JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

De poenscheppers van de Wetstraat

Doorbraak redactie26/4/2011Leestijd 3 minuten

Politieke partijen zijn nuttige instellingen en mogen daarom wel wat geld toegestopt krijgen van de overheid. Als de overheid alle mogelijke sportclubs en jeugdverenigingen subsidieert, en zelfs nutteloze prinsen, waarom dan ook niet de partijen?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Probleem is enkel: de overheid, dat zijn natuurlijk de partijen zelf. Het zijn de partijen die zichzelf bedienen. De enige rem op die zelfbediening is de schrik van de publieke opinie. Daarom hebben de politici allerlei trucjes bedacht om hun subsidies te verhogen zonder dat het te veel opvalt. Zo worden er in elk van de negen Belgische parlementen fractietoelagen uitgekeerd die in principe bedoeld zijn om de fracties te versterken maar in de praktijk meestal worden doorgesluisd naar de partijen. Het gaat hier om een brede geldstroom (ongeveer 22 miljoen euro per jaar) die ontspringt aan negen verschillende en onopvallende bronnen. Over de fractietoelagen wordt immers beslist via bureaubeslissingen die worden genomen in de besloten achterkamertjes van de parlementen.

In 1995 boorden de Franstalige partijen een nieuwe geldbron aan: naast de federale dotatie voerden ze, via een reglementswijziging in het Waals parlement, een regionale dotatie in. De Vlaamse partijen schreeuwden meteen moord en brand. Tot zoiets zouden ze zich nooit verlagen! Tot de sp.a een paar jaar later in geldnood kwam door de zware Agusta-boetes en alle traditionele partijen geld verloren door het succes van het Vlaams Blok. Dit noopte de Vlaamse partijen tot het maken van een genante bocht: in 2001 voerden ze op hun beurt een regionale dotatie in.

Het resultaat van dit alles is dat alle politieke partijen samen langs allerlei kanalen ongeveer 55 miljoen euro per jaar binnenhalen. De Belgische partijen zwemmen gewoonweg in het geld. Geen wonder dat hun gezamenlijke vermogen de jongste tien jaar pijlsnel de hoogte is ingegaan: van 63 miljoen euro in 1999 tot zo maar liefst 101 miljoen euro vandaag. Partijen zijn eigenlijk beleggingsclubs geworden. Met dat verschil dat ze het geld dat ze beleggen niet zelf verdienen. Want zo maar liefst 87 % van hun inkomsten is afkomstig van de overheid, dus van de belastingbetaler.

En nog blijkt de geldhonger van de partijen niet gestild. Recent bleek dat de partijen alweer een nieuwe goudader hebben ontdekt: de fractietoelagen in de provincieraden. Het was Peter Reekmans van LDD die begin 2009 met dit schandaal uitpakte. Op het eerste gezicht is het niet zo evident dat de partijen zich via de provincieraden verrijken. De Vlaamse regelgeving verbiedt immers formeel dat fractietoelagen in de provincieraden worden gebruikt voor de partijwerking of voor de verkiezingscampagne. Geen vuiltje aan de lucht dus, tot LDD met bewijzen op de proppen kwam dat de toelagen wel degelijk worden doorgesluisd naar de partijen. Peter Reekmans bracht bovendien aan het licht dat de fractietoelagen in de provincieraden zich de voorbije jaren op een wonderbaarlijke wijze hebben vermenigvuldigd. In 2000 werd nog maar 1 miljoen euro aan fractietoelagen uitgekeerd, in 2008 was dat bedrag al opgelopen tot zo maar liefst 4,4 miljoen euro. Wat voor activiteiten moeten die fracties in de provincieraden wel niet ontplooien om dat fabelachtige bedrag op te souperen! En zelfs als je dat opsouperen letterlijk neemt, dan nog zou dat een bijna bovenmenselijke opgave zijn. Nee, dit stinkt onmiskenbaar naar verdoken partijfinanciering.

Dit onwelriekende verhaal heeft ook een communautair angeltje. Het Union des Francophones (UF) van Christian Van Eyken valt normaalgezien buiten de prijzen inzake overheidsfinanciering. Want die partij vormt, met één zetel, geen fractie in het Vlaams Parlement en krijgt dus geen fractietoelagen en ook geen regionale dotatie. Maar nu de Vlaamse partijen die provinciale geldkraan hebben ontdekt én opengedraaid kan ook het UF (met zes zetels in de provincieraad) zich ten volle laven aan de subsidiëring. In 2000 kreeg die partij nog amper 7437 euro aan fractietoelagen in Vlaams-Brabant, in 2008 was dit bedrag al gestegen tot 65 583 euro! Dit geld, dat in principe moet dienen om de werking van de fractie te ondersteunen, wordt gebruikt om de blijde Franstalige boodschap te verkondigen in Vlaams-Brabant. Het dient om een Lettre UF te verspreiden op 120 000 exemplaren. ‘Cette dotation permet donc de diffuser largement le message UF dans la province’, aldus een UF-medewerker in La Libre (4 maart).

Dat zal de gevestigde Vlaamse partijen een zorg wezen. Als ze de eigen bankrekening maar verder zien aandikken. Maar laat het voor minister Geert Bourgeois een extra aansporing zijn om krachtig paal en perk te stellen aan de onfrisse praktijk van de provinciale partijfinanciering.

[Bron] Karolien Weekers en Bart Maddens, Het geld van de partijen. Acco, 2009.

De redactieploeg van Doorbraak bestaat uit een grote groep redacteuren. Standpunten en andere artikelen kunnen verschijnen als "De Redactie". Uiteraard betekent dit niet dat al onze redacteuren per definitie aan deze standpunten gebonden zijn.

Commentaren en reacties