JavaScript is required for this website to work.
post

Catalonië biedt Madrid laatste kans aan

Christophe Bostyn23/5/2017Leestijd 4 minuten

Spanningen lopen hoog op tussen de Spaanse en de Catalaanse regering

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Na een maand vol aanvaringen over de Catalaanse plannen voor een onafhankelijkheidsreferendum, lijkt de twist tussen de Catalaanse en Spaanse politiek definitief te verharden. Catalaans minister-president Carles Puigdemont bracht gisteren een niet mis te verstane boodschap naar Madrid: “Wij zullen een onafhankelijkheidsreferendum organiseren, met of zonder de steun van Madrid.” Spaanse eerste minister Mariano Rajoy hield ervoor een persconferentie waarin hij zijn diepe verontwaardiging liet blijken.

Vervolging Catalaanse politici

De tactiek van premier Rajoy om afwachtend stormen te laten voorbij gaan, wierp al vruchten af. Hoewel zijn partij nu al jaren de ene na de andere corruptiezaak aan elkaar rijgt, blijft de partij stabiel in de peilingen. In het geval van Catalonië blijkt deze strategie, gekoppeld aan de vervolging van Catalaanse mandatarissen, echter niet zo succesvol te zijn. De Catalanen bezochten sinds 2014 al zeventien maal Madrid om te onderhandelen over het recht over zelfbeschikking. Telkens kregen ze het deksel op de neus. De laatste jaren zijn daar de rechtszaken bovenop gekomen. Zo werden oud-Catalaans minister-president Artur Mas en drie van zijn vorige regeringsleden vervolgd en veroordeeld voor het organiseren van de niet-bindende volksraadpleging over onafhankelijkheid.

Laatst moesten Catalaans parlementsvoorzitster Carme Forcadell en vier van haar bureauleden verschijnen voor het gerecht. De procureur legt hen ten laste dat ze een parlementair debat over de onafhankelijkheidsplannen lieten doorgaan, iets wat hen verboden werd door het Grondwettelijk Hof. De Catalanen zien hierin een politieke instrumentalisering van het gerecht en beroepen zich op hun vrije meningsuiting en hun parlementair mandaat, dat ze geschonden zien door de gerechtelijke druk. Vorige week verscheen onder andere daarover het rapport van de Catalaanse ombudsman, dat het eveneens heeft over een democratische achteruitgang in Spanje. Het voert daarbij aan dat Spanje geen gevolg geeft aan de kritiek van verschillende internationale instellingen, zoals de Raad van Europa, over de problematische scheiding der machten. Dat het gerecht onder te grote druk staat van de politiek is één van de pijnpunten die worden aangekaart. Problemen waar Spanje nog geen gevolg aan gaf.

Dialoog volledig afwezig

De Catalaanse regering kreeg tot nu toe een keihard njet voor een onderhandeld referendum onder de Spaanse wetgeving. Madrid argumenteert dat dergelijk referendum ongrondwettelijk is en dus elke onderhandeling daarover eveneens ongrondwettelijk is. De Catalaanse regering nam dan maar het heft in eigen handen en organiseerde gisteren zelf een conferentie in Madrid. Dat liep niet van een leien dak: de Catalaanse regering probeerde dat eerst in de territoriale kamer van het Spaanse Congres, de Senaat. Daar werden ze wandelen gestuurd door de conservatieve meerderheid van premier Rajoy. Waarna ze aanklopten bij het gemeentebestuur van Madrid, dat geleid wordt door een coalitie van Podemos en andere radicaal-linkse bewegingen. De partijloze burgemeester van Madrid, Manuela Carmena, had geen bezwaar tegen de Catalaanse conferentie en was bereid een zaal te verhuren. Al snel zette de Partido Popular een protest op waarin ze duidelijk maakten dat de “Catalaanse separatisten, die de eenheid van Spanje op het spel zetten, niet welkom zijn.”

Er werd gespeculeerd dat de Spaanse regering onder druk werd gezet vanuit de Europese Commissie, om Puigdemont wel aan het woord te laten. Op het laatste moment nodigde vice-eerste-minister Soraya Sáenz de Santamaría de minister-president dan toch uit om zijn voorstel voor het parlement uit te leggen. Puigdemont antwoordde dat hij gerust wou komen, indien het was om vraag en datum voor het referendum te onderhandelen en ter stemming voor te leggen voor het Spaanse Congres. Sáenz de Santamaría kaatste terug dat de regering enkel een mandaat heeft om zaken te onderhandelen die “binnen de grondwet vallen.”

Botsende toespraken

De Catalaanse minister-president liet de conferentie dus toch doorgaan in de zaal van de gemeente. Daar kon hij onder andere rekenen op een twintigtal hoge diplomaten waaronder de Belgische ambassadeur, en een grote delegatie internationale correspondenten. Hij werd er ook opgewacht door een luidruchtig protest dat samengeroepen werd door het extreemrechtse Falange, de oude en nog steeds bestaande partij van dictator Francisco Franco, die in toom moest worden gehouden door de politie.

Eerder op de dag hield Spaans premier Rajoy al een persconferentie om de plannen van de Catalaanse regering af te wijzen. De premier was zichtbaar verontwaardigd. Hij had het over een uitdaging van “in zijn carrière nooit geziene proporties” en deed het voorstel van Puigdemont af als “een onaanvaardbare dreiging en afpersing” en “een juridische, politieke en sociale waanzin.” De eerste minister sloot vervolgens zijn striemend betoog af met een “geruststellende boodschap voor de Spanjaarden.” Hij garandeerde dat ze “de rechtstaat, de nationale soevereiniteit en de Spaanse eenheid zouden verdedigen.”

Carles Puigdemont hield uiteindelijk een bevlogen en krachtige toespraak die weinig aan de verbeelding overliet. Hij beschouwt het Catalaanse vraagstuk niet als een probleem en gaf aan dat “Spanje een probleem heeft, gezien zijn democratie gevaar loopt door het niet aankaarten van de Catalaanse verzuchtingen.” Hij deed een beroep op de wil van Catalanen om te kunnen beslissen over de eigen toekomst en dat te willen doen via een referendum (peilingen geven aan dat tot 80% van de Catalanen voor een onafhankelijkheidsreferendum te vinden zijn). Over dit recht over zelfbeschikking was hij onvermurwbaar. Hij en de Catalaanse regering beschouwt dit recht als een “onvervreemdbaar recht voor alle volkeren”. Hij riep op tot een broederlijke band met Spanje, maar besloot tegelijkertijd dat dit enkel kan “in alle vrijheid, tussen gelijken.”

Laatste kans lijkt verkeken

De Catalaanse regeringsleider gaf opnieuw zijn bereidheid aan om te willen praten met de Spaanse regering over een onderhandeld referendum. Hij klaagde daarbij aan dat hij steeds maar op een muur botst bij de Spaanse regering. Hij erkende daarbij het recht van deze regering om er een “eigen mening op na te houden”, maar weigert dat deze kan opgelegd worden aan de Catalanen als deze van mening verschillen. Hij riep de Spaanse regering op om hun goede wil te tonen en te stoppen met de “onverantwoordelijke vervolging van Catalaanse politieke leiders.”

Aangezien de beide partijen zich in hun posities vast graven, lijken onderhandelingen verder af dan ooit. Er wordt verwacht dat Puigdemont in de komende weken de datum en de vraag van het referendum zal aankondigen.

Foto (c) Reporters

Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.

Commentaren en reacties