JavaScript is required for this website to work.
post

Blufpoker met mensenlevens

Iran blijft spelen met het leven van Ahmadreza Djalali

Edward Azadi24/5/2022Leestijd 4 minuten
Ahmad Reza Djalali (2014).

Ahmad Reza Djalali (2014).

foto © WikiMedia Commons / VOA Persian

Iran zet met succes gijzelaars in als diplomatiek wapen. VUB-gastprofessor Djalali is al zes jaar slachtoffer van zulke gijzeldiplomatie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Opnieuw verstreek een deadline voor de executie van VUB-gastprofessor Ahmad Reza Djalali. En opnieuw weten we niet of de executie effectief heeft plaatsgevonden of werd uitgesteld. 6 Jaar na zijn arrestatie, en 4,5 jaar na zijn terdoodveroordeling, blijft Djalali de speelbal van de Islamitische Republiek.

Spectaculaire beschuldigingen

Djalali is arts en professor rampgeneeskunde. Hij is verbonden aan het Zweedse Karolinska Instituut, de Universiteit van Oost-Piëmont in Italië en de Vrije Universiteit Brussel. Hij gaf opleidingen en workshops over de hele wereld, ook in zijn geboorteland Iran, waar hij in 2016 werd gearresteerd en beschuldigd van spionage.

Bij aanklachten voor spionage geeft Iran geen details vrij over de exacte beschuldigingen. Het proces vind plaats achter gesloten deuren en eventueel bewijsmateriaal wordt niet bekend gemaakt, ook niet aan de verdediging. We weten dus niet waar prof. Djalali precies van beschuldigd wordt. Iraanse staatsmedia vermelden in hun berichtgeving soms wel meer. Aanvankelijk beweerden zij dat Djalali de identiteit zou hebben bekendgemaakt van medewerkers aan het Iraanse nucleaire programma. Die medewerkers zouden later door Israël zijn vermoord.

Maar doorheen de jaren verschenen er in de media steeds spectaculairdere beschuldigingen. Zo zou Djalali allerlei interne informatie hebben gelekt, zowel van het Iraanse nucleaire agentschap als van het ministerie van Defensie. Interne documenten, lijsten met namen, plattegronden van gebouwen… Hij zou zelfs een virus hebben binnengesmokkeld op het computernetwerk van het ministerie van Defensie. Djalali zelf ontkent elke betrokkenheid bij spionage.

Zonder bewijs

Vrienden, collega’s en familie van Djalali blijven overtuigd van zijn onschuld. Het gebrek aan duidelijke, officiële beschuldigingen en de afwezigheid van enig bewijsmateriaal helpen niet om de veroordeling geloofwaardig te maken. Maar hoe pijnlijk ook, bekeken vanuit Europa is de vraag over schuld en onschuld niet eens het belangrijkste aspect van deze zaak. Bekeken per inwoner voert geen enkel land ter wereld meer executies uit dan Iran. Honderden per jaar. Veel geëxecuteerden zijn moordenaars of drugdealers. Maar het gaat ook vaak om politieke activisten of mensen die tijdens een schijnproces achter de schermen snel worden veroordeeld, zonder dat de buitenwereld ooit precies weet waarom. Elk van die executies is een drama voor de nabestaanden. Maar in het geval van Djalali is er meer aan de hand.

Gevangenenruil

De voorbije jaren slaagde Iran er meermaals in om toegevingen te verkrijgen van westerse landen, in ruil voor de vrijlating van een van hun onderdanen uit Iraanse gevangenschap. In 2020 liet Iran de Fransman Roland Marchal vrij in ruil voor de vrijlating door Frankrijk van een Iraanse ingenieur. Ook in 2020 liet Iran de Australische Kylie Moore-Gilbert vrij na uitwisseling met drie Iraanse bommenleggers die in Thailand in de cel zaten. Dit jaar liet Iran de Britse Nazanin Zaghari-Ratcliffe vrij, in ruil voor het vrijgeven door Londen van 393,8 miljoen pond. Die waren ooit betaald door de sjah van Perzië voor de aankoop van Britse tanks. Tanks die na het uitbreken van de Iraanse revolutie nooit zijn geleverd.

Het zijn slechts enkele van tientallen voorbeelden waarin Iran gevangen buitenlanders gebruikt als gijzelaars in onderhandelingen. Het heeft er alle schijn van dat de Islamitische Republiek op een gelijkaardige manier probeert munt te slaan uit de gevangenschap van prof. Djalali. Alleen lijken noch België, noch Zweden, vooralsnog bereid om hieraan mee te werken. Gevangenen gebruiken om landen onder druk te zetten is illegaal onder de Gijzelaarsconventie van de VN. Iran ontkent dan ook dat het Djalali gebruikt in onderhandelingen. Ook Zweden en België hebben nooit officieel toegegeven dat hierover met Iran onderhandeld zou zijn. Toch geven beide landen hun burgers wel een negatief reisadvies voor Iran omwille van ‘het risico op verhoren en willekeurige arrestaties’.

Toevallige samenloop?

In november 2020 vond in Antwerpen het proces plaats tegen de Iraanse diplomaat Asadollah Asadi, die had geprobeerd een bomaanslag in Parijs te organiseren. Drie dagen voor dit proces begon, kondigde Iran aan dat Djalali die week zou worden geëxecuteerd. Drie dagen na afloop van het proces tegen Asadi en zijn handlangers stelde Iran de executie van Djalali plots uit. Op 3 december 2020 verkondigde de toenmalige Iraanse minister van Buitenlandse Zaken in een interview dat Iran bereid was tot het ruilen van gevangenen, zonder daarbij namen te noemen.

Begin mei 2022 vond in Zweden een proces plaats tegen Hamid Nouri. Nouri zou mee verantwoordelijk zijn voor de massa-executies van duizenden politieke gevangenen in Iran in 1988. Opnieuw kondigde Iran net in dezelfde periode de executie aan van Djalali. Iraanse staatsmedia verklaarden dat de executie Zweden een les moest leren om nooit meer iets zoals het proces tegen Nouri te ondernemen. Zekerheid daarover is er nog niet, maar het lijkt er op dat Iran ook deze keer de executie niet uitvoert.

Er is niet enkel deze opvallende samenloop van ontwikkelingen rond Djalali met de processen tegen Asadi en Nouri. Amnesty International stelde een hele lijst samen van uitspraken door politici en diplomaten. Dit overzicht laat weinig er twijfel over bestaan dat Iran de gevangenschap en eventuele executie van Djalali gebruikt om druk uit te oefenen op Zweden en België.

Politiek dilemma

Het blijft voor politici een moeilijk dilemma. Er zit nog steeds een tiental Europese burgers in een Iraanse cel. Hun vrijlating bekomen betekent niet alleen ontzettend veel voor de betrokkenen en hun naasten, het kan ook electoraal een mooie bonus opleveren voor de betrokken ministers. Enkele diplomatieke toegevingen, het oplossen van financiële disputen, of het vrijlaten van een gevangene kan dan een kleine prijs lijken. Maar toegeven aan chantage met gijzelaars heeft ook een andere kost: het plaatst een prijs op het hoofd van je burgers in het buitenland.

Sinds de VS in 2018 uit de nucleaire deal met Iran stapten, heeft de EU op alle mogelijke manieren geprobeerd om de economische relaties met Iran in stand te houden. Ook nu nog lopen er onderhandelingen om de deal nieuw leven in te blazen. Maar je kunt geen normale relaties onderhouden met een land dat het op jouw inwoners heeft gemunt. Het is moeilijk handel drijven met een land waar jouw zakenreizigers niet veilig zijn. Het stoppen van de Iraanse gijzeldiplomatie, zou voor Europese diplomaten dan ook een voorwaarde moeten zijn om de economische relaties met Iran te herstellen.

Commentaren en reacties