De moeder van de duivel spreekt
"... een doodbrave jongen, maar met slechte vrienden"
foto © abaca / Reporters
Een interview met de moeder van Osama Bin Laden toont hoe inzicht rond verantwoordelijkheid en schuld in de moslimwereld helemaal ontbreekt.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementTwee weken geleden verscheen in de Engelse krant The Guardian een interview met Alia Ghanem, de moeder van Osama Bin Laden, het eerste dat ze geeft na jaren stilzwijgen. Een aanrader.
Behalve een goed inzicht in de voorgeschiedenis van Osama’s carrière als jihadistenleider (met Afghanistan en Soedan als tussenstations), en de positie van de familie, tot op vandaag behorend tot het Saoedisch establishment, is vooral de actuele status van de Bin Laden-clan boeiend: de familie is in sommige delen van Saoedi-Arabië nog altijd zeer populair omwille van de ‘heldendaad’ van Osama. In het interview nemen twee halfbroers voorzichtig (!) afstand van dat terrorisme, maar de jongste broer zit in Afghanistan en wil ‘zijn vader wreken’. Er staat ons dus nog wat te wachten.
Roze Buick
Maar wat vindt de moeder van de duivel zelf? Ze neemt hem in bescherming. Hij was een hele brave jongen, maar hij hing op de unief rond bij foute vrienden die hem gehersenspoeld hebben. Dat zeggen natuurlijk alle mama’s van terroristen, maar hier hebben we bovendien te maken met een jongeman die in rijkdom en weelde opgroeide, elitescholen bezocht en niks tekort kwam. Op een foto in het Guardian-artikel, genomen in 1971, poseren zij voor een roze Buick, de wagen die ik in mijn dromen altijd al had willen hebben. Ons Binneke is dan 14 jaar oud en op schoolreis naar Zweden.
We zitten bovendien in de nasleep van de sixties en mei ’68, de tijdgeest van het alles-kan-en-alles-mag, tot Osama in Jeddah economie begint te studeren, en de Iraanse revolutie van 1979 ‘zijn ogen opent’ tegenover de westerse decadentie. Maar beweren dat hij gewoon meeging in de slipstream van foute vrienden, is niet hard te maken. Zijn halfbroers geven dat zelfs toe: Osama was gewoon crapuul. Hij nam zelf de beslissing om de heilige oorlog een paar versnellingen hoger te schakelen. Tot aan de apotheose, 11 september 2001.
Ik vergelijk nu even met de moeder van Marc Dutroux. Die vervloekt in een interview haar zoon, en daarmee ook zichzelf. Mama Bin Laden daarentegen neemt geen enkele schuld op zich, en excuseert ook haar zoon met de flauwste advocatensmoes. Ik zou er zelfs moeten om lachen, ware het niet dat de balans van Osama’s heldendaad 3000 doden en meer dan het dubbel aantal gewonden bedroeg. Naar mijn gevoel zijn zelfs de ‘foute vrienden’ niet gemeend, en is het voor een streng gelovige moslima de logica zelve dat Allah dit alles gewild heeft.
Existentialisme
Conclusie: de slechte vrienden waren eigenlijk goede vrienden, de moeder van de duivel wordt weer de moeder van een martelaar (door een Amerikaans elitecommando in zijn Pakistaans boerderijtje geliquideerd), en de zoon heeft inderdaad het recht om zijn vader te wreken. Naast en onder deze familiesaga krijgen we natuurlijk een hele waaier van terroristische aanslagen, vrachtwagens die op menigtes inrijden, messteken op straat, metro’s die ontploffen,… Maar het centrale paradigma blijft dat wat gebeurt, ook moet gebeuren en onder goddelijke supervisie staat.
De moeder van de duivel heeft een duidelijke boodschap voor ons. We moeten niet hopen op flauwe strategieën als deradicalisering. Het kansarmoedeverhaal zal ook niet helpen. De kaders in de terreurorganisaties zijn immers hoog opgeleide intellectuelen, zie het cv van Osama Bin Laden zelf. Wat ons te doen staat, is een seculiere moraal hoog houden die de nadruk legt op individuele verantwoordelijkheid. We staan gewoon in voor onze daden, punt uit. Geen ontkenningsgedrag, geen god die het voor ons beslist, geen advocatenpraat over foute vrienden of een ongelukkige jeugd. Het idee dat iemand ook echt keuzes maakt en daarvoor staat – het existentialistisch perspectief, voor de filosofen onder u. Daar zullen we geen moslims mee bekeren, maar misschien wel de radicalisering van nieuwe jongeren, vooral de onze, afstoppen.
De moeder van Dutroux
Zei ik radicalisering? Natuurlijk is ook deze denkoefening radicaal, in de zin van ten gronde, niet halfslachtig. Maar de moeder-zoon liefde van Alia Ghanem is fundamenteel pervers, zelfs leugenachtig-geposeerd. Deze vrouw is niet de oorzaak van het wereldterrorisme, maar ontkent wel haar pedagogisch aandeel in de ontwikkeling van zijn aanstichter/bezieler. En maakt er meteen een zo-wil-het-god-verhaal van. Compleet ontbrekend schuldinzicht, ontkenningsgedrag, religieus fatalisme. Geef mij dan maar de moeder van Dutroux: ook niet leuk om dat te zijn, maar zij ziet tenminste haar zoon als schuldig, en niet als slachtoffer of nog minder als martelaar. Waardoor ook zij moet leven met vele vraagtekens.
Schuldinzicht kent men niet in de moslimwereld. Het is ofwel de schuld van iemand anders, ofwel de wil van Allah. Zou onze cultuur dan toch superieur zijn? Ja, op zo’n momenten vind ik van wel. Niet in de ronkende hoogdravendheid van de Maarten Boudry’s, maar in de pijn van de moeders die monsters hebben gebaard. Het kon ook uw zoon zijn, maar laat god er alvast buiten. Verlichting 3.0, het kan werken. Dat interview in The Guardian zou verplichte lectuur moeten zijn in alle middelbare scholen.
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Het tumult na de lokale verkiezingen legt een aanslepend democratisch deficit in Vlaanderen bloot. Het cordon blijft het grote pijnpunt.
Waterramp in Spanje gebeurde in gebied waar meer dan 50 dammen gesloopt zijn.