Bill Cosby is opnieuw een vrij man. Nadat de acteur twee jaar in een cel had doorgebracht, werd hij op 30 juni vrijgelaten als gevolg van een arrest van het Hooggerechtshof van de staat Pennsylvania. Een omstreden beslissing die een belangrijk – doch correct – precedent zet. America’s Dad Bill Cosby – volledige naam: William Henry Cosby Jr. – is een begrip in de Amerikaanse televisiegeschiedenis. Met The Cosby Show werd hij in de jaren ’80 van de vorige eeuw…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Bill Cosby is opnieuw een vrij man. Nadat de acteur twee jaar in een cel had doorgebracht, werd hij op 30 juni vrijgelaten als gevolg van een arrest van het Hooggerechtshof van de staat Pennsylvania. Een omstreden beslissing die een belangrijk – doch correct – precedent zet.
America’s Dad
Bill Cosby – volledige naam: William Henry Cosby Jr. – is een begrip in de Amerikaanse televisiegeschiedenis. Met The Cosby Show werd hij in de jaren ’80 van de vorige eeuw een van de meest herkenbare en geliefde gezichten in de Verenigde Staten. Cliff Huxtable, het personage dat hij vertolkte, en Cosby zelf kregen als bijnaam ‘America’s dad’ – een teken van de bijna universele sympathie waarop de acteur kon rekenen.
Aantijgingen dat ‘papa’ zich tijdens zijn carrière van meer dan 50 jaar aan talloze vrouwen zou hebben vergrepen, betekende de razendsnelle val van een icoon. ‘Zou hebben vergrepen,’ want tot op vandaag werd Cosby slechts één keer strafrechtelijk veroordeeld. En daar hebben zowel de wettelijke verjaringstermijnen als het perverse ‘hij zegt-zij zegt’-spel dat veel zedenmisdrijven kenmerkt veel mee te maken.
Sociaal contract
Cosby werd in april 2018 schuldig bevonden aan het meermaals aanranden van Andrea Constandt. Zijn straf bestond (onder meer) uit een gevangenisstraf van minstens drie jaar en ten hoogste tien jaar. Opmerkelijk is dat, ondanks de tientallen aantijgingen, de acteur enkel voor deze feiten werd vervolgd en veroordeeld. De morele overwinning voor de andere slachtoffers in het bijzonder en de #metoo-beweging in het algemeen, hing zo af van de rechtmatigheid van die éne, ondertussen vernietigde, beslissing uit Pennsylvania.
Het is belangrijk om in strafzaken een onderscheid te maken tussen twee vragen: (1) ‘Is de verdachte schuldig?’ en (2) ‘Kreeg de verdachte een eerlijk proces?’ De meeste mensen zijn, vanuit een inherent rechtvaardigheidsgevoel, voornamelijk, soms zelfs exclusief, geïnteresseerd in de eerste vraag. Van kindsbeen af wordt ons aangeleerd dat goed gedrag beloond wordt, terwijl slecht gedrag gesanctioneerd wordt.
Enige tijd in de ‘echte wereld’ ontdoet de meesten van ons van het idee dat iedereen zijn verdiende loon krijgt. Toch blijft de consensus dat misdaad niet loont, en dat een grote hoeveelheid publieke middelen dit moet garanderen.
De bestraffing van misdadigers is dan ook fundamenteel in het sociaal contract tussen burgers en overheid. Het verbod om ‘het recht in eigen handen te nemen’ is onlosmakelijk verbonden met het gebod voor de staat om delinquenten op te sporen, te berechten en ervoor te zorgen dat straffen worden uitgevoerd. Zelfs de meeste libertariërs zullen erkennen dat dit tot de kerntaken van de overheid behoort.
Roofdier
De tweede vraag, of de verdachte een eerlijk proces (‘due process’) heeft gekregen, is voor velen van ondergeschikt belang. Althans wanneer ‘de schuld vaststaat.’ Wanneer een veroordeelde vrijkomt omwille van onrechtmatig handelen vanwege het openbaar ministerie wordt laatdunkend gesproken over ‘procedurefouten.’ Procedurefouten zijn de kunstjes van zogenaamde ‘procedurepleiters,’ advocaten met een dubieus moreel kompas, die schuldigen met juridische kunstgrepen vrij proberen krijgen.
In een moderne rechtstaat wordt het recht op een eerlijk proces gezien als de beste manier om de juiste verdachte op te pakken. Overijverige procureurs worden aangespoord om op een doordachte en ethische manier met bewijsmateriaal om te springen. Doen zij dit niet, dan kan maanden, soms jaren aan speurwerk met de slag van de voorzittershamer teniet worden gedaan.
Dit laatste gebeurde – tot grote frustratie van zowat iedere Amerikaan – in de zaak Cosby. Teleurstelling en frustratie, want over de grond van de zaak bestaat maar weinig twijfel. America’s dad is een seksueel roofdier die graag vrouwen drogeerde voor seks. Het probleem dat zich hier echter stelt, is de manier waarop de aanklager dit te weten kwam.
Schikking
In 2005 had de openbaar aanklager, of district attorney (DA), onvoldoende bewijs om Cosby te vervolgen voor het (vermeend) seksueel misbruik van Andrea Constandt. Dat verhinderde Constandt niet om zelf een burgerlijke vordering voor schadevergoeding aanhangig te maken. Dit is perfect mogelijk en bij stilzitten van de overheid zelfs courant.
Gezien het niet om een strafzaak ging, kon de rechter Cosby niet veroordelen tot een celstraf of geldboete. Cosby bevelen Constandt schadeloos te stellen voor het leed dat hij haar een jaar eerder had berokkend, kon de rechter wel. Uiteindelijk zou de eis tot schadevergoeding uitmonden in een schikking tussen Cosby en Constandt, waarbij de eerste meer dan drie miljoen dollar uitbetaalde aan de laatste en door beide partijen een geheimhoudingsovereenkomst werd ondertekend.
Zelfincriminatie
Dat Cosby zich in zo’n nadelige positie bevond dat hij hiermee akkoord ging, was onder andere het gevolg van zijn eigen getuigenis. Hij erkende (deels en in afgezwakte vorm) de aantijgingen van Constant (en anderen).
Maar waarom was Cosby zo onverstandig om te getuigen in een zaak waarin hem gevraagd werd het boekje open te doen over zijn eigen, potentieel misdadig gedrag? De garanties van de openbaar aanklager speelden een belangrijke rol.
Onder de Amerikaanse grondwet kan een verdachte niet gedwongen worden tegen zichzelf te getuigen. In juridische termen heet dit het verbod op zelfincriminatie. Het recht van iedere Amerikaan om te zwijgen wanneer hij door getuigen zich blootstelt aan strafvervolging, is een fundamenteel beginsel opgenomen in het vijfde amendement van de Amerikaanse grondwet (vandaar de zinsnede ‘pleading the fifth’).
Druk
Dit principe strekt zich ook uit tot burgerlijke zaken wanneer een partij gevraagd wordt getuigenissen af te leggen die aanleiding kunnen geven tot het opstarten van een strafprocedure. Om Cosby tegen zichzelf te laten getuigen kondigde de district attorney publiekelijk aan de komiek bij gebrek aan bewijs niet te zullen vervolgen voor dezelfde feiten. Hierdoor kon Cosby de vrees voor zelfincriminatie niet inroepen tegen Andrea Constandt en werd hij gedwongen, op straffe van meineed, te getuigen over zijn eigen seksueel wangedrag.
Nadat steeds meer vrouwen naar voren kwamen met beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag werd de politieke druk om Cosby alsnog te vervolgen steeds groter. Zoals eerder vermeld was bewijs echter schaars en waren de meeste zaken bovendien al geruime tijd verjaard. Eén dossier vormde evenwel een uitzondering: dat van Andrea Constandt.
Gebroken belofte
Ondertussen was een nieuwe district attorney aangetreden. Die besloot dat hij niet gebonden was door de toezeggingen van zijn voorganger. In de strafzaak die uiteindelijk tot diens opsluiting zou leiden, gebruikte de nieuwe DA daarom Cosby’s getuigenis in de eerdere burgerlijke rechtszaak. Een getuigenis die Cosby enkel had gegeven omdat de toenmalige aanklager beloofd had hem niet te zullen vervolgen voor diezelfde feiten.
Het Hooggerechtshof van Pennsylvania oordeelde dat het openbaar ministerie haar beloftes niet mag breken. Ook dat is een principe dat we van jongs af meekrijgen: beloofd is beloofd.
Overwinning
Strafpleiters beweren weleens dat burgers boos worden op de verkeerden. Het zijn niet zozeer de advocaten die procedurefouten blootleggen, als de aanklagers die ze maken. Als algemeen uitgangspunt is deze stelling absoluut correct.
De vrijlating van Bill Cosby is dan ook geen overwinning van een onterecht schuldig bevonden man, maar vooral de overwinning van het recht op een eerlijk proces, ondanks politieke en mediatieke druk. Een overwinning van de rechtstaat en de uniforme toepassing van de rechtsregels die haar typeert.