JavaScript is required for this website to work.
post

Carnaval in Rio

ColumnJohan Sanctorum2/8/2016Leestijd 3 minuten

De manier hoe IOC-voorzitter Bach het ordewoord van Poetin opvolgt, zegt iets over de nieuwe verhoudingen tussen sport en (wereld)politiek.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Elke tijd heeft zijn helden, die vandaag grotendeels samenvallen met het door de media gecultiveerde vedettendom. Soms vallen ze van hun voetstuk,- ook een bron van volksvermaak en mediavoer-, en krijgen dan de status van anti-held (from hero to zero).  Men zou dan de krant kunnen dichtvouwen of er zijn aardappelen op schillen, en berusten in de grote ijdelheid-der-ijdelheden.

Tot ik het verhaal lees van Julia Stepanova, de Russische atlete die heel het door Poetin-Rusland georganiseerde systeem van staatsdoping uitbracht bij het internationaal anti-dopingagentschap (Wada) en daarvoor beloond werd met… uitsluiting uit de komende Olympische Spelen. Een hoop Russen met een dubieus verleden zal dus wel aantreden, zij krijgt, toppunt van cynisme, enkel een gratis inkomticket aangeboden omdat ze ‘niet aan de morele standaarden voldoet’, echt waar, zo staat het er.

Pay-time

Op de achtergrond van deze bizarre beslissing speelt onmiskenbaar de vriendschap tussen Thomas Bach en president Vladimir Poetin. De verkiezing van Bach tot voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité is het resultaat van intens lobbyspel dat een politiek én een zakelijk domein bestrijkt. Spilfiguur daarin was/is hun gemeenschappelijke intimus, de Koeweitse oliesjeik Ahmed Al-Fahad Al-Sabah. Poetin leerde Al-Sabah kennen als voorzitter van de Opec, de organisatie van olieproducerende landen. Bach is voorzitter van de Duits-Arabische Kamer van Koophandel en heeft als voormalig lobbyist van het elektronicaconcern Siemens dankzij de sjeik investeerders geworven.

Het is dankzij Poetin en Al-Sabah dat Thomas Bach voldoende (omgekochte) IOC-stemgerechtigden achter zich kreeg om voorzitter te worden. Het was pay-time zo simpel is het. Dat Barbertje, alias Julia Stepanova, moest hangen, was een kleine nevengeste aan Poetin naast het toelaten van de Russische delegatie in Rio. Verraders moeten hun plaats kennen, en zwijgers beloond.

Na de  FIFA-beerput met Sepp Blatter heeft Thomas Bach ook in het IOC de standaarden inderdaad verlegd. Parallel met de Poetinisering en Erdoganisering van het internationale politieke spectrum wordt ook de sport, als massaspektakel, genadeloos ingelijfd in de brutale machtslogica waar ook altijd een commerciële slagader doorloopt. Alleen nog jaknikkers worden hier getolereerd.

Dat Julia Stepanova (voorheen Rusanova) en haar partner Vitaly Stepanov het aandurfden om daar tegen in te gaan, vind ik van een verbazingwekkende moed. Hoe diep moet je gaan om alle bruggen achter je te verbranden. Momenteel leeft ze met haar man en zoontje quasi ondergedoken in de VS, haar sportieve carrière zit er eigenlijk op.

Klokkenluiden, antipode van terreur

In deze tijd zijn de nieuwe helden niet meer de vedetten maar de klokkenluiders. Doordat ze hun eigen status verloochenen én breken met het oude milieu, worden ze tegelijk ook anti-helden, verraders (Poetin gebruikt dat woord letterlijk), deloyale nestbevuilers. Kunnen meesterhackers als Julian Assange en Edward Snowden nog een nieuwe anti-establishment-elite vormen, de populaire en ongrijpbare Robin Hoods van het internet, dan is atlete Julia Stepanova gedoemd om in de anonimiteit te verdwijnen, terwijl haar opgeviste collega’s medailles verzamelen.

Vergeet niet dat ondertussen ook een zeker Chelsea Manning,- die uitbracht hoe de Amerikanen tijdens de bezetting in Irak vanuit een helikopter lachend en grappend een twintigtal ongewapende mannen, vrouwen, kinderen en twee verslaggevers, naast toegesnelde hulpverleners, neerknalden,- voor 35 jaar zit weg te rotten in een Amerikaanse krijgsgevangenis.

Klokkenluiden, het is deze tijd het positief tegenbeeld van het terrorisme: ook radicaal, ook grotendeels een éénmanszaak, ook (zelf)destructief, maar dan wel vanuit een oprechte verontwaardiging en bekommernis om corruptie, hypocrisie en machtsmisbruik uit te brengen. Ze brengen geen angst voort, maar opluchting en (hopelijk) nieuwe verontwaardiging bij jongeren die al geleerd hebben om in de pas te lopen. Zonder klokkenluiders triomfeert onze democratie van het spektakel en de schone schijn, met volgzame toetermedia in het zog.

Ik heb het gehad met Bach, voor mij zijn de Olympische Spelen al voorbij nog voor ze begonnen zijn. Een grotesk circus met nationalistische nevenagenda’s is het sinds 1896 altijd al geweest, dat is niet eens zo erg, maar vandaag blijkt de sportieve dimensie niets meer dan dekmantel voor een obscurante belangenhandel op wereldschaal.

Vergeet ook niet dat Rio 2016 een tot het bankroet drijvende mega-façadeshow is, waarvoor een aantal sloppenwijken snel werden neergehaald, in een land waar een afzettingsprocedure tegen een corrupte president loopt, en dat de facto wordt gecontroleerd door rivaliserende drugbendes, half-en-half met de onderwereld gelieerde politie, en allerlei parallelle burgermilities.

Thomas Bach ziet geen enkel probleem en orakelt vrolijk verder. De show is verkocht, zijn vrienden zijn bediend, en de rotte appel Stepanova deskundig geweerd. Heel af en toe moet men het hoofd buigen voor de afwezigen. En de TV-knop omdraaien uit dégout.

Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties