JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

De Premier-Ridder in het diepst zijner gedachten

ColumnPol Sonneville17/11/2023Leestijd 3 minuten
Gouverneur Carl Decaluwé, de helfdhaftige Alexander De Croo en Annelies
Verlinden met gevaar voor eigen leven op een brug in Poperinge.

Gouverneur Carl Decaluwé, de helfdhaftige Alexander De Croo en Annelies Verlinden met gevaar voor eigen leven op een brug in Poperinge.

foto © Belga

Het regende en het bleef maar regenen in de Westhoek. Gelukkig stuurde Brussel al na vijf overstromingsdagen zijn grootste dweil.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het heeft geregend in de Westhoek. Met bakken viel het uit de hemel. Het moet van 1914 geleden zijn dat de IJzer nog eens zo ouderwets kon uitpakken. Het provinciaal rampenplan was van kracht. De pers trok zijn laarzen aan. Zandzakjes werden aangevoerd. En toch duurde het nog vijf volle dagen voor de heren uit Brussel eens kwamen kijken of er geen hulp nodig was. Maar toen ze het eindelijk deden, deden ze het ook wel goed.

Brussel stuurde meteen de grootste dweil die ze liggen hadden met een onwaarschijnlijk absorptievermogen. Tenslotte moest premier De Croo toch in de buurt zijn om een krans neer te leggen bij onbekende soldaten. Want pas wanneer onze premier ten tonele verschijnt, weet je het zeker: dit zou wel eens fout kunnen aflopen. Meer nog, ongeveer alles wat de man heeft aangeraakt, is inmiddels fout afgelopen.

Kom niet naar de Westhoek

De Ijzer was evenwel genadig op 11 november. En het was ook gestopt met regenen. Maar los daarvan blijven feiten, feiten. Het De Croo effect was onmiskenbaar. De man was nauwelijks gearriveerd of het water begon zich terug te trekken als was het de PS-fractie bij een wettelijk betogingsverbod voor hooligans.

De premier had nu met zijn interventie wel de eerste stap gezet, maar de strijd was niet gestreden. Alexander keek als een triomferend generaal over de Ijzervlakte en richtte zich tot de inboorlingen. ‘Mocht het opnieuw regenen, is er niet veel marge meer’, sprak De Croo met vaste stem, ‘We gaan dat hier in de gaten moeten houden’. Een vermoeide Westhoeker in lieslaarzen die al dagen met zandzakjes sleurde en nachten met angst in het hart het wassende water dichterbij zag komen, was niet zo heel erg onder de indruk van die analyse.

‘Wuk peisje da w’iere al daagn oan ’t doen zien? Tjeuten!’, wou hij uitroepen, maar Alexander richtte zijn blik terug op de vlakte waar hij net de orde had hersteld met gevaar voor eigen leven. “’Kom niet naar de Westhoek!’, drukte de premier de perslui op het hart die hij voor zijn komst naar de Westhoek had opgetrommeld in… de Westhoek. ‘Als je wil zien hoe dit afloopt, kijk dan naar het televisiejournaal. Ik zal er op te zien zijn’, zei de premier.

Waarna hij de pers meetroonde op wandeling in de Westhoek om daar troost en steun te leveren bij zorgvuldig geselecteerde landbouwers die hem niet voor de camera’s zouden uitkafferen als hij voet op hun erf zette. De premier-ridder in het diepst zijner gedachten, beleefde een hoogdag.

Het gebaar

Het is voor een politicus old school zichzelf uitgebreid te laten filmen in rampgebied. Dat is nog meer waar met een oudje of een kindje dat een helpende hand nodig heeft. Het dateert uit tijden dat mensen nog met verstomming toekeken als hoge heren zich om hun lot leken te bekommeren. Ondertussen is het voor iedereen duidelijk dat je als premier even goed thuis niks kan doen als ter plaatse.

En toch, het is het gebaar dat telt. Alle grote leiders deden het. Alexander ook. Je krijgt zo’n premier makkelijker in een overstroomd gebied dan in een studio voor een debat over de begroting.

En laat ons eerlijk zijn, als er niet één of andere pief komt kijken in laarzen, is het ook niet goed. Het protocol is duidelijk: de premier in geval van levensbedreigende ramp, de koning trekt zijn laarzen aan zodra er doden vallen.

Het lijdt oprecht geen twijfel dat er nog mensen zijn die het prettig of zelfs belangrijk vinden dat een premier zich laat zien in moeilijke tijden. Maar het schept ook verwachtingen die politici van geen kanten kunnen invullen. Jammer genoeg heeft die simpele waarheid er nog nooit eentje tegengehouden om het toch te doen.

Behalve dan – laat ons een oude koe uit de gracht halen nu we toch hier zijn- misschien Verhofstadt. Die moest nooit naar een rampgebied gaan, de man was er één op zichzelf. En in juni volgend jaar is De Croo dat ongetwijfeld ook.

En de mensen van de Westhoek? Daar moet u zich geen zorgen over maken. Die zijn dat al lang gewoon. Of zoals de lokale bard, Willem Vermandere, het al zong in 1970:

Westhoek, ze komn ne ki loern

Die heren van ’t sjiek parlement

En assan zien ze over under toeren

Van ulder bezoeksje content

 

Maar ze zijn wel in beeld geweest.

 

Pol Sonneville is het alter ego van een prille vijftiger met een rebels kantje.

Commentaren en reacties