JavaScript is required for this website to work.
Media

De Langste Dag van De Wever

een staaltje ontluisterende televisie

Harry De Paepe8/9/2014Leestijd 3 minuten

‘Hij heeft het zélf nog niet gezien!?’, Paul Jambers klinkt oprecht verbaasd, minuten voor de avant-première van zijn reportage De langste dag van Bart De Wever.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘Ah! Doorbraak! Zou je ook komen als het niet over Bart De Wever zou gaan?’, de bekende televisiemaker schudt mijn hand. Ik antwoord bevestigend: ‘Mocht het over Bruno Tobback gaan, dan waren we ook geïnteresseerd’. Maar blijkbaar zijn de andere toppolitici van Vlaanderen bij lange niet zo open als Bart De Wever. ‘Was dat wel zo geweest, dan maakte ik nog meer van zulke reportages.’

‘Politiek beest’

Wat later staat Jambers met Pol Van Den Driessche (communicatieadviseur van de N-VA) en Kris Hoflack (hoofdredacteur van de VTM nieuwsdienst) op het bordes van de Antwerpse bioscoop waar de documentaire wordt gepresenteerd aan de pers, zichtbaar te genieten van de flitsende fototoestellen. Waar De Wever wordt aangekondigd, staat de pers massaal klaar. Wanneer die arriveert en het bordesplaatje vervolledigt, lijkt hij de enige te zijn die zich niet geheel comfortabel voelt bij al die aandacht. Het wordt een rode draad doorheen de reportage: de verkrampte reactie van de N-VA-voorzitter op de bij wijlen dolle persmeute. De 53 minuten durende film toont de man op de verkiezingszondag van 25 mei 2014. Kris Hoflack heeft het bij de aankondiging over de ‘durf’ van de N-VA’er om zich zo open te stellen. Zoals Paul Jambers het aangeeft, is de reportage gericht op een breed publiek en niet zozeer op de door Terzake-bezeten politieke groupies. Het is een ontluisterend portret van een ‘politiek beest’ met al zijn kleine kantjes.

Perszombies

Blijkbaar zit De Wever vaak in een auto. Wanneer hij Antwerpen verlaat (na de ondertussen beroemde middagtraktatie van Kris Peeters op de Grote Markt) op weg naar Brussel, zien we hem de eerste resultaten ontvangen. Ze ontlokken bij hem enkele markante uitspraken. Zo is hij boos op de politicus (niet de mens) Johan Vande Lanotte die met zijn campagne mensen bang maakte en daarmee, aldus De Wever, te ver ging. ‘Dit zal sporen nalaten.’ Ook de kwestie Jean-Marie Dedecker zit nog zichtbaar diep bij de N-VA leider. Hij noemt het niet voor niets zijn ‘pijnlijkste wonde’, maar Jean-Marie ‘zegt altijd dat zinnetje te veel.’ De goede observator zal zien dat wanneer Bart De Wever wat later aan Geert Bourgeois op het N-VA-hoofdkwartier opmerkt dat Dedecker ‘ons veel kost’ , deze profijtig en droog antwoordt: ‘Ja, kost ons veel’. De op dat moment toekomstige minister-president van Vlaanderen wil er merkbaar niet veel woorden aan vuil maken. Jambers geeft de nieuwsgierige kijker een inkijk in de entourage van Bart De Wever en ook in zijn manier van werken en handelen. Eerlijk gezegd, Bart De Wever kan nogal een zaag spannen en lijkt voortdurend op verschillende dingen te vitten. Maar ’s mans humor is op zijn minst gevat. Zo voelt hij zich op een gegeven moment, wanneer overal perslui lijken op te duiken, in The Walking Dead of een of andere goedkope zombiefilm. En ongewild wordt zijn hunker naar een toilet ook nog een humoristisch item in de reportage. Zijn uitlatingen over de lijstvorming in Limburg, waarbij Huub Broers uit de boot viel, zijn veelbetekenend. Pol Van Den Driessche, die verschillende keren in de 53 minuten opduikt, mocht zich overigens al die zondagnacht verzekerd weten van zijn senaatszetel, zo blijkt uit de reportage. Jambers vraagt zich af waarom De Wever niet viert, maar deze wil de avond blijkbaar liever doorbrengen in de bioscoop of al kaartend met vrienden. Het is kenmerkend voor de manier waarop De Wever met zijn status omgaat.

‘Ik heb mezelf gezien.’

Bij de preconciliaire pauskroningen werd de praalzuchtige optocht binnen het Vaticaan traditioneel driemaal opgehouden door de ceremoniemeester met de woorden: ‘Sancte Pater, sic transit gloria mundi’. De Wever appelleert aan de spreuk dat ‘zo de wereldse roem vergaat’, wanneer na enkele vragen van Paul Jambers over zijn overwinning, zijn vrouw hem eraan herinnert dat de held van de dag nog de vuilniszakken moet buiten zetten. Bart De Wever lijkt zijn populariteit vooral als een zware last te dragen en is als een ster die bang is voor zijn eigen schittering. Voortdurend maakt hij zich zorgen over de resultaten, over de pers, over de toekomst, nergens zie je hem genieten van zijn succes. ‘Ik heb niet veel talent voor geluk’, klinkt het mistroostig.

Na de voorstelling noemt de hoofdrolspeler de documentaire ‘ontluisterend’ en stelt vast dat deze inkijk een confrontatie is met zijn zelfbeeld. ‘Ik heb me op geen enkel moment ingehouden. Dat heeft geen zin. Je kan een kwartier of een halfuur een act opvoeren, maar dat hou je toch niet vol.’ Op de vraag waarom De Wever zo’n opmerkelijke toegang achter de schermen toelaat, antwoordt hij: ‘Ik ben een historicus. Ik ben geneigd “ja” te zeggen tegen mensen die dingen willen documenteren.’ Wanneer Paul Jambers hem vragend zegt: ‘Ik heb je er niet proberen in te luizen’, antwoordt hij: ‘Het was correct’.

Jambers in de politiek: De langste dag
Uitzending op dinsdag 9 september 2014 om 21.40 uur bij VTM

 

(c) Reporters

 

Harry De Paepe (1981) is auteur en leraar. Hij heeft een grote passie voor geschiedenis en Engeland.

Commentaren en reacties