JavaScript is required for this website to work.
Geopolitiek

Burgeroorlog in Mali en Belgische hulp

Politieke reacties op verzoek grotere militaire aanwezigheid in complex land

Carl Deconinck8/2/2022Leestijd 6 minuten
MUNISMA-controlepunt bij Menaka, Mali.

MUNISMA-controlepunt bij Menaka, Mali.

foto © Mission de l'ONU au Mali

In 2023 zou het aantal Belgische militairen in Mali naar 300 kunnen stijgen. Politieke partijen en analisten bekijken of dit verstandig is.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het gaat al lange tijd slecht in het West-Afrikaanse Mali. Het land zit in een verscheurende burgeroorlog die al tien jaar aansleept en zakt steeds dieper weg in een moeras van geweld. België lijkt er nu te willen gaan helpen.

Waarom nu Mali?

Het is al lang onrustig in Mali, een gigantisch land. Maar in feite is de regering enkel in de hoofdstad aanwezig. De oorzaak van de onrust ligt ten noorden: Libië. Nadat het Westen kolonel Moammar al-Qadhafi van de macht verdreef, verzonk het zoals Afghanistan in een uitzichtloze burgeroorlog. Er volgde een domino-effect.

Wapens en soldaten stroomden over naar Mali. Ideaal voor de gewapende onafhankelijkheidsstrijd in het Noorden, met steun van islamisten. Sindsdien is het land in een permanente staat van burgeroorlog.

Strijd tegen islamisten

Frankrijk lanceerde na een staatsgreep in 2012 Operatie Serval, met steun van de VN. De bedoeling was om de oprukkende islamisten terug te dringen en de constitutionele orde en territoriale integriteit van Mali te herstellen. Ook een grote groep geallieerde landen, waaronder België, ondersteunden deze operatie. België zond 80 man, twee C-130 transportvliegtuigen en twee medische Augusta A109-helikopters.

Vandaag is België trouwens nog steeds actief, via Operatie MINUSMA, de vredesmissie van de VN, en Operatie EUTM & EUCAP, trainingsmissies vanuit de EU aangestuurd. Er zijn zo’n 110 Belgische soldaten actief in de regio.

Operatie Serval werd een militaire overwinning, maar dat bleek geen oplossing voor andere problemen. Het land bleef bijzonder instabiel. Het resultaat is dat er nu gewapende spanningen zijn tussen separatisten in het noorden, islamisten, de regering en de vele etnische groepen die het land verdelen. Bovendien gebeurt dit onder de structuur van de diverse clans, met elk hun eigen versplinterde belangen.

De westerse aanwezigheid wordt gecontesteerd en de regering lijkt te kiezen voor Russische huurlingen. Ook wil het jihadisten betrekken in vredesgesprekken, wat het Westen niet wil. Bijkomend probleem: de Malinese regering moet dat in een steeds zwakkere positie doen.

Schiet België te hulp?

Na Serval kwam er Operatie Barkhane die alles verder moest opvolgen om de jihadisten te bestrijden. Hierbij werd de taskforce Takuba opgericht. Westerlingen leiden Malinese speciale eenheden op, maar vechten ook actief mee, indien nodig. België doet mee en heeft drie verbindingsofficieren ter plekke.

België zou nu van plan zijn om zich meer te engageren. Maar dan wel op de tweede lijn: in eerste instantie gaan ze mee met konvooien van de Fransen en bewaken ze bijvoorbeeld militaire kampen. ‘Het is de bedoeling om bij te dragen aan het bestrijden van terrorisme, wapentrafiek en illegale migratie’, klonk het in november. In 2023 zou het aantal Belgische militairen in Mali stijgen naar 300.

Is dat wel zo verstandig? Hier volgen enkele reacties van specialisten ter zake.

Reacties vanuit de politiek: Vlaams Belang

Vlaams Belang is sceptisch. In principe is de partij niet gekant tegen militaire operaties die kunnen bijdragen tot een significante verhoging van de veiligheid in de betroffen regio. Annick Ponthier (Belang-Kamerlid en voorzitter van de Opvolgingscommissie Buitenlandse Operaties): ‘Het is inmiddels duidelijk dat de operaties Barkhane (al acht jaar) en Takuba noch de jihadistische terreurgroepen in de regio uitgeroeid hebben, noch de oude conflicten veroorzaakt door de aanwezigheid van nomaden en boeren op eenzelfde grondgebied zullen verzwakken. Het risico op een conflict dat meerdere decennia zal aanslepen zonder enig resultaat, is niet denkbeeldig.’

‘Intussen blijft de stroom aan Afrikaanse migranten naar Europa maar toenemen, net als de islamisering van onze westerse maatschappij. Takuba moet in hoofdzaak het Malinese leger opleiden en begeleiden, en niet de jihadisten in de regio uitschakelen. De Malinese overheid werkt ondertussen samen met de Russische huurlingengroep Wagner — wellicht met het oog op de lithiumvoorraden waarover het land zou beschikken. Welke rol blijft dan nog weggelegd voor onze troepen ter plaatse? Het Vlaams Belang zal zinvolle missies met een duidelijke strategie ondersteunen als ze ons belang dienen (bijvoorbeeld uitschakeling jihadistische terreurgroepen, stabilisering van een regio, verminderen migrantenstroom).

‘In dit geval lijkt zeer onduidelijk hoe de missie zal bijdragen tot de verwezenlijking van meer veiligheid in de regio en tot minder migranten die koers zetten naar Europa. Deze missie dient ons belang op geen enkele manier.’

N-VA

N-VA klinkt feller. Theo Francken interpelleerde deze week de minister en vroeg om gewoon weg te blijven uit Mali. De spanningen met Rusland zijn volgens Francken zelfs ‘een ideale gelegenheid om zonder gezichtsverlies Takuba gewoon opzij te schuiven’.

Hij wijst erop dat de Malinezen geen westerlingen meer willen zien. Francken noemt Mali een wespennest en is bang dat het een tweede Afghanistan wordt. Hij wijst erop dat we de militairen hier moeten houden en ter beschikking stellen om de Europese Oostgrens te beveiligen.

Open Vld

Open Vld is mild. Jasper Pillen, die voor de partij in de commissie Defensie zit, benadrukt dat er nog geen beslissing is genomen. Wat in de krant verscheen als een genomen beslissing, is volgens hem slechts een idee van de regering, dat sowieso nog besproken en waarover gestemd moet worden.

Hij wijst erop dat België nu al betrokken is in Operatie Takuba. ‘Er zitten nu al enkele soldaten in het kader van die operatie. En dat is niet zo verwonderlijk: België zendt al jaren militairen naar Mali, dat was ook zo onder Steven Vandeput (N-VA). Het is een beetje vreemd dat de N-VA daar nu zoveel wind rond blaast. Als ze in de meerderheid zijn, steunen ze de operaties en in de oppositie moet het dan plots anders. The duty of the opposition is to oppose, natuurlijk, het staat hen vrij om dat te doen.’

Pillen zegt dat we onderscheid moeten maken tussen enkele zaken. ‘Eerst en vooral is er het soort missie. Ik wil gerust nadenken over een opdracht waarbij we special forces bijstaan, hen helpen zodat ze beter worden in wapenbeheersing, internationaal recht, het patrouilleren en zo verder. Zeker als dat gebeurt met onze Europese bondgenoten. Trainingsmissies zijn het overwegen zeker waard. Onder voorbehoud. Gevechtsmissies onder exclusief Franse paraplu zijn een andere zaak. Dat zouden we beter niet doen.’

Bondgenootschappen

Pillen vervolgt: ‘Ook moeten we kijken naar de relaties tussen de landen en de bondgenootschappen. En daar zien we heel recent, echt de laatste weken, toch veel zaken in een negatieve richting evolueren. De omliggende landen tikken het land hard op de vingers, Deense troepen moeten Mali verlaten, er was een incident met een Frans vliegtuig dat het luchtruim zou hebben geschonden. De regering in Mali stuurde daar trouwens een vlammend perscommuniqué voor uit, vol ophitsend taalgebruik dat doet denken aan wat er vroeger gebeurde in Rwanda. De relaties met Europa raken dus ernstig verstoord en het vertrouwen is weg. Al die elementen samen zijn zorgwekkend en als het zo verder evolueert, zijn we maar best zeer voorzichtig.

‘Maar zoals ik eerder zei: alles moet nog beslist worden. Zeer binnenkort staat er een vergadering op de agenda waar Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking samen komen om alle feiten op een rijtje te zetten. Op basis daarvan zal dan een besluit genomen worden.’

Kabinet

Bij het kabinet van de minister krijgen we een gelijkaardig geluid: ‘De beslissing over een eventuele deelname aan TF Takuba is nog niet genomen binnen de regering. In het plan Operaties 2022 is zo’n deelname voorzien, omdat Defensie zich moet kunnen voorbereiden en trainen op operaties en om het budgettair mogelijk te maken. Maar er is dus nog geen beslissing genomen.’

‘Al onze huidige operaties en engagementen in Mali kaderen binnen een multinationaal kader; dat geldt zowel voor EUTM, MINUSMA als het klein aantal stafofficieren die deelnemen aan Takuba op dit moment. We volgen de situatie in Mali en de bredere Sahelregio op de voet en hebben zeer regelmatig overleg met onze partners over de situatie ter plaatse. We zien dat de situatie ter plaatse niet gunstig evolueert nu de Denen zich meteen hebben moeten terugtrekken omdat ze niet meer welkom waren in het land. In de komende weken zal er samen met de partners een beslissing worden genomen over de verdere inzet in Mali van de internationale troepenmacht ter plaatse.’

Oekraïne

Op de vraag of de situatie in Oekraïne een rol speelt, klinkt het bevestigend:

‘Wat betreft de inzet in Oekraïne heeft België de zaken paraat staan volgens de geldende afspraken binnen de NAVO. Indien er langdurige operaties in het Oosten moeten worden gevoerd, zal dat uiteraard een impact hebben op de andere operaties van Defensie. Maar op dit moment is het nog te vroeg om daar voorafnames over te doen. Maar uiteraard kunnen — indien de situatie op dat moment het vereist — de plannen worden bijgestuurd.’

Geopolitieke en militaire analyse

Sim Tack, geopolitiek en militair analist bij Force Analysis, is ook kritisch over een verder engagement: ‘De situatie in de Sahel evolueert reeds langer in negatieve zin. De Franse operaties slagen er niet in om de beoogde doelstellingen te bereiken en Parijs is reeds jaren druk in de weer om haar eigen rol in het conflict af te bouwen en zoveel mogelijk te laten dragen door lokale en Europese partners.’

‘Recente politieke ontwikkelingen in de Sahel, gaande van de coups in Mali en Burkina Faso, groeiende anti-Franse sentimenten onder de bevolking, de weigering van Niger om TF TAKUBA op zijn grondgebied toe te laten en de toenemende aanwezigheid van Russische Wagner-huurlingen, zorgen voor een enorm complexe situatie die het moeilijk maakt om van de lopende missies nog betekenisvolle resultaten te verwachten.’

Het lijkt dus dat niemand nog zin heeft in een Malinees avontuur. Het is dan ook de vraag of we hier Poetin dankbaar voor mogen zijn. Al hangt het er ook van af wat er precies in het Oosten staat te gebeuren.

Carl Deconinck behaalde een master in Politieke Wetenschappen aan de UGent. Hij was actief in de Senaat en het Federaal Parlement. Nadien ging hij aan de slag als journalist en freelance schrijver. Carl heeft een brede interesse in de politiek, met veel aandacht voor Amerikaanse politiek en de culture war.

Commentaren en reacties