De een zijn dood is de ander zijn brood
Waarom ook dit niet herdacht?
Samuel Pepys
foto © screenshot
Een samenleving die haar eigen geschiedenis niet meer kent of wil kennen, moet het stellen met herdenkingen
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHerdenkingen zijn in de mode en alle mogelijke veldslagen, wapenstilstanden, verjaardagen, sterfdatums enzovoort worden in kranten, kalenders en op het web in herinnering gebracht. Ik mag hier niet achterblijven, en voor diegenen die zich afvragen wat er op 7 februari 1665 wel mocht gebeurd zijn, bestaat er een goede bron: The Diary of Samuel Pepys.
Die zevende februari 1665 was het Vastenavond en Pepys at dus enkele lekkere appelbollen. Hij vernam ook dat het met de gezondheid van Sir. W. Batten bergaf ging, en vroeg zich af wat hem beter uitkwam: dat Batten (een slecht mens) het loodje zou leggen of in leven bleef. Want, bedacht Pepys, zijn opvolger is misschien nog slechter.
7th. At home to dinner. It being Shrove Tuesday, had some very good fritters. This day Sir W. Batten, who hath been sick four or five days, is now very bad, so as the people begin to fear his death; and I at a loss whether it will be better for me to have him die, because he is a bad man, or live, for fear a worse should come.
Inderdaad, je weet wat je hebt, maar niet wat je krijgt.
De achtste februari viel er niets te melden, maar de dag daarop weer wel:
9th. Sir William Petty tells me that Mr. Barlow is dead; for which, God knows my heart, I could be as sorry as is possible for one to be for a stranger, by whose death he gets £100 per annum.
Zijn treurnis was in die zin getemperd, dat die Barlow geen familie of vriend was, maar dat hij, Pepys, als Clerk of the Acts, door diens verscheiden wel verlost werd van een gedane betalingsbelofte, wat hem jaarlijks honderd pond zou besparen.
_________
noot van 8 februari: Drie jaar later, in 1668, had Pepys op 8 februari wél iets te melden:
…Thence away to the Strand, to my bookseller’s, and there staid an hour, and bought the idle, rogueish book, L’escholle des filles; which I have bought in plain binding, avoiding the buying of it better bound, because I resolve, as soon as I have read it, to burn it, that it may not stand in the list of books, nor among them, to disgrace them if it should be found.
Vandaar ging het naar de Strand, naar mijn boekhandel en ik bleef daar een uur en kocht er het onbeduidende, ondeugende boek De leerschool voor meisjes; ik kocht dat ingenaaid, en liet de betere gebonden uitgave liggen, want ik nam mij voor om het, zodra ik het gelezen had, te verbranden zodat het niet in mijn lijst van boeken zou staan, noch ertussen, wat deze zou onteren mocht men het aantreffen.
Dat boek, L’Escole des Filles ou la Philosophie des dames, is nog te lezen in de Pléiade-reeks. Pepys las een slechte Hollandse piraatdruk.
Personen |
---|
Marc Vanfraechem (1946) werkte voor Klara (VRT-radio); vertaler, blogger http://victacausa.blogspot.com sinds 2003. Hij schrijft het liefst, en dus meestal, artikels met daarin verwerkt vertaalde citaten van oude auteurs, die hem plots heel actueel lijken.
Bestuurlijke nalatigheden die rampen erger maken dan ze hadden moeten zijn… dat soort zaken kwam al voor in de vierde eeuw voor Christus.
Professor Dirk Rochtus leidt zoals elk jaar een reis naar Duitsland. Deze kaar naar het onbekende Silezië.