JavaScript is required for this website to work.
Media

De polemiek over de polemiek: dansen op Anthierens’ graf

Social distance aub

ColumnJohan Sanctorum2/3/2021Leestijd 4 minuten
‘De polemiek reanimeren’, zoals Delphine Lecompte het omschrijft, is niet op het
graf dansen van een journalist die al twee decennia morsdood is, maar het genre
anno 2021 met vlijt, toewijding en de nodige sociale afstand beoefenen.

‘De polemiek reanimeren’, zoals Delphine Lecompte het omschrijft, is niet op het graf dansen van een journalist die al twee decennia morsdood is, maar het genre anno 2021 met vlijt, toewijding en de nodige sociale afstand beoefenen.

foto © collage: Johan Sanctorum, portret: Michiel Hendryckx

Wat zou Johan Anthierens gedacht hebben van de wokeness, en het feit dat ‘witte’ mensen geen poëzie van gekleurde dichters mogen vertalen?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

21 jaar is hij nu dood en begraven, Johan Anthierens, het enfant terrible van de Vlaamse journalistiek en hoofdredacteur van het kamikazeproject De Zwijger. Vorig jaar voerde ik hem ten tonele in Politiek incorrect en plaatste hem tegenover die andere rebel en Einzelgänger, Mark Grammens met zijn Journaal.

Dat was dus ruim vóór de tweedelige Canvasdocumentaire Johan Anthierens: niemands meester, niemands knecht, toen er van een J.A.-revival nog geen sprake was. Maar sinds de hagiografische terugblik van Guinevere Claeys op de buis kwam, is cultureel-journalistiek Vlaanderen wakker geschoten. Vooral ter linkerzijde wordt er stevig getrokken aan de onstoffelijke resten van Anthierens, en moet bijvoorbeeld Karl Drabbe, uitgever van het vermaledijde Doorbraak, er met zijn tengels afblijven.

Dat vindt althans ene Tim Devriese, socialmediamanager en behorend tot de voorhoede van de Vlaamse homobeweging. In De Morgen laat hij zich helemaal gaan en lijft Anthierens in bij de politieke correctheid, jawel, en de wokeness. J.A. zou vandaag te keer zijn gegaan tegen ‘witheid, heteroseksualiteit, en een binaire visie op gender’, weet Devriese. Ik ken een graf dat moet onderstut worden wegens gedurig omdraaien van de aflijvige.

Culturele diefstal

Ach, wat zou Johan Anthierens bijvoorbeeld gedacht hebben van de actuele rel rond de vertaling van het gedicht van Amanda Gorman? Zou hij mee geblaat hebben met het koor van de wokes dat de poëzie van een zwarte dichteres niet kan/mag vertaald worden door een witte schrijfster? Zou hij meegaan in het hysterische neoracisme van nieuwlinks dat de wereld opdeelt in zwart en wit, de verbanning van Zwarte Piet, de boekverbranding van schrijvers als Jef Geeraerts? Ik heb zo’n vermoeden, en waag me aan een Anthierensiaanse pastiche, sorry voor wie dat heiligschennis vindt:

Als ‘witte’ vertalers van ‘zwarte’ gedichten moeten afblijven, dan wil ik nooit nog een Serena Williams op de tennis court zien verschijnen, want dat is historisch de meest ‘witte’ sport die er bestaat. Als ze het over cultural appropriation willen hebben, OK, maar dan wil ik nooit nog een neger(in) — ja, u leest het goed — op de operascène zien, zoals dat tegenwoordig bijna een must is. Opera is een blanke Europese kunstvorm, van en voor witte mensen, ontstaan in het 17de-eeuwse Italië. Eerst aristocratisch entertainment, in de 19de eeuw dé burgerlijke kunstvorm bij uitstek, maar dus ongelooflijk wit, heel de tijd.

Jessye Norman als Ariadne in de Strauss-opera Ariadne auf Naxos? Of erger nog, in Wagners Walküre? De in 2019 overleden zangeres had een stem als een klok, maar voor de rest zeer Afro en met een onmogelijk dikke kont voor een Wagneriaanse strijdmaagd. Een miscast én een flagrant geval van culturele diefstal, ja mensen, dit kwetst. Blijf van onze kunstvorm, Jessye, hou je aan de tamtam, jij begrijpt onze pijn niet, de droefenis van Ariadne op haar woest eiland, in afwachting van Bacchus’ komst.

Hopelijk wordt de absurditeit van de wokeness zo wat duidelijk. Noteer dat het Amanda Gorman zelf worst kon wezen, welke huidskleur de vertaler van haar gedichten had. De hetze is gecreëerd door de zwarte columniste Janice Deul die om een onderwerp in de Volkskrantverlegen zat, zeg maar de Hollandse versie van Dalilla Hermans. Geschrokken door het tumult gaf de door uitgeverij Meulenhoff aangestelde Marieke Lucas Rijneveld, nota bene van non-binaire kunne, de opdracht terug. Het gaat er heftig aan toe op de diversiteitsplaneet.

Een geval van dwerggroei

Maar we wijken af. Vermits Johan Anthierens doorgaat voor de oervader van de Vlaamse polemiek, moest ook schrijfster Saskia de Coster haar duit in het zakje doen. Ze windt er geen doekjes om: de polemiek, zijnde de journalistieke tak die zich bezig houdt met intellectuele oorlogsvoering, is compleet uit de tijd want typisch mannelijk machogedrag. Wat in J.A. bewonderd wordt, zijn ‘vlijmscherpe pen’, het op de man (en de vrouw) spelen, is een geval van doorgeschoten haantjesgedrag, weg daarmee.

Dat is nog eens gesproken. Terwijl ze dat allemaal uiteenzet doet ze natuurlijk aan polemiek, dat is het grappige, en bewijst ze dat het genre helemaal niet uit de tijd is. We hebben scherpte nodig, dingen moeten meer dan ooit benoemd worden in deze tijd van wolligheid, maar het mag méér zijn dan gescheld. Echte tegenspraak, polarisatie dus, is te verkiezen boven de valse consensus en het melige gedoe over ‘verbondenheid’.

Wel is het zo dat de journalistieke pennenstrijd een taalvaardigheid vereist die jammer genoeg aan het verdwijnen is, en dat — fundamenteler nog — een en ander zich binnen de mainstream pers beperkt tot wat semi-literair geritsel, of, jawel, ordinair gescheld. Dat is wat Joël De Ceulaer doet: ook een groot liefhebber van de polemiek, ook een Anthierensfan, maar een geval van Kempense dwerggroei als het over kernzaken gaat, zoals de vrije meningsuiting, politiek correcte censuur of de kwaliteit van het politieke bestel. Dan past De Ceulaer voor een debat en schurkt hij zich aan tegen het establishment, politici en opiniemakers waarmee hij naar eigen zeggen door één deur moet kunnen gaan.

Sacochengevecht

Het is natuurlijk gemakkelijker om concullega’s genre Tom Lanoye uit te schelden voor ‘applausjunkie, een commerçant, een stofzuigerverkoper, de Theofiel Boemerang van de Vlaamse letteren’, maar die kwalificatie kan men moeiteloos toepassen op De Ceulaer zelf, de braafste der polemisten, die the powers that be, inclusief bedenkelijke constructen als het cordon sanitaire, onverbloemd verdedigt.

Pas op: dat gebeurt allemaal op de vierkante meter die het intellectueel territorium van De Morgen voorstelt, achter een betaalmuur die een bevriende IT-er me weliswaar leerde omzeilen. En alsof dat nog niet genoeg was, duikt in dezelfde noodlijdende krant ook Delphine Lecompte op, nóg een Anthierens-adept van het laatste uur, om De Coster de volle laag te geven en zichzelf uit te roepen tot Walküre van het Vlaamse columnistenheir.

‘De polemiek is broodnodig. Zonder de polemiek zijn we niets meer dan gewillige onderdanige blatende klaaglijke schapen’ , foetert ze in haar bijdrage aan het sacochengevecht met Saskia. Dat is zonder meer juist. Maar de norm is, wat de openbare omroep in talkshows als De Afspraak duldt inzake opinies en debat. En dat is, met alle respect: twee keer niks. Lecompte beeldt zich toch niet in dat ze in De Morgen en op de VRT buiten de politiek correcte codes zou kunnen gaan. Nu wordt ze nog opgevoerd als een kwetterend vogeltje, maar wacht tot ze eens politiek wat onkoosjere dingen zegt, of het N-woord gebruikt. Neen, dat zal ze niet doen, heeft ze al beloofd, want dat is kwetsend. Tja. Tot zover de ’opzettelijk opruiende schaamteloze baldadige nietsontziende beenharde agressieve doch slimme listige humoristische’ (sic) belletrie van de rijzende ster aan het BV-firmament.

Mijn voorstel: laat De Zwijger nu maar zwijgen of laat hem in de hel voort zijn razernij uitzweten. ‘De polemiek reanimeren’, zoals Delphine Lecompte het omschrijft, is niet op het graf dansen van een journalist die al twee decennia morsdood is, maar het genre anno 2021 met vlijt, toewijding en de nodige sociale afstand beoefenen. Dat betekent vooral: de moed hebben om als buitenstaander en outlaw in deze Vlaams-Belgische negorij te dolen, met weinig uitzicht op televisieroem. Ik zie al een hoop vingers naar beneden gaan. Wist u dat geen enkele journalist nog met Anthierens wou gezien worden, eens zijn blad failliet was?

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties