JavaScript is required for this website to work.
post

De grensoverschrijdende Draak

De buitenlandse politiek van China, nu ook in Brussel

Koenraad Elst28/11/2017Leestijd 3 minuten
Xi Jinping en Donald Trump

Xi Jinping en Donald Trump

foto © Li Tao

De buitenlandse politiek van China is kapitalistischer en minder kleurrijk dan in de tijd van Amada, maar heeft nu een wereldwijd belang.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een prettig neveneffect van mijn tijd als senaatsmedewerker voor buitenlandse politiek was de ontdekking van de wereld van denktanks waaraan Brussel (hoofdstad van Vlaanderen, België, de EU en Noord-Atlantis) rijk is, onder meer het European Institute for Asian Studies. Anderzijds is ‘de buitenlandse politiek van China’ belangrijk genoeg om er zelfs in Brussel een conferentie aan te wijden. Dus: allen naar de komende bijeenkomst over de Grensoverschrijdende Draak.

Amada en de buitenlandpolitiek van China

Het vorige, specifieke evenement daarover dat ik mocht bijwonen, was rond 1976. Ik was nog tiener en een fan van de charismatische spreker en, naar mij toen toescheen, meester-denker Ludo Martens, voorzitter van Amada (Alle Macht aan de Arbeiders), de huidige PvdA. Die nam de debathandschoen op tegen Swa Vercammen van de trotskistische RAL (Revolutionaire Arbeidersliga). Het onderwerp was toen belangwekkend genoeg om de Leuvense Alma 2 te doen vollopen. China’s buitenlandse politiek had in de toen nog talrijke linkse rangen wat vertwijfeling gezaaid. Die voorhoedestaat was namelijk inzake de verketterde NAVO van gedacht veranderd. Toen de Sovjet-Unie de vijand van China werd, ging China het anti-Sovjetbondgenootschap NAVO als de feitelijke bondgenoot beschouwen. Het was een schok voor onze linkerzijde, die van: “België uit de NATO, de NATO uit België!” Maar daar zou de allesverklaarkunde van de Kleine Roerganger wel een Mao aan passen.

Ergens rond 1988 debatteerde diezelfde Martens over Tibet tegen Frans Boenders. Dat steekspel moest ik toen door andere verplichtingen missen, maar achteraf vertelde Boenders het mij na, met als slotsom: “Met communisten valt niet te praten.” Die brave Boenders dacht warempel dat het communisme over praten gaat. Van dat misverstand was ik toen al lang verlost. Het schrikbewind van Pol Pot in Democratisch Kampuchea (1975-79) heeft daarbij geholpen, maar ook dit. Tijdens een Amada-bijeenkomst had ik een vakbondsman horen reageren op een toenmalige SP-uitspraak over “speldenprikken” tegen het grootkapitaal: “De revolutie maken we niet met speldenprikken, maar met mokerslagen!” (Immers, ter attentie van die laffe reformisten die met de bourgeoisie getrouwd zijn: “We willen niet een deel van de koek, ook niet heel de koek, maar heel de bakkerij!”) Ja ja, al hebben onze revolutionairen niet veel bereikt, wat waren ze toch woordkunstenaars.

“Weg met het communisme!”

Ook rond die tijd, juni 1989, werd op het Tiananmenplein in Peking een protestbeweging voor democratie in het bloed gesmoord. Uitbundige verontwaardiging (“euforie” noemden onze maoïsten het) in de bourgeoismedia en, bij monde van Ernest Mandel, onder de trotskisten. In het hoofdartikel van het partijblad Solidair diende Ludo Martens die Mandel van antwoord, ongeveer aldus: “Trotskisten als hij zijn er niet in geslaagd om hun Permanente Revolutie te verwezenlijken in een land zo groot als Liechtenstein. Hem komt het natuurlijk toe, een land met een miljard inwoners de les te spellen.”

Een half jaar later hergroepeerden de uit China weggeraakte democratie-ijveraars zich voor een strategische conferentie in warempel mijn thuisstad Leuven, in de Kleine Aula van het Maria Theresiacollege: “Dadao gongchanzhuyi!” (“Weg met het communisme!”). Ik had inmiddels Chinees gestudeerd en was daar zeer welkom, al was het maar omdat ik me als tolk nuttig kon maken. Daarop waren ook enkele buitenlandse opponenten van het communistische bewind uitgenodigd, onder meer de Londense voorzitter van de ‘Free Tibet’-campagne. Dat was toch wel een miskleun, want alle Chinezen keerden zich fel tegen hem. De verstandigste onder hen trachtte de gemoederen te bedaren om de bijeenkomst niet te laten mislukken, dus stelde hij een “redelijk compromis” voor: Oké, een onafhankelijkheidsreferendum, maar dan in de hele Volksrepubliek… Waarmee hij mooi aantoonde hoe nationalistisch de Chinezen verenigd zijn rond de trouw aan het ondeelbare moederland, ongeacht hun politieke standpunt.

Chinees modern socialisme

Het oproer van 1989 is doodgebloed, maar het communisme is eigenlijk wel ten val gekomen. Een fluwelen val, want alle partijprinsen zijn goed terechtgekomen. Van communisme echter is onder de Hamer en Sikkel van het conferentiepodium anno 2017 niets meer te merken. Geen Maopakjes meer (eigenlijk decennia eerder dan de Revolutie door de vader des republikeinsen vaderlands Sun Yixian gelanceerd): de partijleiders dragen nu een maatpak, zijnde het bourgeoisuniform van de westerse duivels. Men sprak er nog over een “modern socialisme met Chinese kenmerken”, maar die lippendienst dient vooral om de institutionele continuïteit en de oppermacht van de partij te verzekeren en de chaos die een Michail Gorbatsjov destijds over het Sovjetgrondgebied afgeroepen heeft te vermijden. In China reikt de Staat het Kapitaal de hand. En nu de Chinezen het bezoek van Donald Trump aan sterke man Xi Jinping voorstellen als het hofbezoek van een leenman aan zijn leenheer gaat het in China uitgestippelde beleid ons allen aan.

Voorsmaakje van het vervolg: European Institute for Asian Studies, Wetstraat 26 Brussel, donderdag 30 november 2017, 9-12 u. Gratis, allen welkom.

Koenraad Elst (1959) is orientalist. Hij werkte als politiek journalist bij diverse Vlaamse en Indiase media, van Trends en Punt tot The Pioneer en Pragyata Magazine, als assistant buitenlandbeleid in de Belgische senaat, en als gastprofessor in twee Indiase universiteiten. Zijn eigenlijke roeping vindt men echter in de tientallen onderzoekspapers en een dertigtal boeken, vooral over de belangrijkste hangijzers in de antieke en hedendaagse feiten- en ideeëngeschiedenis van India, en verder over faits divers als de islam.

Commentaren en reacties