De opkomst van de stadstaten in Italië, een boeiend verhaal
Hoe het land zich weer opricht na donkere tijden in de vroege Middeleeuwen
Hendrik IV vraagt Paus Gregorius om vergiffenis in het kasteel van Canossa.
foto © Openbaar domein, Wikimedia
Het meeslepende verhaal én de gedetailleerde geschiedenis van de opkomst van de Italiaanse steden in de vroege Middeleeuwen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementNa de ondergang van het West-Romeinse Rijk en de rampspoed van de ‘duistere eeuwen’ van 400 tot 1000, herrijst Italië uit zijn as. De stadstaten zorgen voor lokale autonomie en ongeziene economische bedrijvigheid. Het nieuwe boek van Indro Montanelli en Roberto Gervaso Italië, de opkomst van de stadstaten 1000-1250 biedt rijke informatie en een meeslepend verhaal. Het werd met elan en vakmanschap in het Nederlands vertaald door Alfons Caris.
Ambacht en handel stimuleren autonomie
Wat is het begin? Die stadstaten komen toch niet uit het niets?
Alfons Caris: ‘Dat klopt. Veel Italiaanse steden hadden al een lange historie, maar hun belang was na de ondergang van het West-Romeinse Rijk en de chaotische eeuwen die erop volgden grotendeels verdwenen. Italië was een ruraal land geworden, een enorme lappendeken van kleine, geïsoleerde en autarkische gemeenschappen. De eerste stedelijke entiteiten die opnieuw de kop opsteken zijn aan zee gelegen plaatsen als Venetië, Amalfi, Genua en Pisa. Zij bouwen vloten en richten zich op de handel.’
‘Vervolgens zien we overal het feodale systeem in crisis raken en ontstaat er een trek vanuit het platteland naar de stad. Mensen richten zich op ambacht en handel. Zo ontstaat een situatie waarin zij zich organiseren om hun belangen te behartigen, ook collectief, ten opzichte van degenen die het papieren gezag vertegenwoordigen, bijvoorbeeld dat van een verre keizer. Autonomie en eigen instituties worden belangrijke doelen.’
Als bekend vertaler uit het Italiaans kan je ons allicht ook vertellen wie Indro Montanelli is, de belangrijkste auteur?
‘Montanelli is een van de belangrijkste naoorlogse publicisten van Italië. Hij heeft tientallen boeken en een enorm aantal artikelen op zijn naam staan. Montanelli was een nogal eigenzinnige en tegendraadse figuur. Hij had geen academische opleiding tot historicus, maar als gepassioneerd liefhebber van geschiedenis ergerde hij zich aan de manier waarop geschiedschrijving in Italië werd bedreven: streng academisch en vaak ook ideologisch van aard, nauwelijks toegankelijk voor het grote publiek. Met de monumentale 22-delige serie Storia d’Italia zette hij, met groot succes, een nieuwe trend.’
Mathilde van Toscane
Vrouwen speelden een grote rol in de opkomst van de stadstaten. Wie was de beroemde/beruchte gravin Mathilde?
‘Mathilde van Toscane (11de, begin 12de eeuw) was een telg uit het machtige Huis Canossa en geldt als een van de markantste vrouwen in de Italiaanse Middeleeuwen. Haar territorium strekte zich uit over Toscane, Emilia, Romagna en delen van Lombardije. Formeel had zij die gebieden in leen van de Duitse keizer, maar zij ontpopte zich als de geduchtste medestander van de paus in diens strijd tegen de keizer. Wellicht speelde daarbij mee, dat zij als kind samen met haar moeder gevangen werd genomen door Hendrik III, maar zij was ook oprecht religieus aangelegd.’
‘In haar kasteel in Canossa speelde zich de beroemde ontmoeting tussen paus Gregorius en Hendrik IV af. Mathilde beleefde later haar ‘finest hour’, toen zij Koenraad, zoon van Hendrik, wist te verleiden om onafhankelijk van zijn vader de titel Koning van Italië op zich te nemen, met de belofte dat dit een materieel koningschap zou zijn. Van die belofte kwam niets terecht, maar Hendrik was een gebroken man. Mathilde stierf kinderloos en met haar verdween het Huis Canossa. Steden kregen hierdoor meer ruimte om zich vrij te ontwikkelen. Overigens speelt Mathilde van Toscane een hoofdrol in de stichtingslegende van de abdij van Orval.’
Investituurstrijd
En wie was de ‘eerste Italiaan’?
‘We moeten dat natuurlijk figuurlijk opvatten. Rond het jaar 1000 bestond er een Koninkrijk Italië, maar alleen in theorie. Het was louter een titel, waarover de Duitse keizers beschikten. Groot was dan ook de verbazing, toen een man in Piëmont zich op eigen gezag uitriep tot koning van Italië. Met deze Arduino, markgraaf van Ivrea, liep het slecht af; hij eindigde na zijn avonturen in een klooster. Latere nationalistische geschiedschrijvers maakten hem tot een held en promoveerden hem tot de eerste patriot die een verenigd Italië nastreefde. In werkelijkheid had hij louter persoonlijke drijfveren.’
De investituurstrijd, daar hebben we allemaal van gehoord. Fris even ons geheugen op…
‘De investituurstrijd ging strikt genomen om de vraag wie het recht had om hoge geestelijke ambten toe te wijzen, de paus of de keizer. Vooral in Duitsland was dit een heikel punt, omdat bisschoppen en dergelijke daar ook wereldlijke macht uitoefenden. Op de achtergrond speelde meer in zijn algemeenheid de strijd om de macht tussen keizer en paus. De kwestie culmineerde in de zogenaamde boetetocht van Hendrik IV naar Canossa. Het traditionele verhaal daaromheen draagt sterk het stempel van de kerkelijke versie.’
Een apart hoofdstuk is gewijd aan Venetië. Wat is het uitzonderlijke van die stad?
‘Om te beginnen de ontstaansgeschiedenis. Venetië ontstond doordat bewoners van het vasteland zich in de woelige tijden van de vijfde en zesde eeuw terugtrokken in de lagune. In de eeuwen daarna ontwikkelde de stad zich tot een steeds belangrijker maritieme natie en kreeg het een dominante handelspositie in het oostelijk deel van de Middellandse Zee. Venetië dankte zijn succes mede aan de stabiele bestuursvorm. Met een systeem van ‘checks en balances’ en stringente procedures was alles erop gericht om alleenheerschappij van wie dan ook te voorkomen. In dat opzicht was de republiek uniek in het middeleeuwse Italië.’
Economische revolutie
Ketterijen en Inquisitie deden de stadstaten wankelen. Waarom precies?
‘Ketterij had vaak een politieke lading. Excommunicatie was een machtig militair wapen. In 1143 bijvoorbeeld werd in Rome een republiek uitgeroepen, wat natuurlijk tegen het zere been van de paus was. Een monnik, Arnold van Brescia, sprak zich uit voor scheiding van wereldlijke en geestelijke macht en hielp mee om deze Romeinse republiek overeind te houden. Hij werd meerdere malen van ketterij beschuldigd, in de ban gedaan en uiteindelijk opgehangen.’
Je spreekt van een ‘economische revolutie’, niet meer of niet minder.
‘Ik sprak al eerder over de instorting van de feodale economie, die agrarisch en zelfvoorzienend gebaseerd was. Toen dit systeem minder rendabel werd trokken mensen naar de stad, om zich daar toe te leggen op ambacht en vooral handel. Er ontstonden gilden die hun economische activiteit reguleerden en stimuleerden. Geldcirculatie kwam weer op gang, na eeuwen van voornamelijk ruilhandel. Er ontstond behoefte aan krediet, het bankwezen ontwikkelde zich en er kwamen nieuwe vormen van juridisch-economische samenwerking. Tegelijkertijd verdrong de nieuwe geldadel de oude landadel die daarmee ook de politieke macht geleidelijk verloor.’
Kunnen we de opkomst van de Italiaanse stadstaten vergelijken met die van onze steden in de Lage Landen?
‘Dat vind ik een moeilijke. Ik ben een simpele vertaler, geen historicus. Deels zullen dezelfde factoren een rol gespeeld hebben, maar er zijn ook verschillen. De opkomst van steden als Gent en Brugge loopt ongeveer synchroon met die van de Italiaanse stadstaten, maar de steden in de noordelijke Nederlanden komen pas later op, als Italië alweer over zijn hoogtepunt is. Dat had overigens veel te maken met de verschuiving van handelsstromen na de ‘ontdekking’ van Amerika. Er zijn ook geografische verschillen. De Italiaanse stadstaten hebben, of kregen, in de meeste gevallen de vorm van agglomeraties die meerdere steden en buitengebied omvatten.’
De boeken Italië, de donkere eeuwen 400-1000 en Italië, de opkomst van de stadsstaten 1000-1250 zijn te koop bij Doorbraak.
Tags |
---|
Luc Pauwels is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.
Frans Daels wordt Vlaamsgezind als militair arts aan het IJzerfront. Hij zet de IJzerbedevaarten mee op, daarnaast is hij een veelvuldig gelauwerd arts vanwege zijn medisch onderzoek.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.