JavaScript is required for this website to work.
post

De jonge Hitler in Wenen

Brigitte Hamann schreef een standaardwerk over de jonge Hitler in Wenen. Zij overleed op 11 oktober 2016

Dirk Rochtus15/10/2016Leestijd 3 minuten

Was het in Wenen dat Hitler antisemiet werd? En waarom? Het antwoord schuilt in het boek ‘Hitlers Wien – Lehrjahre eines Diktators’

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Is geschiedenis per definitie saai? De Duits-Oostenrijkse historica Brigitte Hamann bewees dat je wetenschappelijke ernst kan koppelen aan een boeiend verhaal. Hamann die in 1940 in het Duitse Essen werd geboren als Brigitte Deiters, trok in 1965 naar Wenen om er haar studies in de geschiedenis te beëindigen. Ze werd aangesteld tot assistente van de universiteitsprofessor Günther Hamann met wie ze later in het huwelijk trad. Als Duitse kon ze de nodige afstand nemen tot haar nieuwe vaderland om een aantal kritische historische werken neer te pennen over figuren die een mythische rol bekleden in Oostenrijk. Haar duizend bladzijden tellende doctoraat handelde over kroonprins Rudolf die in 1889 samen met zijn geliefde zelfmoord pleegde in slot Mayerling (of ging het hier om moord en zelfmoord?). Onder de titel ‘Rudolf. Kronprinz und Rebell’ werd de met de helft ingekorte boekuitgave ervan in 1978 een kaskraker. Brigitte Hamann doorprikte in 1982 met het boek ‘Elisabeth. Kaiserin wider Willen’ de zeemzoete mythe die zich rond ‘Sissi’ gesponnen had. Ze schilderde de legendarische keizerin af als een ‘sehr depressive, sehr müde, ironische und sarkastische Frau’.

Sporen

Het meest bekend – ook bij ons – werd Hamann met het boek ‘Hitlers Wien – Lehrjahre eines Diktators’ (1996). Talloze historici hadden zich al over de vraag gebogen waar de bronnen van het racisme en het antisemitisme van Adolf Hitler zich bevonden. Hamann trachtte er een antwoord op te geven met een onderzoek over de periode 1908-’13 die de jonge Hitler had doorgebracht in Wenen, de hoofdstad van de Oostenrijk-Hongaarse Dubbelmonarchie. Over die tijd was weinig geweten. Hitler zelf had zijn best gedaan om vele sporen uit te wissen en liet alleen dat verhaal over zijn jeugd en zijn jaren als jongvolwassene gelden dat hij in zijn eigen boek ‘Mein Kampf’ had opgehangen.

Wrok

Hamann toonde aan dat de 19-jarige Hitler nog geen antisemiet was toen hij na de dood van zijn ouders in Wenen aankwam. De latere dictator leefde er zelfs een drietal jaren in een Männerwohnheim, een tehuis voor dakloze mannen, dat met giften van bemiddelde joodse families gefinancierd werd. De jonge Hitler wilde kunstenaar in Wenen worden, maar slaagde niet in de toelatingsproef tot de Kunstakademie. Zijn wrok over deze persoonlijke mislukking koppelde zich aan nationalistische frustratie die hij als Duitstalige Oostenrijker voelde in een stad waarin het multi-etnische karakter van de Dubbelmonarchie zich weerspiegelde en die Duits-nationalisten daarom als een soort ‘Babylon aan de Donau’ beschouwden. Hitler bewonderde Karl Lueger die als burgemeester van Wenen van 1897 tot 1910 fulmineerde tegen de joden als opkomende sociale klasse. Voor Lueger zou het antisemitisme een agitatiemiddel geweest zijn om te scoren bij de Duitstalige Oostenrijkers die zich in het keizerrijk achteruitgesteld voelden. In een redevoering van Lueger in 1899 klonk dat zo: ‘In Wien muß der arme Handwerker am Samstag nachmittag betteln gehen, um die Arbeit seiner Hände zu verwerten, betteln muß er beim jüdischen Möbelhändler.’ (In Wenen moet de arme handwerker op zaterdagmiddag gaan bedelen om het werk van zijn handen te gelde te maken, bedelen moet hij bij de joodse meubelhandelaar).

‘Messias’

Volgens Hamann zou Hitler de mobiliserende kracht van het antisemitisme afgekeken hebben van volksmenners als een Lueger. De historica toonde aan hoe de ‘wereldbeschouwing’ van Hitler vorm begon aan te nemen in Wenen en hoe deze zich spijsde uit de geschriften en redevoeringen uit de koker van velerlei Duits-nationalistische en pangermanistische sekten en splintergroepen die in de hoofdstad actief waren. Meer en meer begon Hitler zich in Wenen te zien als een messias die het Duitse volk (waaronder de Duitstalige Oostenrijkers) moest ‘verlossen’. Met haar verdienstelijk boek over de Weense ‘leerjaren’ van Hitler heeft Hamann een licht geworpen op diens jongelingsjaren, die voor historici nog altijd vele raadsels blijven opwerpen.

 

Foto De ‘Hofburg’  (c) www.meinbezirk.at

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties