JavaScript is required for this website to work.
post

De minister kan er niets aan doen

...maar toch even doorvragen

ColumnJohan Sanctorum7/5/2019Leestijd 4 minuten

foto © Reporters

Minister Geens zou de euvele moed moeten opbrengen om minstens een mea culpa te slaan in plaats van alsmaar te ‘betreuren’ en zijn medeleven te betuigen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De tragische dood van Julie Van Espen, terug gevonden in het Albertkanaal, en slachtoffer van een recidivieke psychopaat die voor verkrachting veroordeeld was maar vrij rondliep, roept een aantal vragen op naar schuld en verantwoordelijkheid.

Dat een rechter twee jaar geleden na zijn veroordeling het niet nodig vond om hem ter plekke aan te houden, ondanks de vraag van het parket, is een feit. Waardoor de beroepsprocedure als ‘niet dringend’ ook op de lange baan werd geschoven. Wie was die rechter? Naam nergens in de media te vinden, maar toch niet geheim mag ik veronderstellen. En iemand die nu misschien toch wel eens ter verantwoording mag geroepen worden.

Schuldig verzuim

Reporters

Zonder twijfel gebeurde die voorlopige invrijheidstelling op verzoek van zijn advocaat. Advocaten zijn lieden die zich doorgaans op de rechtstaat beroepen in het belang van hun cliënt, maar zonder de minste ethische consideratie over de gevolgen van hun démarches. We kennen allemaal de procedurepleiters à la Sven Mary die drugscriminelen vrij krijgen omdat ergens een speurder een fout papiertje heeft ingevuld. Maar ook de toenmalige advocaat van Steve B. draagt een morele schuld aan de dood van Julie Van Espen. Wordt het overigens niet stilaan tijd dat we stoppen met die afkorting? Het gaat om Steve Bakelmans, Steve Baki voor de vrienden.

Zijn advocaat wist drommels goed welk vlees hij in de kuip had, om te beginnen waarschuwde de vader van de dader al voor een catastrofe. Voorts dat de ex, die door Baki werd gemolesteerd, er een levenslang trauma aan overhoudt. Heel zijn omgeving, de familie, tot en met het milieu van daklozen en marginalen waar hij rondhing, wist dat het fout ging aflopen. Behalve de professionele entourage. In zo’n context gaat een advocaat natuurlijk voor de voorlopige invrijheidstelling, plus nog wat conclusietermijnen (tijd die de advocaat extra koopt om zijn dossier te bestuderen, wat een eeuwigheid kan duren), rechter klopt af en klaar is kees. Weer een cel minder die bezet wordt in deze tijden van krapte.

En dan is er nog die rare psychiater die een tante van Steve B. contacteerde, wellicht ook in samenspraak met de advocaat, om hem onderdak en vast werk te bezorgen, wat een belangrijk argument was om hem niet langer in voorlopige hechtenis te houden. Dat experiment mislukte, want Steve verviel weer in agressie en verzeilde terug op de straat. Naam van die psychiater die misschien zelf wel in aanmerking komt voor een psychiatrische doorlichting? Quid de justitieassistente die Steve B. was toegewezen en hem moest opvolgen in afwachting van zijn beroepsproces? Het Vlaams departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (Jo Van Deurzen, CD&V), bevoegd daarvoor, geeft niet thuis, zo lees ik in de media. Een hoop professionelen, allemaal zonder naam, die op zijn minst schuldig verzuim kan aangewreven worden. En bewindvoerders die zich verstoppen. Dit moet Vlaanderen zijn, dit is België.

Een van de werven

Blijft dan de houding van de huidige minister van justitie zelf, Koen Geens (CD&V). In een interview met Terzake straalt Geens zulke hulpeloosheid uit, dat men zich afvraagt waarom wij überhaupt een minister van justitie hebben.

Het is moeilijk te begrijpen dat de man vrij rondliep, maar het is niet omdat ik het niet begrijp, dat ik het niet in een rechtsstaat moet aanvaarden als minister van Justitie’, aldus Geens. En vervolgt in zijn omzwachtelde stijl:  ‘Indien zou blijken dat het hoger beroep onredelijk lang heeft aangesleept, dan zou ik dat ten zeerste betreuren. Veel meer kan ik als minister niet zeggen, maar mijn bekommernis is zeer groot.’ Moeilijk te begrijpen, aanvaarden, betreuren, bekommernis. Met dit soort tsjeventaal hoop ik oprecht dat Geens een electorale pandoering van jewelste oploopt. Het is helemaal niet moeilijk te begrijpen, het systeem loopt mank, en daarvoor tekent een minister, punt uit.

In een stelsel van de scheiding der machten is het gerecht inderdaad onafhankelijk. Maar een minister van justitie organiseert als uitvoerende macht wel het gerechtelijk apparaat, én heeft ook de politieke hefbomen in handen om de wetgeving zelf te veranderen. Stoere taal lezen we in dat verband trouwens op zijn eigen webstek, 26 november 2018, waar een hervorming van het strafwetboek als een van de werven’ van de justitieminister wordt aangekondigd, speciaal met betrekking tot zedenfeiten.

Deze werf is vrome intentie gebleven, zoals wel meer ‘werven’ van de regering Michel-I. Maar met de armen in de lucht slaan zoals Geens doet, is ongepast na zo’n drama waar het puilt van de blunders en de inschattingsfouten. De politiek wil macht maar geen verantwoordelijkheid. Dit soort applausdemocratie is gewoon surrealistisch, wie pikt dat nog? Het doet denken aan het cynisme waarmee de partij van Koen Geens de gebuisde onderwijsminister Hilde Crevits naar voor schuift als kandidaat minister-president.

Minister Geens zou de euvele moed moeten opbrengen om minstens een mea culpa te slaan in plaats van alsmaar te ‘betreuren’ en zijn medeleven te betuigen. Maar dat is absoluut not done, zeker niet in verkiezingstijden. Had de moordenaar van Julie nu een allochtoon geweest, dan was Twitter ontploft en kreeg het VB beslist een paar procentpunten extra op 26 mei. Helaas, het is dit keer onvervalst eigen crapuul en we hebben de politici die we verdienen. De bewering dat er in elke man een Steve Baki zit, is evenwel het fenomeen sociologiseren en de politiek excuseren, zoals de mainstream media de laatste dagen volop deden.

En jawel, op het VRT-nieuws van 7 mei maakte men er een sentimenteel slaatje van rond feminisme, vrouwenrechten en seksuele agressie, een MeToo-afgeleide, alsof mannen allemaal min of meer potentiële verkrachters zijn en het probleem daar zit. Terwijl het verdomme gaat over systeemfouten en politieke verantwoordelijkheid. Iets zegt me dat de CD&V nu wel rijp is voor de kiesdrempel.

Lees ook: Gelukkig, de dader is bekend bij het gerecht’

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties