JavaScript is required for this website to work.

Kies voor een bio over De Pillecyn, Van Wilderode, Durnez of De Martelaere

Frank Hellemans16/11/2022Leestijd 4 minuten

foto ©

Op de site van het Letterenhuis kan je een kandidaat voor een schrijversbio aanstrepen. Frank Hellemans suggereert vier mogelijke kandidaten.

Tijdens deze herfstige boekenmaand organiseert het Antwerpse Letterenhuis een originele online poll: je kan er een kandidaat-schrijver naar voor schuiven over wie je graag een biografie zou lezen. De top 3 van de meest gekozen genomineerden krijgt dan volgend jaar alvast een levensschets mee in afwachting van een definitieve biografie. U stemt toch ook?

Biografisch potentieel

Het is één van de meest positieve acties van deze Boekenmaand: de oproep van het Letterenhuis om als lezer zelf een schrijver op de kaart te zetten over wie je graag een biografie zou lezen. Om te helpen wordt een top 10 van kandidaten voor een levensverhaal naar voor geschoven. Maar de literaire erfgoedorganisatie laat ook de mogelijkheid open om zelf met een schrijver op de proppen te komen. En dat opent misschien perspectieven om minder commerciële maar o zo interessante Vlaamse klassieke auteurs eveneens een kansje te gunnen op een meeslepend verteld levensverhaal.

Nogal logisch dat het Letterenhuis in eerste instantie natuurlijk kiest voor kandidaten van wie het archief in de eigen kluizen op ontsluiting wacht. Hubert Lampo (1920-2006) heeft van dit tiental allicht het meeste biografische potentieel maar ik kan me voorstellen dat Lampo’s huisuitgeverij – Meulenhoff – ook al in die richting denkt. En ook het Hubert Lampo-genootschap, met een grote schare Nederlandse Lampo-fans, zal allicht wel mee aan de kar willen trekken. In het verleden sponsorde het al werk over de Vlaamse magisch-realistische tovenaar bij uitstek. Die andere Nederlandstalige meester van het magisch-realisme, Johan Daisne (1912-1978) namelijk, kreeg al een interessante biografie door Johan Vanhecke. Hoog tijd dus voor het levensverhaal van Lampo dat quasi een hele eeuw overspant.

Prins van de Nederlandse letteren

De andere kandidaten op de top 10 van het Letterenhuis zijn misschien mindere goden maar – toegegeven – allemaal hebben ze wel iets in petto: van de volksschrijfster Johanna Desideria Courtmans-Berchmans (1811-1890) tot de experimentele maker van grotesken Gust Gils (1924-2002). Ook de Boomse sociaalrealist Piet van Aken (1920-1984), theaterauteur Tone Brulin (1926-2019) of de katholieke schrijfster Maria Rosseels (1916-2005) die in haar eentje moest opboksen tegen een haast uitsluitend mannelijke schrijfwereld bieden zeker mogelijkheden.

Bij Doorbraak wordt al enkele jaren de trom geroerd voor het oeuvre van Filip de Pillecyn (1891-1962). Jean-Pierre Rondas en Emmanuel Waegemans, voorzitter van het Filip de Pillecyn-comité, slaagden er in om werk van ‘de prins der Nederlandse letteren’ opnieuw uitgegeven te krijgen. Eerst was daar de ongecensureerde uitgave van Tegen de muur, De Pillecyns gevangenisjournaal uit Sint-Gillis.

Na de Tweede Wereldoorlog werd De Pillecyn wegens culturele collaboratie veroordeeld tot tien jaar hechtenis. Hij sleet uiteindelijk vijf jaar in kampen en gevangenissen. Uitgeverij Doorbraak bracht ook een heruitgave van Mensen achter de dijk, De Pillecyns meest beklijvende roman die zonder meer een plaats verdient in elke Vlaamse literaire canon die naam waardig. Ook nu nog krijg je in deze roman een schitterend beschreven tijdsbeeld van de agrarische pre-industriële Vlaamse standensamenleving die De Pillecyn in zijn jeugd in al haar onverbiddelijke wreedheid maar ook ondoorgrondelijke schoonheid meemaakte, en hier opnieuw bijzonder suggestief tot leven brengt.

Desem in het brood

De Pillecyns leven en werk omspant de hoogtepunten – en ook dieptepunten zo je wil – van de twintigste eeuw. Al tijdens WO I was hij actief als cyclist bij de zware artillerie én als journalist-schrijver die aan de wieg lag van de oprichting van De Standaard en later van Pallieter. De Pillecyn werd de intellectuele voorman van de Vlaamse Beweging die zou breken met zijn vroegere mentor Frans Van Cauwelaert omwille van diens minimalistische, al te voorzichtig-zuinige invulling van het Vlaamse onafhankelijkheidsstreven.

De Pillecyn geraakte daardoor professioneel op een zijspoor en moest zich tevreden stellen met een baantje als leraar Nederlands in Malmédy en later in Mechelen. Het is daar dat hij aan het plaatselijke atheneum onder zijn scholieren een auteur als Piet van Aken ontdekte. Om maar te zeggen dat hij ook in die ondergeschoven positie toch desem in het literaire brood leef. Na een kort ‘aangebrand’ intermezzo als cultuur- en literatuurpaus tijdens WO II zou hij daarna min of meer wegdeemsteren.

Priester-dichter-leraar

De Pillecyn is dus een ideale kandidaat om een doorwrochte biografie mee te geven. En dat geldt natuurlijk ook nog voor heel wat andere schrijvers. Ik heb zelf een boontje voor Gaston Durnez (1928-2019) die het literair-journalistieke Vlaanderen van het interbellum tot vandaag mee heeft vorm gegeven: als journalist natuurlijk, maar ook als radio- en tv-persoonlijkheid, als cursiefjeschrijver, plezierdichter én Timmermans-biograaf. Kort voor zijn dood heeft hij zijn uitgebreid archief gedeponeerd in het Letterenhuis. Stof te over dus om van het boeiende leven en werk van Durnez een beklijvend tijdsdocument te maken.

Een andere auteur die van zijn katholieke religiositeit geen geheim maakte, is natuurlijk priester-leraar-dichter Anton van Wilderode (1918-1998). Deze Vlaamse Vergilius inspireerde scholieren als Paul Snoek, Tom Lanoye, Dirk van Bastelaere en Erik Spinoy om te gaan dichten. In zekere zin was hij de laatste erfgenaam van het nu uitgestorven geslacht van priester-dichter-leraars die in het zog van Guido Gezelle en Hugo Verriest de Vlaamse letteren dynamiteerden én dynamiseerden.

Een mogelijke bio van deze vroegere smaakmaker van de Vlaamse poëzie én vertaalkunst – denk aan zijn prachtige vertalingen van Vergilius bijvoorbeeld – zou heel wat inzicht kunnen geven in de manier waarop deze verdwenen schrijversgeneratie de Vlaamse letteren heeft gemaakt tot wat ze vandaag is. Voorlopig moeten we het stellen met een gecommentarieerde inventaris van Van Wilderodes leven en werk door Roger Tempels uit 2016.

Verlichtingsdenken en taoïsme

Patricia de Martelaere (1957-2009), de beste Nederlandstalige essayiste tout court, verdient zeker een diepgravende biografie. Marja Pruis maakte met Als je weg bent in 2013 een bescheiden voorstudie voor een échte bio over De Martelaeres raadselachtig leven en werk. De plotse verdwijning van haar echtgenoot spreekt tot de verbeelding. Het mysterie raakte nooit opgelost trouwens. De manier waarop ze als filosofe en essayiste eerst het verlichtingsdenken omarmde om dan plots de switch te maken naar het taoïsme is ook meer dan het documenteren waard.

In zekere zin liep ze daarmee immers vooruit op de manier waarop veel intellectuelen vandaag het boeddhisme of de zen-meditatie naar voor schuiven als spirituele uitweg uit de westerse geestelijke armoede. Dat De Martelaere notoir eenzelvig was, maakt het natuurlijk niet makkelijk om als biograaf de waarheid te gaan uitspitten. Maar is dat nu uitgerekend niet dé uitdaging om als biograaf eraan te beginnen?

Eén klik

Stemmen kan nog tot 30 november. Wie weet dat u straks mee aan de basis ligt van die voldragen bio over De Pillecyn, Van Wilderode, Durnez of De Martelaere. Eén klik helemaal onderaan het formulier volstaat.

Frank Hellemans doceerde journalistiek aan de Thomas More hogeschool in Mechelen. Hij is literatuurcriticus en auteur van onder andere ‘Mediatisering en literatuur’ en ‘Echte mediaprimeurs. Een communicatiegeschiedenis’. Levenslang supporter van Malinwa én Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties