De Maand van de Filosofie bij Klara
Het kabbelt en pruttelt, maar vonken geeft het zelden
foto © VRT
Academisme en poco-wolligheid, twee kenmerken die alle door Radio Klara opgevoerde Vlaamse filosofen verenigt.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementApril is de Maand van de Filosofie op de Vlaamse cultuurzender Radio Klara, naar eigen zeggen omdat ze een maand op overschot hadden.
Altijd boeiend om na te gaan welke criteria de openbare omroep zoal gebruikt om actuele denkers van hier een forum aan te bieden. Want in tegenstelling tot Bach en Mozart is hedendaagse filosofie geen ‘klassiek’ gegeven, waar dichter-presentator Bart Stouten over kan mijmeren, maar iets dat verankerd zit in de actualiteit, de maatschappelijke spanningen, het politiek debat.
Straat- en toogfilosofen
Vooreerst, wat is dat eigenlijk, filosofie? Het is dromen én ontnuchteren. Rondom je kijken en analyseren, zich verwonderen, kwaad worden, maar vooral ook inzicht zoeken, puzzelen, piekeren en het systeem achter de dingen proberen te ontrafelen. Vandaar ook: het onderscheid maken, de onenigheid opzoeken, de controverse omarmen. Filosofie zal nooit wereldvrede brengen, maar misschien wel beletten dat iedereen mekaar de kop inslaat. Er is namelijk ook nog zoiets als ironie en (zelfspot), filosofie kan zich nooit helemaal ernstig nemen, want dan wordt het een ideologie.
Wie mag zich filosoof noemen? Kortweg: iedereen. Ook al kan je ervoor studeren, het is het recht van ieder menselijk wezen om de filosoof uit te hangen. Laat het vooral geen (beschermd) beroep worden, of, godbetert, een ambt. En met filosofie doceren heeft het al helemaal niks te maken. Je doet het gewoon omdat het kriebelt, het is meer een tic, een attitude, misschien zelfs een microbe of een afwijking: dat willen emmeren, fileren, de onderste steen omkeren zonder iets terug te leggen. Voor Peter Sloterdijk is de ‘hondse’ straatfilosoof Diogenes van Sinope het absolute prototype.
Bestaat er dan geen kwaliteitscriterium, heb je goede en slechte filosofen? Helaas. In de wetenschap gelden criteria als consistentie en verifieerbaarheid, in de kunst gaat het om het vermogen om te prikkelen en te ontroeren. Filosofie anderzijds mist elk criterium om een echte ranking door te voeren en het kaf van het koren te scheiden, ook al doet de encyclopedie dat wel. Filosofie, dat is ons jeukend lichaam, de resonantie van ons brein, de echo van onze ziel, halverwege het hoofd en de (onder)buik. Ik denk dus ik ben, zei Descartes, en al wie bestaat denkt dus: een toogfilosoof is in principe evenwaardig aan een professor emeritus. Want filosofie is gewoon…. filosofie.
De professor doceert
Maar weer over naar Klara. Onder de titel ‘Berg en Dal’ selecteerde ene Pat Donnez twintig Vlaamse (hoewel ook een paar Ollanders, wat doen die hier?!) filosofen die representatief worden geacht voor het actuele wijsgerige landschap tussen Maas en Noordzee. Na bovenstaande inleiding een vrij hachelijke onderneming: hoe uit zes miljoen Vlamingen twintig mensen selecteren die verondersteld worden een zinnige, doordachte en tamelijk originele visie op de wereld, mens en samenleving erop na te houden, en dat ook nog goed te kunnen verwoorden? Gaan we eens het lijstje af van de filosofen die Klara het publiek deze maand voorschotelt.
Het rijtje wijsgeren wordt aangevoerd door een stoet van academici: Johan Braeckman, opvolger van Etienne Vermeersch, professor filosofie aan de UGent; moraalfilosoof Patrick Loobuyck; Philippe van Parijs, hoogleraar UCL; Damiaan Denys, prof psychiatrie; Hans Achterhuis, emeritus hoogleraar filosofie aan de Universiteit Twente; Erik Oger, hoogleraar filosofie; Hester IJsseling, lector filosofie Thomas More Rotterdam; Ger Groot, professor filosofie. Allen zijn ze zonder uitzondering zeer beslagen op hun terrein en onderhouden ons over hun vakgebied. Johan Braeckman bijvoorbeeld doceert voortreffelijk over Darwin en tegen het religieuze denken als ‘bijgeloof’, maar op één enkele politiek gevoelige uitspraak laat hij zich niet betrappen. Over de rol van de islam bijvoorbeeld, migratie, omvolking en de cultuurclash die zich vandaag afspeelt. Of over de manier waarop de EU en de grote mediabedrijven het vrije internet proberen aan banden te leggen.
Patrick Loobuyck gaat dezelfde toer op, wijdt breedvoerig uit over de zingeving, Kant en de categorische imperatief, maar ook hier lijkt het alsof de wereld stilstaat en je de gesproken versie van de Algemene Inleiding tot de Filosofie beluistert, hier en daar onderbroken door een streepje muziek. Want dat is het probleem met proffen en docenten: niemand van deze lieden gaat zijn/haar job op de helling zetten door uitspraken te doen die politiek schadelijk zouden kunnen zijn. Zonder uitzondering blijven ze in hun comfortzone en discipline waar ze autoriteit hebben opgebouwd.
Wandelen en mijmeren
Brengen de niet-academische filosofen wat peper en zout in het gerecht? Helaas. Ann Meskens is een gedreven kunstcritica, haar grote liefde is de filmregisseur Jacques Tati, maar ook deze liefhebster van filosofische stadswandelingen mijmert vooral, en schijnt in een parallelle wereld te leven van de schoonheid en de vertroosting. Dezelfde poëtische insteek vinden we bij Peter Venmans. Geen kwaad woord over deze minzame schrijver-hispanoloog, kenner van het werk van Hannah Arendt, die pleit voor een filosoferen in de luwte. Maar uitdagen, ergens in snijden, wonden open leggen, of gewoon eens kwaad worden en vloeken neen, dat doet Venmans nooit. Evenmin als estheticadocent Frank Vande Veire, DS-columnist Ruben Mersch of Tomas Baum, ex-directeur van het Vlaams Vredesinstituut. Zelfs Gerard Bodifee, astrofysicus, uitgesproken christelijk-conservatief denker, toont zich in deze reeks van zijn meest beleefde en academische kant.
Deze academisch-poëtische bubbel, want dat is het, komt voor een buitenstaander zonder meer lethargisch over, ik vraag me af hoeveel mensen die twintig podcasts tot het einde hebben beluisterd zonder in slaap te vallen. Het gebrek aan polemisch gehalte, het onvermogen of de angst om in het hier en nu stelling te nemen, laten geen enkele ruimte voor radicaal criticisme. Daardoor is het bijvoorbeeld ondenkbaar dat Koenraad Elst of Sid Lukkassen, om maar die twee te noemen, op de praatstoel zouden geraken bij Pat Donnez. Het zijn namelijk twee dwarsliggers met een hoek af, ze staan in de politiek-maatschappelijke realiteit, én ze behoren –toeval of niet- tot wat men noemt de rechterzijde van het politieke spectrum. Zelfs Maarten Boudry: nooit van gehoord, om van Wim van Rooy maar helemaal te zwijgen.
‘Opiniemakers’
Dat de Vlaamse cultuurzender opteert voor dit soort niet-controversiële en, laten we het woord nog maar eens gebruiken, politiek-correcte weldenkendheid is natuurlijk niet zonder betekenis. Het zijn zonder uitzondering allemaal mensen die de vrije meningsuiting consumeren als een bord rijstpap. Het kabbelt en pruttelt, maar vonken geeft het zelden. Het geheel laat een indruk na alsof Vlaanderen en Europa rustig kunnen voortborduren op een eeuwenoude traditie van het reflecteren, in de schaduw toch van de Duitse en Franse cultuurhegemonie, zonder haast of urgentie, zoals alles bij Klara genoeglijk kabbelt. Waardoor een filosoof als Friedrich Nietzsche, de ‘filosoof met de hamer’, de kwelgeest en ambetanterik van het wijsgerendom,- die overigens dat predicaat van wijsgeer resoluut van de hand wees- , allerminst als baken geldt.
Ergo: initiatieven als ‘Klara’s maand van de filosofie’ zijn vooral belangrijk om te zien wie er niét voor uitgenodigd wordt. Dat brengt het op dezelfde hoogte als de televisietalkshows zoals De Afspraak of Van Gils, waar het vaste kransje opiniemakers, vooral vanuit de weldenkend-linkse hoek, de gaatjes van het journaal mag opvullen. Dat deze selectieve blindheid zich blijft voltrekken met Vlaams belastinggeld, is andermaal een reden om eens grondig na te denken over de zin en het nut van de openbare omroep. Dat ‘Wij-mensen-met-een-goede-smaak’-syndroom, al jaar en dag verpersoonlijkt door netmanager Chantal Pattyn, is de reden waarom ik als cultuurfreak al lang heb afgehaakt. Bach en Mozart hebben Klara niet nodig, ik beluister ze liever via Spotify, zonder het gezemel van Bart Stouten. En woordprogramma’s die zich niet buiten de academische weldenkendheid wagen, bedienen op de duur alleen nog een inner circle van lieden die het allemaal met mekaar eens zijn en alle scherpe hoekjes afronden. Diogenes draait zich om in zijn ton.
‘Na het journaal volgt het nieuws’, het boek en de lezing: meer info klik hier.
Categorieën |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Ook na een afgekocht proces over omkoperij en valsheid in geschrifte, is er kans op een schepenambt in Vlaanderens grootste stad.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.