De ondraaglijke lichtheid van ‘My Salinger Year’
Salinger drukte een onuitwisbare stempel op de coming of age-literatuur.
foto © Publiek domein / Wiki Commons
‘My Salinger Year’ maakt je als kijker niet veel wijzer over de kluizenaar-schrijver van ‘Catcher in the Rye’. Het is meer ‘The Devil Wears Prada’, maar dan met boeken.
Waarin uw dienaar anderhalf uur van zijn mooie jonge leven kwijtspeelt aan een film die weliswaar ‘Salinger’ in de titel draagt, maar amper uitstaans heeft met de kluizenaar-schrijver van Catcher in the Rye.
Bij sommige schrijvers is het zo dat ik meer over hen heb gelezen dan van hen. Een van de auteurs voor wie dat bij uitstek geldt, is J.D. Salinger. Zijn Catcher in the Rye — De vanger in het graan — kon ik als adolescent moeilijk aan mij voorbij laten gaan. En al heeft de branieachtige toon van protagonist Holden Caulfield bij een tweede of derde herlezing iets opgefokts en gekunstelds, als monument van de coming of age-literatuur is het onovertroffen. Mijn exemplaar van Catcher belandt met andere woorden niet in mijn tweedehandsboekenkraam, wil ik maar zeggen.
Literaire kluizenaar
Van zijn andere werk heb ik hier en daar een flard meegehad. Negen verhalen en Heft hoog de nokbalk, timmerlieden en Seymour, een introductie zitten diep verscholen in de stapel te lezen boeken. Het moet zijn dat ik Holden Caulfields geestelijke vader interessanter vond dan Caulfield zelf. Heel verwonderlijk is dat niet. Salinger was, samen met Thomas Pynchon, een van de grote literaire kluizenaars van de twintigste-eeuwse Amerikaanse letteren. Al bij de publicatie van Catcher in the Rye maakte hij er een punt van zo min mogelijk over zijn boek te vertellen en zo min mogelijk interviews te geven. En al zeker niet in zijn getormenteerde zielenleven te laten graven.
Na 1965 publiceerde hij bij leven geen letter meer. Hij trok zich terug op het landgoed in New Hampshire dat hij sinds de jaren 50 bewoonde. In de kleine halve eeuw die daarop volgde, bleef hij nadrukkelijk in de schaduw. Van vijfenzestig miljoen verkochte exemplaren van Catcher kun je heel wat privacy kopen, zo blijkt.
Na Salingers dood in 2010 raakte de stilte doorbroken. Biografen Dale Shields en David Salerno kwamen in 2013 met een vuistdikke biografie en bijhorende documentaire. Beide dreven op schreeuwerige claims over ‘onthullingen’ over het privéleven van de schrijver en op speculaties over nog te publiceren werk uit Salingers nalatenschap. Veel substantieels bleef daar na kritisch onderzoek niet van over. Intussen was natuurlijk niet te vermijden dat Caulfield in de huidige culture wars onder vuur zou komen te liggen. Te veel wit privilege, te veel misogynie, te veel schuttingtaal waar niet tegenop te ‘tut-tut-tutten’ valt. Al blijven er ook verdedigers opduiken, die in Caulfield, houd u vast, de ‘originele millenial’ zien.
Salinger-mythe als verdienmodel
Dit om maar te zeggen dat ik nog wel eens wil opkijken wanneer de naam ‘Salinger’ valt. Zo kwam de film My Salinger Year op mijn pad. De prent is gebaseerd op de memoires van de Amerikaanse literair agente en schrijfster Joanna Rakoff. Zij wordt midden jaren 90 als bij toeval aangeworven door het literaire agentschap dat Salingers publicaties beheert. Salingers aanwezigheid hangt over het bedrijf als een dreigende sluier. Het mag duidelijk zijn dat het agentschap veel baat heeft bij het instandhouden van de Salinger-mythe. Het is op eieren lopen om, in het ontluikende informaticatijdperk waarin de film zich afspeelt, het mysterie intact te houden.
Alleen: dat is niet het verhaal dat deze film wil vertellen. Ondanks de ‘Salinger’ in de titel lijkt de schepper van Catcher in the Rye eerder een toevallig smaakmakend element in wat au fond het verhaal is van Rakoffs ontluikende schrijversambities. De focus ligt meer op de tirannieke neigingen van Joanna’s bazin Margaret dan op de laconieke adviezen die Rakoff van Salinger ontvangt via telefoon.
De film wil veel — te veel — tegelijk zijn. Een klassiek verhaal over een klein, verlegen meisje dat in de grote stad haar torenhoge ambities wil waarmaken. Een break-up story. Maar ook een parabel over de meritocratische illusies waarmee millenials zichzelf het leven zuur maken. Een reflectie over wat nu wérkelijk belangrijk is in het leven, enzovoort. Op zijn slechtst eerder The Devil Wears Prada, maar dan met boeken. Even voorbij halfweg heb je als kijker geen lust meer om nog te weten te komen waar dit verhaal eigenlijk naartoe gaat. De film is even aanlokkelijk als een koudgeworden latte macchiato.
Niettemin heeft de film bij zijn release in de Belgische zalen (verwacht eind augustus) kans op succes. De hele productie heeft de esthetiek van een klassieke Netflixproductie, met gedetailleerde decors die de sfeer moeten oproepen van New York in de jaren 90. Wat weer maar eens mijn idee bevestigt dat wie heimwee heeft naar de jaren 90 er zelf niet bij is geweest. Zelfs Windows 95 is intussen retro. Ondanks de schrijversnaam in de titel hoef je om ‘mee’ te zijn zelfs geen Salinger gelezen te hebben. Dat heeft protagoniste Joanna zelf immers ook niet. Deze literaire biopic heeft de lichtheid van opgeklopt melkschuim. Kan lekker zijn, maar ik heb mijn koffie liever zwart. In de tijdspanne die My Salinger Year van je tijd in het ondermaanse afknijpt, kun je gerust een paar van Salingers verhalen lezen. Think about it.
Michiel Leen (°1987) is zelfstandig journalist en redacteur voor verschillende publicaties, waaronder De Lage Landen, Deus Ex Machina, Verzin en verschillende vakbladen. Leen woont en werkt in Antwerpen.
De memoires van een Amsterdamse politierechercheur doen Michiel Leen denken aan Baantjer, maar ook aan Simenon.