De Krim als einde van de globalisering
De Russische beer is bang. Daarom haalt hij zo hard uit naar Oekraïne. Gaan we terug naar de 19de eeuw?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVladimir Poetin hangt graag de stoere kerel uit. Macho met pokerface. Maar binnenin is hij bang als een wezel. Oekraïne confronteert hem met oeroude angsten. Oekraïne, dat is de strijd van een volk voor meer vrijheden. Oekraïne, dat is de droom van aansluiting bij Europa. Vrijheden? Poetin pakt in eigen huis tegenstanders van zijn beleid hardhandig aan. Europa? Poetin wil dat Oekraïne en andere landen uit de regio zich nauwer aan Rusland aansluiten. Repressief naar binnen toe, expansionistisch naar buiten toe. Dat is het poetinisme als ideologie. Poetin is niet de enige machthebber die de democratie in eigen land afremt, maar hij is anno 2014 wel de enige die wapengekletter naar buiten toe hanteert als afleidingsmanoeuvre. De dreigende taal aan het adres van de Oekraïne en de acties in de Krim moeten doen vergeten dat Rusland nood heeft aan politieke en economische hervormingen, dat Rusland de trein van de globalisering mist.
Verdorven
Het komt allemaal zo ouderwets over. Terwijl moderne diplomatie op een win-win situatie inzet waarvan alle partijen moeten profiteren, denkt het Kremlin in termen van ‘ons tegen hen’. De Oekraïne, dat is ‘van ons’, dat moet uit de handen van het ‘verdorven’ Europa blijven. Of zoals een pro-Russische betoger op de Krim het uitdrukte: ‘Wij willen niet in dat Europa van homofielen’. Of er oorlog komt, weten we op dit eigenste moment nog niet, maar de oorlog met Georgië in 2008 leverde een voorproefje van hoe hij er zou kunnen uitzien: een ouderwetse oorlog, met tanks, vliegtuigen en soldaten die in de straten van vernielde steden vechten. Niet alleen daarom, maar ook omwille van de dreigcoulisse die ermee wordt opgezet, zijn we ’terug in de 19de eeuw’, zoals John Kerry, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken zei. Zijn Zweedse collega Carl Bildt twitterde: ‘100 jaar na 1914 bevinden we ons weer in een Europa van invasie, agressie en dreigen met een massieve inzet van militair geweld’. Een militair antwoord van Amerika en Europa hoeven we niet te verwachten. Een nieuw 1914 is het niet. Eerder een nieuw 1961 toen Amerika de bouwers van de Berlijnse Muur liet betijen. Nu verrijst er tussen Europa en Rusland weer een nieuwe muur.
Boycot
Het enige wapen waarmee Amerika en Europa Poetin kunnen treffen, is een boycot. Dat zou hem pas pijn doen. Want de macht van Poetin is maar zolang gegarandeerd als hij de economische behoeften van de Russische middenklasse en die van de nouveaux riches kan bevredigen. Economisch en qua infrastructuur is Rusland een reus op lemen voeten, afhankelijk bovendien van de prijs die de wereldmarkt voor zijn olie- en gas wil en kan betalen, een kwetsbare afhankelijkheid. Een boycot zou aantonen dat de ‘Russische tsaar geen kleren heeft’. Maar een boycot bergt verder reikende gevaren in zich. Of zoals Pieter Cleppe, hoofd van het Brusselse kantoor van de denktank Open Europe twitterde: ‘Als er een economische oorlog uitbreekt tussen Amerika, Europa en Rusland, en China de laatste ondersteunt, betekent dit het einde van de globalisering.’
@dirkrochtus1
Foto: © Reporters
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Een kerstinterview met de beroemde Duitse monnik Anselm Grün levert noemenswaardige inzichten op.
‘Het bloed dat vloeit kleeft aan de handen van Hamas’, zegt de Israëlische ambassadeur in België. Maar hoe moet het verder? Een gesprek.