JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Brussel E.D. Een oplossing voor Brussel, België en Europa?

Opinie

François d’Adesky16/2/2014Leestijd 5 minuten

De toekomst van Brussel hangt niet alleen af van wat met België gebeurt. Een Verenigde Staten van Europese Regio’s met een speciaal statuut voor Brussel. Is dat de toekomst? 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement
In de nieuwe multipolaire wereld waarin wij leven, beschikt geen enkel Europees land individueel over de mogelijkheden om op zichzelf het hoofd te bieden aan de uitdagingen van de globalisering. Voortaan kunnen deze uitdagingen alleen nog op het niveau van de Europese Unie (EU) worden aangepakt. Aangezien Europa onze enige toekomst is, zouden wij voor onze Belgische institutionele problemen een ‘compromis’ moeten vinden dat past binnen het Europese eenmakingsproces. Hierdoor wordt ons land als het ware een laboratorium voor de oplossing van eventuele Europese institutionele problemen.
 
In het licht van een onontkoombare mondialisering, willen de Europeanen, vanuit een gewettigd streven naar meer autonomie voor de Belgische en Europese regio’s, meer politieke bevoegdheden naar het lokale niveau halen. Deze bewustwording van de burger zou een antwoord kunnen vinden in de transformatie van de Europese landen in confederaties van regio’s, waarbij deze laatste uiteindelijk ‘Europese verenigde staten’ worden.
 
Aangezien het project van de Belgische Confederatie naar aanleiding van de jongste gemeenteraadsverkiezingen opnieuw op het voorplan van de politieke actualiteit is getreden, denk ik, als Brussels burger, dat het hoog tijd is om na te denken over het meest aangewezen statuut voor ons gewest in het kader van deze nieuwe configuratie.
 
Een enquête die in mei 2011 in de krant Le Soir verscheen, stelde: ‘dat in geval van een splitsing, de Brusselaars met overweldigende meerderheid voor het Europees District kiezen…’ Eenzelfde standpunt zou te verwachten zijn als het Federale België zou worden omgevormd tot een Belgische Confederatie.
 
De confederatie is namelijk een onmiskenbare ‘breuk’ ten aanzien van het federale model. Het gaat hierbij immers om een unie die wordt aangegaan tussen onafhankelijke staten of tussen entiteiten die vóór de confederatie niet onafhankelijk waren, maar het daarna wel worden. In een confederatie kan per Verdrag duidelijk worden vastgelegd wat ‘gemeenschappelijk moet worden beheerd’. Ik ben er vast van overtuigd dat het Europese District de scheiding van de toekomstige ‘Belgische Confederatie’ zal verhinderen tot deze uiteindelijk opgaat in een toekomstig federaal Europa. De confederatie is slechts een stap naar de federatie. Staten zoals Canada, Zwitserland of de VS hebben dit proces al met succes beproefd.
 
De Brusselaars moeten resoluut en ten volle hun lot van de 21e eeuw aanvaarden: dat van een bevolking met uiteenlopende identiteiten dat leeft op de grens van de Latijnse en de Germaanse wereld, in een stad die zowel de hoofdstad van België als van Europa is. Deze verschillende identiteiten zijn voor de Europese instellingen een goede voedingsbodem om evenwichtige partnerschappen tot stand te brengen tussen Europa en de landen van het mediterrane en Afrikaanse grensgebied. Een federaal Europa zou opnieuw zijn ‘Europees humanisme’ kunnen uitspelen in de wereld en zijn hoofdstad, Brussel, zien uitgroeien tot een planetair beslissingscentrum op gelijke voet met Washington, Beijing enz. Om ervoor te zorgen dat Brussel deze nieuwe rol kan vervullen, moet het worden omgevormd tot een ‘Europees District’. Maar niet zoals Washington D.C., want de inwoners van het Amerikaanse federale district zijn beknot in hun politieke rechten en voelen zich als het ware tweederangsburgers.
 
Het statuut van Europees District werd overigens reeds in 1954 overwogen voor Saarland, tijdens het voorbereidende werk voor de oprichting van de toekomstige Gemeenschappelijke Markt, met als einddoel een destijds nog voorbarig Federaal Europa. Hiermee wilden men de historische rivaliteit tussen Frankrijk en Duitsland met betrekking tot het bestuur van dit gebied het zwijgen opleggen. Uiteindelijk koos Saarland voor heraansluiting bij Duitsland. 
 
Het is duidelijk dat een Europees District voor het Brussels gewest vandaag in een andere context zou moeten ontstaan: de minister-president van het tot Europees District omgevormde Brussel-Hoofdstad zou worden gekozen door het parlement van dit district en zou niet moeten worden ‘gestuurd’ door een Europese Commissaris. Er zou een voor de hand liggend ‘controlerecht’ voor de Belgische Confederatie en de EU nodig zijn om te garanderen en te controleren dat efficiënt gebruik wordt gemaakt van hun financiële middelen voor de dubbele functie van het District als hoofdstad van zowel de Belgische Confederatie als de EU.
 
Deze controle zou kunnen worden geconcretiseerd door de benoeming van afgevaardigden van de Belgische Confederatie en de EU in het Uitvoeringsorgaan van het Europese District. Tegelijkertijd zou er een afvaardiging van het Europees District in de parlementen van de Belgische Confederatie en de EU moeten worden voorzien. De entiteiten binnen de Belgische Confederatie zouden logischerwijze Vlaanderen, Wallonië, het Europees District en een Duitstalige regio zijn.
 
Om ervoor te zorgen dat alle Belgen en Europeanen zich thuis zouden voelen in hun Europees District geworden hoofdstad, zou er voor de bestuurstalen worden gekozen voor de drie Belgische landstalen, gecombineerd met de drie werktalen van de EU, die sinds de recente resolutie over de taalregeling voor het Europees octrooi de facto het Duits, het Engels en het Frans zijn. Uiteindelijk zou dit neerkomen op vier bestuurstalen in het District: de drie Belgische landstalen, aangevuld met het Engels.
 
Dit voorstel zou als voordeel hebben dat het een toegeving doet door het Nederlands in Europa een bevoorrecht statuut te geven tegenover de andere officiële talen van de EU. In het ideale geval zou er een speciaal mechanisme moeten worden voorzien voor de vertegenwoordiging van de Nederlandstaligen in het parlement van het Europees District, naar het voorbeeld van wat er momenteel gebeurt in het parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In deze taalkwestie zou het ‘controlerecht’ van de EU in het bestuur van het District verlangen dat er geld wordt uitgetrokken om de Brusselse scholen om te vormen tot quasi ‘Europese scholen’. Deze laatste zijn namelijk al doeltreffend gebleken op het vlak van meertalig onderwijs. 
 
Wat de bewegwijzering in het District betreft, zou men voor vereenvoudiging kunnen opteren door nog slechts één taal te gebruiken die de ‘historische’ Europese identiteit belichaamt: het ‘Latijn’. De Rue de la Loi/Wetstraat zou dan ‘Via Legis’ gaan heten.
 
Dankzij het Verdrag van Lissabon, dat de EU ‘rechtspersoonlijkheid’ verleent, is de EU gerechtigd haar hoofdstad gezamenlijk met het Brussels gewest (omgevormd tot Europees District) en de toekomstige Belgische Confederatie te besturen. Ook vóór het bestaan van dit Verdrag was de Europese Commissie (EC) reeds rechtstreeks betrokken bij het beheer van het vastgoedpark van de ‘Europese wijk’ van Brussel, in samenspraak met het Brussels gewest.
 
Bovendien ben ik ervan overtuigd dat de netelige kwestie van de geografische grenzen van een moderne metropool, alsook het lot van de zes faciliteitengemeenten rond Brussel, met name in het kader van het Europees District van een Confederaal België kan worden opgelost. Het zal namelijk makkelijker zijn te onderhandelen over de aansluiting van deze
faciliteitengemeenten bij het Europees District dan te praten over de uitbreiding van het Brussels gewest met deze zelfde gemeenten. Dit zou nog versterkt worden indien bepaalde Waalse gemeenten uit de rand deze zelfde wens tot aansluiting bij het District zouden uitspreken.
 
We besluiten dat als in toekomstige institutionele besprekingen een voorspoedig beeld wordt geschetst van België over 20 jaar, er in onze overgang naar een Belgische Confederatie, en altijd binnen het kader van het Europese integratieproces, sprake moet zijn van een Europees District in de plaats van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
 
François d’Adesky, heeft een lange carrière bij de UNIDO (United Nations Industrial Development Organisation) achter de rug, vooral in Afrika. Hij schrijft deze opnie in eigen naam.

Foto: © Reporters

Categorieën

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties