JavaScript is required for this website to work.
post

Crisis bij de Duitse liberalen brengt regering Merkel in gevaar

Dirk Rochtus19/12/2011Leestijd 5 minuten

De crisis binnen de Duitse liberale partij sleept al geruime tijd aan. Wanneer hij acuut wordt, loopt de regering van bondskanselier Angela Merkel gevaar. Politieke instabiliteit in Duitsland kan Europa missen als kiespijn.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

 

Regering Merkel in gevaar

 

Bondskanselier Angela Merkel heeft het niet onder de markt. De redding van de Euro is geen sinecure. De Duitse aanpak van de eurocrisis ligt onder vuur, niet in het minst onder dat van Guy Verhofstadt, de fractieleider van de Europese Liberalen in het Europees Parlement. Maar het grootste gevaar voor Merkel vormen de Duitse liberalen van de Freie Demokratische Partei (FDP), haar regeringspartner. ‘Friendly fire’ als het ware.

Zorgen

Twee problemen baren de Duitse liberalen veel zorgen, existentiële zorgen in feite: De vraag hoe hun partij staat tegenover de aanpak van de eurocrisis en de neergang van de partij in opeenvolgende opiniepeilingen. Het eerste probleem bekleedde afgelopen week een prominente plaats op de politieke agenda. Frank Schäffler, een jong, als ‘libertair’ geldend parlementslid van de FDP, had de euvele moed het Europese Stabiliteitsmechanisme (ESM) in twijfel te trekken. Hij beriep zich op de oude liberale tradities van vrijheid en concurrentie die de welvaart van Europa dienen te verzekeren zonder dat de lidstaten hun soevereiniteit hoeven prijs te geven ten gunste van een fiscale unie. Schäffler was een van de dertien ‘Abweichler’ of dissidenten binnen de regeringscoalitie van christendemocraten en liberalen die op 29 september 2011 stemden tegen de bevestiging van de financiële hulp en het optrekken van de Duitse waarborg van 123 naar 211 miljard € voor het noodfonds. Op zijn aanvraag organiseerde de FDP een referendum onder haar 64.508 leden. Het quorum van één derde opdat de uitslag van het partijreferendum bindend zou zijn, werd net niet gehaald. Van degenen die een geldige stem hadden uitgebracht, stemde 44,2 % voor de kritische positie van Schäffler jegens het reddingsfonds. Het voorstel van het FDP-partijbestuur voor “Europa auf dem Weg zur Stabilitätsunion” kaapte 54,4 % van de stemmen weg.

Pro-Europees

De partijtop had met het argument geschermd dat een overwinning van Schäffler de partij de macht in Berlijn zou kosten en dat het creëren van een nieuwe regering euro-obligaties en het opstarten van de drukpers door de Europese Centrale Bank met zich zou meebrengen onder impuls van de vermoedelijk aan boord te hijsen sociaaldemocraten (SPD). Partijvoorzitter Philipp Rösler haalde opgelucht adem toen afgelopen vrijdag het resultaat van het partijreferendum bekend werd gemaakt. Indien het anders was uitgedraaid, had hij zijn koffers mogen pakken. Rainer Brüderle, fractievoorzitter van de FDP in de Bondsdag, het Duitse federale parlement, juichte de uitslag van het referendum toe als een ‘bevestiging van de pro-Europese koers van de FDP’. Eurorebel Schäffler legde zich als goede democraat neer bij het voorstel van het partijbestuur dat het gehaald heeft. Maar daarmee is de crisis bij de Duitse liberalen niet bezworen. In de week waarin het referendum doorging, diende secretaris-generaal Christian Lindner zijn ontslag in. Een duidelijk motief gaf hij niet op. Maar er bestond geen twijfel over dat hij als links-liberale overhoop lag met de traditionele, op het louter economische gerichte vleugel van de partij zoals die door Brüderle wordt belichaamd. In de oude strijd van twee concepten, links- en rechtsliberalisme, weerspiegelt zich de machtstrijd binnen de FDP.

Duik

Bij de laatste Bondsdagverkiezingen in september 2009 sleepte de FDP 14,6 % van de stemmen in de wacht. Na twee jaar meeregeren is dat cijfer in de opiniepeilingen afgekalfd tot drie procent. De FDP heeft een fikse duik genomen. De neergang is met één woord catastrofaal te noemen. Welke gevaren dat inhoudt, laat zich niet moeilijk raden. Zingt de huidige regeringscoalitie het uit tot de volgende Bondsdagverkiezingen (in september 2013)? De christendemocraten moeten dan heel die tijd nog een zwakkere partner op sleeptouw nemen. Als die fouten maakt, is het gedaan met de huidige coalitie. Dan komen er vervroegde verkiezingen. Het is geen prettig vooruitzicht dat Duitsland, het sterkste land van de Europese Unie (EU), in een fase van politieke instabiliteit zou terechtkomen. Strompelt de coalitie verder tot aan de meet van september 2013, geven de liberalen ten laatste op dat moment de geest als in acht te nemen kandidaat voor de nieuwe regering.

‘Puntje op de i’

Hoe is het zover kunnen komen? De FDP was in de geschiedenis van de Bondsrepubliek Duitsland meestal het ‘puntje op de i’. Ze kwam het grootste gedeelte van de tijd in aanmerking als de juniorpartner die een van de beide grote partijen, ofwel de christendemocraten ofwel de sociaaldemocraten, aan een meerderheid hielp. Ze stond voor de grote klassieke waarden van het liberalisme en de kiezers wisten waaraan en waaraf met haar. Nadat Hans-Dietrich Genscher, een van haar grote boegbeelden, in 1992 op rust ging, begon de neergang van de partij. Uiteindelijk wist Guido Westerwelle in het eerste decennium van de 21ste eeuw het tij te keren door zijn strijd tegen het beeld van de partij als de ‘vertegenwoordigster van de welgestelde klasse’ en door zijn appel aan een jonger kiezerspubliek. De FDP klauterde weer uit het dal. Westerwelle zag zijn dynamische aanpak in 2009 beloond met regeringsdeelname. Hijzelf werd minister van Buitenlandse Zaken in de regering Merkel.

‘Laat-Romeinse decadentie’

Vanaf dan begon het slechter te gaan met de FDP. Paradoxaal genoeg want met 14,6 % had ze een stevige basis in regering en parlement om haar liberale denkbeelden uit te voeren en te verdedigen. Maar het ‘probleem’ van het politieke liberalisme is dat het ideeën koestert die gemeengoed worden in de parlementaire democratie en dus ook door de ‘concurrenten’ beleden worden. De sociaaldemocraten (SPD) hadden als de voorgaande regeringspartij met hun ‘Agenda 2010’ook al liberaal te noemen hervormingen doorgevoerd met betrekking tot de arbeidsmarkt en de Groenen begonnen ook hun voelhorens uit te strekken naar de middenklasse. De tijd dat partijen als SPD en Grüne als ‘Bürgerschreck’ golden, is voorbij. Ook de christendemocraten stelden zich niet altijd meer zo conservatief op als ze plachten te doen. Waarmee moest de FDP zich dan onderscheiden? Met datgene wat altijd al een typisch liberaal programmapunt geweest was: belastingverlaging. De FDP bleef maar hameren op belastingvermindering, ook al besefte de burger dat de staat zich dat in tijden van crisis en schulden niet meer kon veroorloven. Dat de FDP daarbij aansluitend de slogan ‘Freiheit statt Sicherheit’ (vrijheid in plaats van zekerheid) uitbazuinde, schrikte de burger af die juist in tijden van crisis naar veiligheid in de brede zin van het woord hunkert. De uitspraak van Westerwelle over de verzorgingsstaat als broedplaats van ‘spätrömische Dekadenz’ (laat-Romeinse decadentie) deed er nog een schepje bovenop.

Neerwaarts

Het partijcongres in Rostock in mei 2011 moest de wende inluiden. De FDP koos voor een ‘mitfühlender Liberalismus’, een ‘compassionate liberalism’ als het ware, en hief een nieuwe ploeg in het zadel. Philipp Rösler verving Westerwelle die als voorzitter en als minister van Buitenlandse Zaken teveel mensen voor het hoofd had gestoten. Samen met Daniel Bahr, de nieuwe minister van Gezondheid, en Christian Lindner vormde Rösler de ‘Boy-group’ die inzette op klassieke liberale waarden als verantwoordelijkheid. Het mocht niet baten: de neerwaartse spiraal was ingezet. Misschien ook wel omdat Rösler als in een wereldvreemde bui opnieuw het thema ‘belastingvermindering’ te berde had gebracht. Bij recente deelstaatverkiezingen in Berlijn en Mecklenburg-Vorpommern gleed de FDP onder de kiesdrempel van vijf procent. De uitslag van het partijreferendum brengt even soelaas voor de geplaagde partijtop. De FDP blijft intern verdeeld en lijdt aan een verwaseming van haar profiel. Volgens partijvorser Jürgen Falter heeft de FDP zich te zeer gefocust op het thema belastingverlaging, maar zoiets volstaat niet als volwaardige ideologie en bovendien komt het absurd over tijdens een financiële crisis waarop de partij voor de rest geen duidelijk antwoord geeft.

De christendemocraten zijn opgelucht omdat het referendum binnen de FDP de pro-Europese koers van deze partij zelf en van de regering bevestigt en daardoor een crisis binnen de coalitie nu afgewend is. Maar voor hoelang nog? De eurocrisis is nog niet overgewaaid en wat als het thema van de euro-obligaties weer op de agenda komt? De regering Merkel beweegt zich voort over een politiek mijnenveld. Als ze struikelt, jaagt ze ook Europa de daver op het lijf.

Dirk Rochtus

Dit artikel verscheen op de webstek van de VRT  www.deredactie.be op 19 december 2011.

 

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties