JavaScript is required for this website to work.
post

De ‘ontmaskering’ van de islamofobie (deel 2)

Drie soorten mensen volgens de islam

Eddy Daniels23/1/2020Leestijd 3 minuten
Meisje op viering van profeet Mohammed

Meisje op viering van profeet Mohammed

foto © Reporters

Martijn de Koning verliest, in zijn analyse van ‘islamofobie’ de Koran volkomen uit het oog. Die onderscheidt immers drie soorten mensen en dat is in zijn eigen definitie intrinsiek racisme.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een  gratis e-book van de Nederlandse antropoloog Martijn de Koning, uitgegeven door KifKif, wordt aangeprezen door Lode Van Oost op De Wereld Morgen. Het pretendeert vijf mythes over islamofobie te ontmaskeren. Twee bracht ik al ter sprake in De ‘ontmaskering’ van ‘islamofobie’. Hij signaleert er nog drie andere.

De islam een ras?

De islam is geen ras, zo wordt beweerd, dus kan kritiek op de islam geen racisme zijn. De Koning bestrijdt die stelling door het begrip ‘racisme’ zelf in vraag te stellen, om het meteen weer in te voeren: er bestaan geen rassen, zou de wetenschap ons leren, maar er is wel racisme. (De redenering hierachter is dat er maar sprake is van ras als seksuele reproductie onmogelijk is; ondertussen spreken wij wel van honden- en kattenrassen, en die brengen tot ook mengvormen voort?)

Dat racisme zou zich dan niet beperken tot lichamelijke kenmerken, maar eerder gaan om een verhouding tussen mensen waarbij de ene de andere als minderwaardig ziet. Het is merkwaardig dat het mensen als de Koning daarbij ontgaat dat precies dàt de angst voor de islam voedt, dat de Koran de mensen duidelijk in drie categorieën indeelt: moslims die over alle rechten beschikken; dhimmi’s die geduld worden als ze nederig het hoofd buigen; en kafirs die in de nek moeten geslagen worden tenzij ze zich bekeren (sura 47:4). De essentie van de kritiek op de islam is daarom niet eens dat zijn heilig boek geweld legitimeert. De essentie is dat de Koran, in de definitie van de Koning, intrinsiek racistisch is en van daaruit geweld legitimeert.

De islam als verplichting

Het lijkt mij dan ook logischer om islamofobie te betitelen als angst voor islamitisch racisme, dan als racisme. Maar zo ziet de Koning het natuurlijk niet. Hij zegt immers dat islamofoben ervan uitgaan dat religie een kwestie is van vrije keuze en dat keuze voor de islam daarom een keuze zou zijn tegen integratie in onze samenleving. Weer mist hij de pointe: islam is géén vrije keuze, het is een verplichting wanneer je uit islamitische ouders geboren bent. Het is een fuik, je kan er in maar niet er uit. En dat is principieel ondemocratisch en daardoor strijdig met onze maatschappij. Het is een visie die ook bij ons gewoekerd heeft rond het lidmaatschap van de kerk en die we doorheen eeuwen godsdienstoorlog uitgezweet hebben. En waar we dus niet opnieuw in willen belanden. Zo bekeken is islamofobie angst om teruggevoerd te worden naar een verleden dat we als zeer duister ervaren.

Dan gaat de auteur helemaal uit de bocht. Wie angst heeft voor dat duistere verleden zou de eigen cultuur als evident superieur aan de islam zien. Ook dat is naast de kwestie. Het gaat er niet om of de ‘Westerse cultuur’ beter of slechter is (de Westerse cultuur staat bol van de zelfkritiek wegens kolonialisme, Jodenhaat, imperialisme enzovoort). Het gaat erom dat die westerse cultuur door zijn duistere geschiedenis tot een superieure conclusie is gekomen, dat respect voor de mensenrechten beter is dan zich vastklampen aan eigen superioriteitsgevoelens. In die zin denken islamofoben dus helemaal niet vanuit een gevoel van beter te zijn, maar vanuit een besef dat het beter is zich niet beter te voelen.

De bestrijding van slavernij

En dat gevoelen vinden zij in de islamitische cultuur niet terug, die niet door een proces van gewetenswroeging is gegaan, zichzelf steevast oprolt in een slachtofferdenken en zelfs op een leugenachtige wijze zijn eigen bijdrage aan het duistere verleden ontkent. Eén voorbeeld slechts: de Westerse wereld schaamt zich collectief zeer diep voor de slavernijschepen uit Afrika. De Arabische wereld ontkent dat hij de slavernij in Afrika heeft ingevoerd, meer nog, beweert dat zijn godsdienst intrinsiek antislavernij zou zijn. Terwijl hun eigen gezaghebbende boeken, de Hadith, in geuren en kleuren beschrijven hoe hun profeet de vrouwen en kinderen van de Qurayza-joden (en niet alleen zij) op de slavenmarkt liet verkopen. Wie daar weinig van afweet kan ik slechts mijn eigen boek De kwestie M. De gekaapte religie (2017) aanbevelen.

Volgens de Koning worden de labels ‘islam’ en ‘moslims’ echter zo ingevuld dat de concrete opvattingen en praktijken van moslims er totaal niet toe doen – ‘behalve dan de opvattingen en praktijken van sommige moslims die het negatieve beeld bevestigen, want die worden telkens opnieuw aangehaald om aan te tonen dat bijna alle moslims zo zijn’. Is dat zo? Het zou goed zijn als hij dat met voorbeelden zou staven.

Gemakshalve veralgemenen

Nemen we evenwel aan dat dit effectief de praktijk zou zijn van wat men ‘islamofobe partijen’ kan noemen, de PVV van Geert Wilders in Nederland, het Vlaams Belang van Filip Dewinter bij ons. De PVV haalde op zijn hoogtepunt twaalf procent van de stemmen, en als je PVV en het Forum voor Democratie vandaag bij elkaar optelt dan kom je tot bijna 22 procent. Het Blok haalde bij ons (in 2004) even 24 procent en ‘won’ vorige keer met dik achttien procent. Breed genomen mag je dus stellen dat kiezers die vatbaar zijn voor een discriminerende vorm van islamofobie in beide landen ongeveer een kwart uitmaken. En toch schrijft de Koning alsof hun opvattingen over moslims algemeen zouden zijn. Hoe wetenschappelijk is dat?

Dit is deel 2 in een reeks van 5, lees hier deel 1. Volgende aflevering: Feiten zijn voor KifKif blijkbaar irrelevant (3)

Eddy Daniels is gewezen hoofdredacteur van Intermediair. Hij publiceerde recent een boek over de rol van de profeet Mohammed in het ontstaan van het jihadisme, ‘De kwestie M. Een gekaapte godsdienst’, dat enthousiast aangeprezen werd door Etienne Vermeersch.

Commentaren en reacties