De Standaard bracht op 27 april een uitgebreide beschouwing, gespreid over de tweede en derde pagina van de uitgave en dus prominent in het dagblad, over het ontslag van (ex-)staatssecretaris Sarah Schlitz. De krant wees erop dat Schlitz al het derde vrouwelijke regeringslid in onze Vivaldi-coalitie (na Kitir en De Bleeker) was die het veld moest ruimen. Is er dan sprake van seksisme? Niet noodzakelijk, stelt het N-VA-kamerlid Valerie Van Peel in dat artikel vast, en ze heeft gelijk. Het…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
De Standaard bracht op 27 april een uitgebreide beschouwing, gespreid over de tweede en derde pagina van de uitgave en dus prominent in het dagblad, over het ontslag van (ex-)staatssecretaris Sarah Schlitz. De krant wees erop dat Schlitz al het derde vrouwelijke regeringslid in onze Vivaldi-coalitie (na Kitir en De Bleeker) was die het veld moest ruimen. Is er dan sprake van seksisme?
Niet noodzakelijk, stelt het N-VA-kamerlid Valerie Van Peel in dat artikel vast, en ze heeft gelijk. Het falen van Sarah Schlitz heeft in de eerste plaats te maken met het gebrek aan regeringservaring. Niet zozeer vanwege haarzelf, maar vanwege haar kabinet en partij Ecolo. Minister zijn doe je immers nooit alleen: dat vereist een goede omkadering vanwege deskundigen die vertrouwd zijn met het terrein. (En die komen in principe terecht op een kabinet, vooral bij vakministers.) Daarbij is een beroep op de ervaring van partijgenoten, die al eerder regeringsverantwoordelijkheid droegen, een onmisbare troef.
Regeringservaring
Op dit vlak is in Vlaanderen de CD&V, hoewel teruggebracht tot een minimale omvang, welhaast niet te kloppen. Vooreerst heeft deze partij een heel middenveld achter zich. En daarmee een welhaast onuitputtelijke reserve aan deskundigen verbonden aan de christelijke mutualiteit, het ACV, organisaties met een lange ervaring in de zorgsector. Ze kan ook putten uit een uitgebreide reserve aan ex-cabinettards die het klappen van de zweep al lang onder de knie hebben.
En de CD&V houdt zonder meer een flinke voorraad van ministrabelen achter de hand. In tegenstelling tot (tenminste, zo zie ik het) momenteel grotere partijen als de MR. Ook De Standaard verwijst in dit verband naar de zwakte van Schlitz’ kabinet. Dat bestond allicht uit een groep van progressieve (en wellicht ook woke, want de groene partijen zullen allicht mee hebben moeten zoeken achter cabinettards) militanten, maar die alle regeringservaring ontberen.
Woke instellingen
Ter verduidelijking: er is op zich niets verkeerd met een woke instelling. Maar die bemoeilijkt een onbevangen, en dus objectiveerbare, kijk op de samenleving. Net zoals dat geldt met alle vergelijkbare en even hermetische ideologieën. Ook strikte (laten we stellen: fundamentalistische) religieuze overtuigingen vallen hieronder. En terecht wordt de deconfessionalisering van onze maatschappij als een belangrijk keerpunt beschouwd in ons westers concept van maatschappelijke ordening.
In tegenstelling tot de woke medeburgers ben ik van mening dat ons West-Europese concept van staatsordening de tand des tijds doorstaat en tot voorbeeld kan strekken van de meeste derdewereldlanden. En dan vooral van Noord-Korea, China, Rusland en vergelijkbare naties die zozeer de bewondering wegdragen van onze vaderlandslievende PVDA/PTB. Wee uw gebeente, beste kiezer, wanneer deze charlatans aan de macht zouden komen…
Geen administratie achter zich
Bovendien ben je als minister machteloos wanneer je in je beleid niet gesteund wordt door de onderliggende administratie (het ‘departement’, heet dat in cabinettardsjargon). Dat is nooit een probleem geweest voor de Vlaamse christendemocraten. Maar ook niet voor PS-ministers, die een uitgebreid beroep kunnen doen op politiek benoemde ambtenaren van gelijkaardige strekking.
De voordelen hiervan heb ik in mijn vroegere kabinetsloopbaan herhaalde malen mogen ondervinden. Een simpel telefoontje naar een hoge ambtenaar met de juiste partijkaart volstaat dan doorgaans om de nodige informatie — met inbegrip van het standpunt ter zake van de betrokken werkeenheid binnen het ‘departement’ — snel toegeleverd te krijgen. En die zullen het in de praktijk waarmaken van eventuele ministeriële plannen binnen het bevoegdheidsdomein steunen. Maar ik denk niet dat Sarah Schlitz een administratie achter zich had staan. Regeren wordt dan extra moeilijk.
Handicap
De ecologische partijen in ons land kunnen niet bogen op veel regeringservaring. Dat betekent al van bij de start een uitgesproken handicap voor de nieuwbakken groene ministers. Vooral dit lijkt me nu te liggen aan de basis van de exit van Schlitz.