Code oranje
Wat is het nu, meneer de minister?
De speelplaats in code oranje is niet meer de plek van onbezorgd vertier die velen koesterden in onze herinneringen.
foto © BELGA
Geel of oranje? Harry De Paepe begrijpt het niet meer goed, en met hem veel mensen in het onderwijs.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe regen bezorgt de speelplaats, een grijze tegelvlakte, een mistroostige aanblik. Die grijsheid is me pas als volwassene beginnen opvallen. Toen ik er als kind rondrende op dezelfde ‘koer’ was het de plek waar je vrij was. De schoolbel verkondigde en beknotte die vrijheid. Zelfs toen de puisten en het vetter wordende haar het rennen verving, hing ik graag rond op de speelplaats. Zitten was toen nog verboden.
Grijze speelplaats
Vandaag loop ik er rond met mijn handen op de rug: de meest schoolmeesterige lichaamshouding die je kan aannemen. Op andere scholen noemt men dit deel van de job ‘de bewaking’. Dat vind ik een beetje een rare omschrijving. Geloof me, ik ben echt geen typische schoolmeester. Daarvoor ben ik niet secuur genoeg en veel te vergeetachtig. Een tikkeltje te speels, ook. Dat stond in alle rapportcommentaren die ik kreeg.
Maar toezicht houden, dat doe ik als een echte. ‘Niet op de boekentassenrekken zitten’, kan ik bijzonder goed zeggen. Hoewel, wijzen is vaak voldoende. Ik geef dat ook niet op, zoals die leerlingen het niet opgeven om er telkens op te gaan zitten. Daarnaast sla ik graag praatjes met de leerlingen. Ik vind dat oprecht plezant.
Mondmaskertijd
Maar, wat ik u beschrijf is de zonnige speelplaats, een even grijze vlakte, maar zonder de mistroostigheid. In mijn beleving verdween mijn vrolijke speelplaats ergens vorig jaar.
De leerlingen hangen er nu rond met hun mondmaskers op… en af. ‘Niet op de boekentassenrekken zitten’, blijft wel een gouwe ouwe. Ik ontwikkelde echter een nieuwe klassieker: ‘Neem iets meer afstand en zet je mondmasker op’. Het vormt voor de puberende jeugd een enorme uitdaging om zich aan de coronaregels van de school te houden. Je kunt ze het ook niet kwalijk nemen. In tegenstelling tot vele andere regeltjes, pruttelen de jongeren niet tegen wanneer je hen erop wijst.
De mondmaskertijd stelt me voor nieuwe, tot voor kort onbekende problemen. Zo had ik nog nooit last van een vermoeide stem. Nu is dit niet ongewoon meer. Ik gedraag me ook vaak dertig jaar ouder, omdat het me vaak gebeurt dat ik mijn oor naar een leerling richt en zeg: ‘Wat zeg je? Ik begrijp je niet.’ Ik voel me dan op bejaardencursus. Tegen de namiddag voel ik me een leeggelaten ballon. Die futloosheid is blijkbaar een belangrijk onderdeel van de bewuste cursus.
Afspraken?
Blijkbaar kleuren volgens het onderwijsministerie alle scholen op dit ogenblik geel. Nochtans zou oranje de kleur moeten zijn volgens de afgesproken draaiboeken. Minister Ben Weyts houdt echter vast aan zijn favoriete politieke kleur. Als de besmettingscijfers al van dien aard zijn dat ze volgens de draaiboeken tot code oranje leiden, waar wacht de minister dan op? Ik ken weinig leraars die dit nog snappen. Misschien is Weyts gewoon geen orangist? Sorry, dat was een flauwe schoolmeestermop. Een afspraak betekent toch dat je iets doet wat je met anderen overeenkwam? Zoals ‘niet op de boekentassenrekken zitten’? De leerlingenraad kan overigens vragen om die bewuste regel af te schaffen. Als je afspraken wijzigt, dan doet je dat op de geijkte manier. Je gaat dus niet spontaan op die rekken kruipen of de draaiboeken in vraag stellen via interviews. Of is dat ook veel te schoolmeesterig van me?
Nu stromen er dagelijks een boel leerlingen de school binnen. Op mijn school hebben ze een vaste plek in een vast lokaal. Alle ramen staan open, net als de deuren. De voorbije dagen zag je kinderen met almaar dikkere truien opduiken in de klassen. Ventileren is het ordewoord. De vroegere bordjes ‘Deuren sluiten!’ verwijderde men subtiel. Leerlingen ontsmetten hun handen bij het betreden en het verlaten van de klas. Ja, soms ontsnapt er al eens een deugniet de ontsmettingsdans. Maar zoals de minister in een radio-interview terecht zei: ‘De scholen volgen de regels goed op.’ En ja, ik geef ook het liefst fysiek les, dat is waar. Het is belangrijk dat je in je feedback ook goede dingen vermeldt, zo leerde een bijscholing me ooit. Goed zo, Ben!
De eetzaal wordt bij ons voorlopig niet meer gebruikt. De lunchplek is nu de aloude ‘koer’ met zijn afdaken, banken, verhoogjes en rekken. Daartussen loop ik dan met mijn handen op de rug tijdens mijn toezicht wat te zeuren. Want, die gezellige praatjes horen er voorlopig niet meer bij. Het mondmasker belemmert dat en ik ben toch liever voorzichtig. De vrijheid die de plek me ooit schonk, is voorlopig een verre herinnering. ‘Hou eens wat meer afstand, aub!’
Harry De Paepe bezit een grote passie voor geschiedenis en Engeland. Hij is de auteur van verschillende boeken.
In Engeland en Wales wordt er een recordaantal ‘niet misdadige incidenten’ gemeld. De politie verschijnt nu aan de deur voor de meest onnozele zaken.
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.