschrijdend gedrag’, zie de Weinstein-affaire.
Die schadeclaims zijn pure afzetterij, maar dat vrouwen hun grootste troef uitspelen, hetzij hun verstand, kookkunst of sex-appeal, vind ik perfect legitiem, biologisch correct en zelfs een toepassing van het gelijke-kansen-principe. Daarom heb ik het grootste respect voor domme blondjes die de klepel weten hangen. Mannen moeten maar weten wat ze ermee aanvangen, it takes two to tango. Genoeg seksistische praat? Wacht, ik ben nog niet klaar, niet voor niets heb ik gewacht tot na Vrouwendag met deze column. Het feit dat macht (en talent) erotiseert, moet ook lelijke mannen aansporen om hun best te doen, een diploma te halen, en zo langs een omweg toch het vrouwtjesdier te imponeren.
Niemand minder dan Jean-Paul Sartre is daarvan het bewijs, de filosoof met de lelijkste kikkersmoel van het westelijk halfrond, die onleesbare boeken schreef, zoals ‘L’être et le néant – Essai d’ontologie phénoménologique’, waar studentinnen enorm geil van werden. Bekend is zijn truc van de stinkende camembert die ze bij een privé-les onder hun neus geschoven kregen, om het verschil tussen l’être en le néant uit te leggen. Dat was ver vóór MeToo: de meisjes die niet wegdraaiden of gingen klikken bij de boulevardpers kregen een voldoende voor filosofie.

Prins kust ongevraagd Sneeuwwitje: mag niet.
Ik weet niet hoe Bieke Purnelle dit zou inpassen in haar intersectionele wereldkaart, en wie in deze confrontatie van de Schone en het Beest nu het slachtoffer is, wie de dader. De anekdote van de stinkkaas toont toch maar dat afzichtelijke kikvorsmannen ook aan hun trekken kunnen komen, en dat domme blondjes ook uitzicht hebben op een diploma. Is er een mooiere illustratie van het gelijke-kansen-principe denkbaar? En wie kent niet de grap waarbij Marylin Monroe tijdens een banket aan Albert Einstein voorstelde om een kindje te maken met zijn verstand en haar schoonheid, waarop Albert antwoordde dat hij niet het risico wilde lopen dat het andersom zou uitvallen?
Soit, door het onnozele gemekker over de prins die aan Sneeuwwitje geen kus meer mag geven, en de eindeloze discussies over glazen plafonds, zouden we vergeten dat er in Oekraïne en Oost-Congo vrouwen verkracht worden, en dat genitale verminking nog altijd in bepaalde culturen gangbaar is. Niet te vergeten dus de structurele misogynie van de islam. Ofwel focust het feminisme op die reële sporen, buiten MeToo, ofwel wordt het steeds irrelevanter en zal het grappen als ‘spoil your husband like it’s 1959’ voor lief moeten nemen. In de verte kijkt een godfather monkelend toe.
Luistertip: ‘Every Baby Needs A Da-Da-Daddy’ (Marilyn Monroe, 1948)