JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Carl Devos: “We moeten dringend naar een politieke hergroepering gaan”

Carl Devos (UGent) blikt vooruit op hét verkiezingsjaar 2024

Horizon 2024Filip Michiels19/8/2023Leestijd 8 minuten
Carl Devos.

Carl Devos.

foto © Belga Image

In 2024 wacht de moeder aller verkiezingen. Dat is wellicht geen goed nieuws voor de traditionele partijen, verwacht politicoloog Carl Devos.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Met Vlaamse, federale, Europese én gemeenteraadsverkiezingen op het programma wacht ons in 2024 een uitzonderlijk belangrijk politiek jaar. Die verkiezingen beloven weinig goeds voor de meeste traditionele partijen, al acht politicoloog Carl Devos (UGent) de kans bijzonder klein dat Vlaams Belang federaal of regionaal mee aan de macht komt. Voor die traditionele partijen heeft hij wel wat goede raad: minder versnippering, minder persoonlijke profilering en meer samenwerking.

De afkeer tegenover de politiek bij het grote publiek is groter dan ooit tevoren. Kunnen politici het tij nog keren in de beperkte regeerperiode die hen rest?

Carl Devos: ‘Ik vrees dat dit bijzonder lastig wordt. De klok tikt genadeloos, en van bij de politieke rentree krijgen zowel de Vlaamse als de federale regering al meteen enkele zeer lastige thema’s op hun bord. Denk aan het stikstofdossier en de begroting. Ik heb er weinig vertrouwen in dat de wil om een krachtdadig en consensueel beleid te voeren nu plots wél aanwezig zou zijn, tijdens de laatste maanden van de legislatuur. Zowel de Vlaamse als de federale regering zouden nochtans moeten beseffen dat ze tot nog toe geen al te fraai parcours hebben afgelegd. Mede daardoor zit  het vertrouwen in de politiek nu op een dieptepunt.’

‘Met een doortastend beleid kan er wel degelijk nog een verschil worden gemaakt, en vergeet niet dat enkele procenten meer of minder in het huidige politieke landschap psychologisch een stevige slok op de borrel kunnen schelen. Neem nu Open Vld: het verschil tussen acht en twaalf procent mag dan in absolute cijfers niet zo groot zijn, mentaal zou een score van twaalf procent voor die partij wel degelijk een wereld van verschil maken.’

Aan grote uitdagingen geen gebrek in dit land: de pensioenhervorming, een plan om de sociale zekerheid betaalbaar te houden, de nood aan een ingrijpende fiscale hervorming, noem maar op. Hoe verklaart u dan dat geen van de federale regeringspartijen echt voluit de kans lijkt te willen grijpen om via een grote doorbraak alsnog meer goodwill te kweken bij de kiezer?

‘Al van bij het begin van deze legislatuur vertrouwden de verschillende partijen elkaar onvoldoende, op alle regeringsniveaus. Bovendien ontbrak ook de gunfactor manifest. Federaal waren er van bij het begin grote spanningen tussen socialisten en liberalen. Op Vlaams niveau toonde N-VA zich meteen na de regeringsvorming verbolgen over het ‘verraad’ van coalitiepartners Open Vld en CD&V op federaal niveau. Ik heb het in beide gevallen dan niet zozeer over de persoonlijke relaties tussen de ministers, maar vooral over het vertrouwen tussen de partijvoorzitters. Het werd van bij het begin duidelijk dat zij eigenlijk geen zin hadden om samen de grote uitdagingen aan te pakken. Daar komt nog bij dat er in beide regeringen ook enkel maar verliezers zaten, waardoor het wantrouwen sowieso al groter was.’

‘Last but not least: er kwamen de voorbije legislatuur heel wat politici aan het roer die elkaar niet zo goed kenden, die relatief onervaren waren en al evenmin een stevig gemeenschappelijk verleden hadden. Intussen zijn overigens heel wat sleutelfiguren die bij de regeringsvormingen betrokken waren al opnieuw verdwenen: Joachim Coens, Egbert Lachaert, Meyrem Almaci, Wouter Beke… Ik wil niet blijven verwijzen naar pakweg de tandem Tobback-Dehaene, maar je kan er niet omheen dat zij elkaar door en door kenden en ontmoetten, veel vaker belden of samen iets gingen eten. Zoiets schept hoe dan ook een sterkere band.’

‘Ik wil hier geen pleidooi houden voor de particratie, maar bij acute crisissen kan het wel functioneel zijn dat de partijvoorzitters – in ons land toch de top van het politieke systeem – elkaar goed kennen en samen knopen kunnen doorhakken. Dat is de voorbij jaren onvoldoende gebeurd. Anno 2023 hebben we in onze politiek nood aan een mindset om partij-overschrijdend met elkaar in gesprek te gaan, en aan veel minder persoonlijke profilering.’

Het is al vaker gezegd en geschreven: sociale media spelen hierin een perverse rol?

‘Absoluut. Sociale media draaien op provocaties en straffe meningen, en op de achtergrond draait de 24 uren-nieuwseconomie, een monster dat constant moet gevoed worden. Die machinerie kan alleen maar bestreden worden door partijen met elkaar te doen samenwerken. Vergeet niet: we hebben in ons land alleen nog kleine partijtjes. Zelfs met 25 procent van de stemmen raak je nog nergens.’

Daar staat natuurlijk tegenover dat we de voorbije jaren een aantal politici hebben zien opstaan die individueel groot geworden zijn dankzij de sociale media. Waarom zouden zij bijten in de hand die hen voedt?

‘Inderdaad, voor sommige politici zijn sociale media een businessmodel geworden, en dat werkt blijkbaar aanstekelijk. Dit is natuurlijk geen typisch Vlaams fenomeen. In Nederland is het debat nog een stuk harder en zet de politieke versnippering zich nog feller door. Maar op termijn wordt een land hierdoor onbestuurbaar. Het zal wellicht niet meer voor deze legislatuur zijn, maar ik hoop echt dat na de verkiezingen bij een aantal mensen het besef rijpt dat we naar een politieke hergroepering moeten gaan.’

‘Ik vang hier en daar geruchten op dat er vooral op centrumrechts wel al wat contacten zijn gelegd de voorbije maanden, en het is niet uitgesloten dat een eventuele zware verkiezingsnederlaag van Open Vld en CD&V in deze als brandversneller zou kunnen fungeren. In zo’n geval zouden ze haast gedwongen zijn om toch eens te gaan nadenken over de vorming van een grote conervatieve en ethisch-progressieve partij in Vlaanderen. Mét N-VA uiteraard, anders heeft dat geen zin.’

In Nederland leidde de vertrouwenscrisis in de politiek bij de recente provinciale verkiezingen tot een spectaculaire doorbraak van een gloednieuwe partij, de BBB. In België lijkt het zo’n vaart niet te lopen, maar kapen radicaal-rechts en -links de stemmen massaal weg bij de traditionele partijen. Ziet u federaal een risico op onbestuurbaarheid?

‘Vlaams Belang zal allicht heel goed scoren, al leren de recente Spaanse verkiezingen ons ook dat dit geen automatisme is. De partij is de voorbije jaren ook grotendeels genormaliseerd, maar ik zie ze federaal nog niet meteen mee aan tafel zitten. Als de nieuwe federale regering effectief voor een nieuwe staatshervorming wil gaan, dan wordt het bijzonder lastig. Ze heeft daarvoor 100 zetels nodig, en zonder Vlaams Belang en PVDA-PTB heb je dan haast alle partijen nodig. Die dreigen dan zulke torenhoge eisen op tafel te leggen om zo’n staatshervorming te steunen dat er de facto weinig tastbaars zou overblijven.’

Maar u acht zo’n nieuwe staatshervorming wel absoluut nodig?

‘Ik denk dat er minstens over gesproken moet worden. Daar waren we het tijdens de pandemie overigens ook min of meer allemaal over eens, al lijken sommigen dat intussen opnieuw vergeten. De vraag is vooral: hoe pakken we het aan? Een tweederde meerderheid in het parlement lijkt me zeer moeilijk, en dus moeten we op zoek naar alternatieve formules. Denk aan de zogenaamde extra-legale hervorming die Bart De Wever voorstelde. Dat is ingewikkeld maar niet onmogelijk, maar tegelijk staat dat wel mijlenver af van het confederalisme dat N-VA zelf bepleit. Bovendien moet je daarvoor ook aan Franstalige kant partners vinden, en de PS alleen zal daarvoor niet volstaan. De hamvraag is dus: welke staatshervorming willen we precies? En vervolgens: moeten we die absoluut al meenemen in de regeringsvorming?’

‘Ik weet dat het tegen de Belgische wetmatigheden ingaat, maar ik denk dat we de staatshervorming beter loskoppelen van de formatiegesprekken, anders dreigen die opnieuw bijzonder lang aan te slepen. Waarna we dan tijdens die legislatuur een visie én meerderheid moeten trachten te vinden om de staat te hervormen. Vergeet niet dat er de voorbije jaren ook helemaal geen werk is gemaakt van een behoorlijke voorbereiding daarop.’

Welke hefboom kunnen Vlaamse regeringspartijen dan nog gebruiken om zo’n staatshervorming tijdens de legislatuur af te dwingen?

‘De enige optie is dan het opblazen van de regering, mocht men zich aan Franstalige kant blijven verzetten. Het is heel cru, maar zolang we geen meerderheid vinden aan de overkant van de taalgrens kan het gewoonweg niet. Tenzij volgens de piste die Vlaams Belang voorstelt maar waarin ook N-VA niet gelooft, via een eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring in het Vlaams parlement. N-VA zal dus opnieuw moeten kiezen: ofwel stapt ze toch in een federale regering in de hoop dat het wél lukt tijdens de legislatuur, ofwel blijft ze aan de kant staan omdat de Franstaligen er nu niet over willen praten.’

Waarom zou N-VA  in een federale regering stappen zonder staatshervorming? De partij heeft daar toch bijzonder slechte ervaringen mee?

‘Dat klopt. Ik zou dan ook begrijpen dat ze daarvoor niet meteen staan te springen, maar dan moeten ze niet zeuren over Vivaldi II.’

Hoe ziet u de regeringsvorming op Vlaams niveau? Zoals de kaarten nu liggen, wordt Vlaams Belang volgend jaar de grootste partij in Vlaanderen. Intussen blijft N-VA maar herhalen dat de partij in haar huidige vorm en communicatiestijl onaanvaardbaar blijft om coalitiegesprekken mee aan te knopen: gelooft u hen?

‘Ja, ik geloof hen. Al wil ik daar wel een kanttekening bij maken: stel dat Vlaams Belang het nog een stuk beter doet dan wat hen vandaag in de peilingen wordt voorspeld en dat N-VA op federaal niveau buiten de regering wordt gehouden, dan komen de kaarten misschien anders te liggen. In zo’n uitzonderlijk scenario zouden een aantal mensen binnen N-VA misschien wel de stap durven te zetten. Italië kan op dat vlak dan misschien wel een voorbeeld zijn. Dat land staat ook niet in brand nu Georgia Meloni er aan de macht gekomen is. Tegelijk zou zo’n stap voor N-VA ook een groot risico zijn: federaal dreigen ze dan decennialang verketterd te worden in Franstalig België.’

Daar staat tegenover dat hun weigering om met Vlaams Belang in zee te gaan hen in Vlaanderen ongetwijfeld ook stemmen kost?

‘Het is een lastige spreidstand, ongetwijfeld. In hun communicatie over Vlaams Belang blijven ze wel benadrukken dat die partij wat ‘properder’ moet worden door bepaalde extreme figuren te weren, maar tegelijk hoor je ook geen echt fundamentele afwijzing van het Vlaams Belang. Ze onderschrijven het cordon sanitaire niet, maar passen het wel toe. Ik geloof ook dat dit een oprecht discours is, al verliezen ze zeker ook stemmen door de kool en de geit te willen sparen. De afweging die N-VA moet blijven maken is: verliezen we zo meer stemmen dan wanneer we wél met Vlaams Belang in zee zouden gaan, waardoor dan weer een aantal centrumrechtse kiezers zullen afhaken? Ook dat is een risico.’

‘Ik ben er rotsvast van overtuigd dat zelfs sommige Vlaams Belang-kiezers die partij eigenlijk niet aan de macht willen. Ze hopen alleen het huidige beleid een eind verder naar rechts te doen opschuiven door op Vlaams Belang te stemmen. Spanje is op dat vlak een bijzonder interessante casus: de opiniepeilingen voorspelden een grote overwinning van het radicaal-rechtse Vox, maar die kwam er niet. En de centrumrechtse Partido Popular won ook minder dan verwacht, onder andere door haar geflirt met Vox. Twee op de drie Spanjaarden stemden op de twee middenpartijen (PP en PSOE). ‘Dé Spanjaard’ koos dus voor het midden en voor redelijkheid, maar kreeg intussen een totale impasse, omdat leiders van de twee grootste niet kunnen samenwerken. Dat zoveel kiezers op deze twee middenpartijen stemden, was sinds 2011 niet meer gebeurd. Extremen winnen dus niet per definitie.’

In Zweden en Italië is radicaal-rechts natuurlijk wél in de regering gekomen?

‘Dat klopt, en dus is de moraal van dit verhaal dat er ook tal van nationale factoren meespelen, en dat het nog geen uitgemaakte zaak is dat al die mensen die nu aangeven dat ze voor Vlaams Belang zullen stemmen dat ook effectief zullen doen. Die bedenking speelt ongetwijfeld ook mee in de positionering van N-VA. Hun grootste wingebied ligt in het centrum bij Open Vld en CD&V, ze kunnen op uitgesproken rechtse thema’s zoals veiligheid of migratie nooit straffer uit de hoek komen dan Vlaams Belang.’

Wat worden de belangrijkste thema’s van de verkiezingen, Vlaams en federaal?

‘Zeker migratie en identiteit, omdat dit al jaren zo is, en dat zal zo blijven. In 2019 dachten we ook allemaal dat het klimaatthema dominant zou worden, maar dat bleek een stevige misrekening. Daarnaast zal ook het behoud van de welvaartsstaat – van betaalbare voedselprijzen tot een goede sociale zekerheid – zeer hoog scoren. Aansluitend daarop zal ook het budgettaire luik aan belang winnen. De uitdagingen op dat vlak zijn gigantisch groot: de vergrijzingskost, de impact van de snel stijgende rente, het stijgende aantal inactieven, het prijskaartje van de klimaatverandering, noem maar op. Vergis u niet: dit is geen ver-van-mijn-bedshow. Te weinig handen in de zorg, te weinig plaatsen in de kinderopvang, te weinig geld voor het onderwijs: dat raakt de bevolking rechtstreeks. En dus mogen we geen gelegenheid onbenut laten om politici op dat vlak te responsabiliseren.’

Opvallend: het klimaatthema duikt niet prominent op in uw lijstje?

‘Klimaat, energie, duurzaamheid: die thema’s zijn zeker belangrijk maar zullen zich volgens mij vooral als sociaal-economisch thema’s vertalen. Heel veel mensen krijgen het gevoel dat ze niet meer mee kunnen. Financeel niet, maar net zo goed omdat ze het allemaal niet meer kunnen vatten. Ze vinden dat het toch vooral de modale burger is die het kind van de rekening is. Het klimaatthema zal dus eerder spelen in termen van sociale ongelijkheid. Warmtepompen, batterijen, zonnepanelen, zware renovaties, elektrische wagens, capaciteitstarief… Wie kan dat allemaal nog betalen, wie kan dat allemaal nog volgen? Partijen die daar slim op inspelen, kunnen daar ook de vruchten van plukken.’

Slotvraag: bent u bang voor wat dit verkiezingsjaar brengen zal?

‘Nee. Ik denk dat ons politiek systeem en onze rechtsstaat voldoende sterk staan. Ik vind een groter vertrouwen in de politiek cruciaal, maar we moeten nu ook niet doen alsof ons land zal stoppen met functioneren wanneer dat vertrouwen zo laag blijft en dit zich vervolgens ook vertaalt in de verkiezingsresultaten.’

Filip Michiels is zelfstandig journalist/auteur en schrijft voor diverse Belgische kranten, weekbladen en websites. Hij won tweemaal de Citi Persprijs voor economische journalistiek en was eenmaal genomineerd voor de Belfius Persprijs. In 2022 publiceerde hij de biografie van Bessel Kok: "Chaos & Charisma".

Commentaren en reacties