JavaScript is required for this website to work.
Buitenland

De afbraak van het Afrikaans in Zuid-Afrika

Inclusiviteit verdrukt diversiteit en Afrikaanse taal

Marcel Bas17/1/2020Leestijd 4 minuten
Stellenbosch Universiteit

Stellenbosch Universiteit

foto © Reporters

Het Grondwettelijk Hof in Zuid-Afrika heeft onlangs bepaald dat de Universiteit Stellenbosch in weerwil van de Grondwet mag doorgaan met het afschaffen van Afrikaanstalig onderwijs ten gunste van het Engels.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In Zuid-Afrika wordt de Afrikaanse taal steeds meer uit het openbare leven verwijderd om plaats te maken voor het Engels. Dit druist in tegen de Grondwet. Onlangs werd dan ook de verengelsing van de ooit trots Afrikaanstalige Universiteit Stellenbosch aangevochten bij het Grondwettelijk Hof. Dat oordeelde echter dat de universiteit juist had gehandeld door het Engels als onderwijstaal boven het Afrikaans te stellen. Staatsinstellingen mogen nu verder verengelsen. Een slag voor het Afrikaans, maar men laat zich niet voor één gat vangen. 

Taalrechten geschonden

Volgens de aanklagers – de lobbyorganisatie Gelyke Kanse en Jan Heunis van de Universiteit Stellenbosch – schendt het voortrekken van het Engels de rechten van Afrikaanstalige studenten. Alle overige universiteiten in de West-Kaapprovincie zijn al Engelstalig terwijl de meeste inwoners er Afrikaanstalig zijn. Er is dus grote behoefte aan een Afrikaanstalig Stellenbosch. Ook stellen de aanklagers dat het pro-Engelse beleid andere Zuid-Afrikaanse talen benadeelt.

Al in 2017 vochten ze het beleid bij het Hooggerechtshof aan, maar kreeg de universiteit gelijk. Deze keer, echter, hadden ze gehoopt in hoger beroep wel gelijk te krijgen van het Grondwettelijk Hof, aangezien juist de Zuid-Afrikaanse Grondwet meertaligheid beschermt — ze was in 1993-1996 opgesteld om ‘s lands diversiteit tegemoet te treden. Maar neen. Volgens de rechters handelde de universiteit correct omdat ze voor ‘rassengelijkheid, toegankelijkheid en inclusiviteit, zonder het Afrikaans te elimineren’ koos.  

‘Buitengesloten en geïntimideerd’

Onder druk van inclusiviteit en gelijkheid werden er al jarenlang Afrikaanstalige colleges simultaan vertaald voor Engelstalige, meest zwarte, studenten. Maar zij beklaagden zich dat zij zich door het eerdere taalbeleid, dat Afrikaans nog gelijk stelde aan het Engels, ‘buitengesloten en geïntimideerd’ voelden omdat er aparte Afrikaanstalige en Engelstalige klassen ontstonden. 

Om inclusiever te zijn en te voorkomen dat men zich van colleges ‘buitengesloten’ voelt koos men dan in 2016 voor een beleid waarmee elke faculteit haar eigen onderwijstaal kan bepalen (niet iedereen beheerst immers academisch Afrikaans of Engels). Wel moesten de faculteiten de voorkeur geven aan het Engels. Iedereen verstaat toch wel Engels, vond men. De grondwettelijke rechters geven toe dat dit verengelsing in de hand heeft gewerkt, maar vinden dat de universiteit heeft bewezen te ‘blijven streven naar gelijke toegankelijkheid, veeltaligheid en integratie terwijl zij het Afrikaans handhaaft en behoudt’.

Dus wordt meertaligheid nagestreefd door één taal de overhand te geven. Wie het begrijpt mag het zeggen.

Het lijkt erop dat Engelstalige studenten zich erg makkelijk ‘buitengesloten’ voelen, maar in feite willen zij de agressieve, anti-Afrikaanse en antiblanke #FeesMustFall-beweging voortzetten, die in 2015-2016 door de campussen waaide. Hierin nam de ‘beleving’ van de zwarte, dus anglofiele, student groteske vormen aan. Uit angst voor geweld besloot Stellenbosch in 2016 koortsachtig tot het beleid. De beleving van de (blanke en bruine) Afrikaanstalige studenten werd van minder belang: zij kunnen zich volgens de universiteit niet buitengesloten voelen, daar zij sowieso het Engels machtig zijn. 

Inclusiviteit met ongewenste gevolgen

Inclusiviteit en diversiteit zijn mooie begrippen, maar ze verdragen elkaar niet. Het Stellenbossche beleid illustreert de landelijke tendens waarbij meer inclusiviteit binnen instellingen juist tot minder diversiteit leidt. Al tijdens de rechtszaak van 2017 zagen Gelyke Kanse en Heunis in dat ‘inclusief’ beleid overal tot Engelse eenvormigheid leidt. 

Taalbehoud is nu een geldkwestie geworden: nog in 2006 stopte hetzelfde Grondwettelijk Hof de verengelsing van een middelbare school door te oordelen dat de staat leerlingen en studenten alleen hun bestaande en reeds genoten taalrechten mocht ontnemen met de ‘passende rechtvaardiging’ dat Afrikaanstalig onderwijs niet meer ‘redelijkerwijs uitvoerbaar’ zou zijn – zoals wanneer er geen gecertificeerde leerkrachten voorhanden zijn. Daarvan was destijds geen sprake. Nu echter gelooft het Hof de universiteit als ze zegt dat Afrikaans onderwijs niet meer ‘redelijkerwijs uitvoerbaar’ omdat de tweetalige voorzieningen zo ‘duur’ zijn. 

Een precedent is geschapen: met ‘geldgebrek’ als passende rechtvaardiging kan de armlastige staat nu het grondwetsartikel voor redelijkerwijs uitvoerbaar moedertaalonderwijs overal passeren en toch ‘inclusief’ het Afrikaans afbreken. 

Wassen neus

Stellenbosch staat model voor de rest van het land, waar steeds allerlei nobele grondwetsbepalingen gepasseerd worden om het land egalitaristisch om te vormen. Rechter Froneman geeft de anderstaligen wel mee dat zij gewoon hun taal moeten blijven gebruiken. Maar verwacht van de staat geen grondwettelijke naleving van meertaligheid. Rechter Mogoeng Mogoeng herhaalt dat de staat er geen geld voor heeft en dat het bedrijfsleven dit moet oppakken.

Volgens een verbijsterde professor Wannie Carstens, onvermoeibaar en optimistisch voorvechter van meertaligheid, zijn taalbehoud en moedertaalonderwijs nu slechts privékwesties geworden en blijkt de beloofde diversiteit in het onderwijs een wassen neus.

Eigen initiatieven

Decennialang is men met de pluriforme ‘grondwettelijke droom’ in slaap gehouden, terwijl overal de taal werd afgeschaft. Theuns Eloff, verzoener van het eerste uur, concludeert dat men zich nu moet richten op het grondwetsartikel dat oprichting van privé-onderwijsinstellingen mogelijk maakt – mits die niet discrimineren of ondermaats onderwijs leveren. 

Hierin voorziet de burgerorganisatie Solidariteit Beweging al jarenlang. Ze besefte al vroeg dat de staat het Afrikaans liever afbreekt en dat Afrikaanstaligen zelf initiatieven moesten ontplooien. Terwijl velen hoop en energie staken in Afrikaans staatsonderwijs stichtte Solidariteit de Afrikaanstalige universiteit Akademia en de beroepsonderwijsinstelling SolTech. Het onderwijs is er zeer goed (verre van ondermaats in tegenstelling tot het staatsonderwijs). Solidariteit werd wel eens een neiging tot afzondering en zelfs discriminatie verweten, maar nu brengt het Solidariteit-model hoop.

Aldus gaat de strijd om Afrikaanstalig onderwijs zijn volgende fase in. Afrikaanstaligen gaan het zelf doen. ‘n Boer maak ‘n plan.

Marcel Bas ('s-Gravenhage, 1970): is een taalkundige van opleiding en een vertaler met een bijzondere belangstelling voor Zuid-Afrika en Oost-Europa. Hij schreef voor diverse maatschappelijk-culturele tijdschriften.

Commentaren en reacties